In deze publicatie geven we een beschrijving van de strategie die Koplopers gehanteerd heeft en we delen onze ‘lessons learned’. Met behulp van een ervaringsdeskundig Jongerenteam is drie jaar lang participatief actieonderzoek gedaan naar psychische kwetsbaarheid. Onder begeleiding van coaches en onderzoekers hebben jongeren op gelijkwaardige wijze met andere jongeren, studenten en professionals gesproken over psychische kwetsbaarheid en hebben samen met hen belemmerende en bevorderende factoren onderzocht. Het resultaat leest u in het drieluik van publicaties - Koplopers: lessons learned, Koplopers: factoren in participatie en het digitale magazine Koplopers: kwetsbaarheid is de kracht.
LINK
Participatie van jongeren met psychische kwetsbaarheid versterken in onderwijs, werk, zorg en welzijn. Dat was het doel van Koplopers, een gezamenlijk project van Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Inholland en de gemeente Rotterdam. In het rapport Koplopers: Lessons Learned beschrijft Judith van Vliet (lectoraat Dynamiek van de Stad, Hogeschool Inholland) de gevolgde strategie: jongeren zoveel mogelijk zelf 'in the lead'. Daaruit kunnen vijf lessen worden getrokken. Die lessen geven we graag mee aan ieder die zelf gelijkwaardig wil samenwerken met (psychisch kwetsbare) jongeren of die daarin interesse heeft.
DOCUMENT
In de ‘Barometer Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed’ wordt aan alle gemeenten gevraagd welke gemeente voor hen een goed voorbeeld is en om welke reden ze die gemeente zien als koploper. Hieruit komt naar voren dat zij de koplopers vooral inspirerend vinden om hun wijze van organiseren. Daarom zijn deze gemeenten gevraagd om aan de hand van de drie hoofdelementen van corporate real estate management1 (CREM) inzicht te geven in hun vastgoedmanagement: richting (strategie, plannen), verrichtingen (uitvoering en resultaten) en inrichting (organisatorische vormgeving). In aanvulling hierop is gevraagd wat voor hen nog uitdagingen zijn in de komende vijf jaar. In dit artikel geven we een overzicht van wat deze voorbeeldgemeenten hebben geschreven over hoe zij met hun vastgoed om gaan.
DOCUMENT
Op welke manier wordt CREM door een aantal koplopers in dit vakgebied inhoudelijk en organisatorisch ingevuld en welke factoren, gerelateerd aan kenmerken van de organisatie en de vastgoedportefeuille, kunnen helpen de onderlinge verschillen te verklaren?Studentonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
DOCUMENT
Inmiddels zijn vele koplopers in Drenthe initiatieven gestart om de energietransitie een stapje verder te helpen. Maar hoe krijgen we de rest van de inwoners van Drenthe ook mee? Met behulp van de Provincie Drenthe en Buurkracht voeren onderzoekers van het Kenniscentrum Energie van de Hanzehogeschool Groningen een experiment uit waarin mensen die nu nog niet actief meedoen, gevraagd worden hun bijdrage aan de transitie te leveren.
MULTIFILE
Circularity and recycling are gaining increased attention, yet the amount of recycled plastic applied in new products remains low. To accelerate its uptake by businesses, it will be useful to empirically investigate the barriers, enablers, needs and, ultimately, requirements to increase uptake of recycled plastic feedstock for the production of new plastic products. During the six focus group sessions we conducted, a value chain approach was used to map the factors that actors face regarding the implementation of recycled materials. The identified factors were structured based on three levels: determining whether a certain factor acted as a barrier or enabler, identifying the steps in the value chain that the factor directly affected and the category it could be subdivided into. The results were then further processed by translating the (rather abstract) needs of businesses into (specific) requirements from industry. This study presented eight business requirements that require actions from other actors in the value chain: design for recycling, optimised waste processing, standardisation, material knowledge, showing possibilities, information and education, cooperation, and regulation and government intervention. The main scientific contributions were the value chain perspective and the applied relevance of the findings. Future studies may delve deeper into the individual factors identified.
MULTIFILE
Na de diverse thematieken van de afgelopen jaren Trends en ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed (2011), Onderzoeken en visie (2012), Onderzoeken en perspectieven op maatschappelijk en financieel rendement (2013) en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (2014) kunnen we de scope van de 8e Barometer Maatschappelijk vastgoed verbreden. Dit hebben we gedaan door (inter)nationaal te kijken naar onderzoek over en ontwikkelingen van maatschappelijk vastgoed en in het bijzonder gemeentelijk vastgoed en zorgvastgoed. Deze internationale ontwikkeling van de Barometer Maatschappelijk Vastgoed wordt door actoren in en rondom maatschappelijk vastgoed gezien als interessant, actueel en belangrijk. Met deze stap van de Barometer beoog ik om vanuit andere contexten en culturen - door bijdragen over andere landen en met buitenlandse auteurs - te kijken naar ons eigen maatschappelijk vastgoed in Nederland en inzicht te geven in de problematiek en oplossingsrichtingen van gemeentelijk vastgoed en zorgvastgoed. Daarbij is een herverkaveling van vastgoedbelangen een gedachtegang voor de toekomst. De internationalisering wordt ook onderschreven door de RICS die wereldwijd actief is vanuit New York, Sao Paulo, London, Brussel, Dubai, New Delhi, Singapore, Hong Kong, Tokyo, Beijing en Sydney. Afgelopen jaar zijn er nog een aantal andere (internationale) ontwikkelingen geweest. Zo verscheen eind 2014 mijn proefschrift Materieel Immaterieel: besturing van woningcorporaties in samenhang met maatschappelijk vastgoed vanuit de RSM Erasmus Universiteit Rotterdam (RSM/EUR), één van Europa’s top business scholen voor het onderwijs en in de top 3 voor toponderzoek. Vanuit het lectoraat zijn we ook een structurele samenwerking met Odisee Hogeschool en Universiteit Brussel aangegaan. Het internationale karakter van het lectoraat in 2015 wordt naast het verschijnen van dit boek ook onderstreept door een drietal presentaties, twee abstracts en een geaccepteerde paper over maatschappelijk vastgoed voor het internationale congres van de European Real Estate Society (ERES) 2015 in Istanbul. De Barometer Maatschappelijk Vastgoed bestaat dit jaar uit vijf delen (I) gemeentelijk maatschappelijk vastgoed, (II) koplopers gemeentelijke vastgoedbedrijven, (III) het Rijksvastgoedbedrijf als referentiekader, (IV) ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed en (V) internationaal onderzoek maatschappelijk vastgoed.
DOCUMENT
In het rapport dat voor u ligt zullen de resultaten te vinden zijn van het onderzoek naar de invulling van Corporate Real Estate Management van verschillende bedrijven. De aanleiding van dit onderzoek is, het verkrijgen van meer kennis op het gebied van CREM zodat een verdere professionaliseringmogelijk is. Om de juiste informatie te krijgen is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd:‘Op welke manier wordt CREM door een aantal koplopers in dit vakgebied inhoudelijk en organisatorisch ingevuld en welke factoren, gerelateerd aan kenmerken van de organisatie en de vastgoedportefeuille, kunnen helpen de onderlinge verschillen te verklaren?’Deze onderzoeksvraag is te veel omvattend en daarom is hij onderverdeelt in drie deelvragen:1. Wat is de aard en de omvang van de betreffende organisatie? (organisatieprofiel?)2. Wat is de aard en de omvang van de vastgoedportefeuille van het betreffende bedrijf? (portefeuilleprofiel?)3. Wat is de wijze waarop CREM inhoudelijk en organisatorisch is ingevuld bij het betreffende bedrijf? (CREM-profiel)In het rapport zullen verschillende aspecten aanbod komen. In hoofdstuk twee wordt achtergrondinformatie gegeven over het onderwerp. Vervolgens wordt in hoofdstuk drie het probleem geformuleerd. Daarna zal in hoofdstuk vier onderzoeksmethode worden toegelicht. Vervolgens staan de resultaten van het onderzoek in hoofdstuk vijf. In hoofdstuk zes wordt vervolgens een interpretatie gegeven van de onderzoeksresultaten. In hoofdstuk zeven wordt er eenconclusie gevormd. Tot slot zal in hoofdstuk acht aanbevelingen worden gedaan voor eventueel vervolgonderzoek. Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
DOCUMENT
Een gezond en duurzaam dieet begint bij een gezonde voedingsbodem. Tijd voor een beter begrip van microscopisch leven, de stille regisseurs van de duurzame transitie. Wat is het effect van een plantaardig dieet op ons eigen darmmicrobioom en het bodemleven? En is microscopisch leven de ideale alternatieve bron van eiwitten? Micro-organismen zijn niet alleen belangrijk voor gezond voedsel uit een gezonde bodem, maar zijn zelf ook een belangrijke bron van eiwitten. Hoe kunnen microben de transitie naar een duurzaam dieet versnellen? Hoe zorgen we dat de transitie niet alleen bijdraagt aan een beter milieu, maar ook aan een gezonder dieet.De Koplopers over de eiwittransitieIn een tweeluik van De Koplopers onderzoeken we de eiwittransitie grondig. Deze eerste aflevering richt zich op de psychologische en politieke hindernissen die we tegenkomen op de weg naar een dieet rijk aan plantaardige eiwitten.Vergroenen, verduurzamen, innoveren. De ambities voor Nederland zijn groot, maar de realiteit is weerbarstig. In de serie De Koplopers ontmoet Teun van de Keuken mensen die oplossingen van de toekomst nu al in de praktijk brengen. Wat kunnen we van de koplopers leren?
LINK
In het Zuid-Hollandse Voedselfamilies-netwerk, gestimuleerd door de Innovatieagenda Duurzame Landbouw van de provincie ZuidHolland, werken koplopende ondernemers, beleidsmakers en kennisinstellingen samen om deze en meer vragen te beantwoorden. We werken stippen op de horizon uit tot concrete toekomstbeelden. We kijken naar de stappen die we vandaag kunnen zetten met onze proeftuinen: innovatie-experimenten waarbij nieuwe manieren van produceren, consumeren, organiseren, verdienen en samenwerken door koplopers worden uitgetest. We helpen elkaar om nieuwe perspectieven en initiatieven te ontwikkelen die bijdragen aan de voedseltransitie. En terwijl we hieraan werken leren we. De wereld staat immers niet stil tijdens onze experimenten, onze kennissessies en de plannen van de Provincie. Ondernemers komen allerlei onverwachte kansen en obstakels tegen. De overheid blijkt op onvermoede manieren een helpende hand te kunnen bieden, maar staat soms ook in de weg. De ontwikkelingen en nieuwe inzichten volgen elkaar p en worden door ons met onze experimenten, sessies en plannen beïnvloed. Zo ontstaan er werkendeweg allerlei nieuwe leervragen -en antwoorden!- over de voedseltransitie. Daarom het document dat nu voor je ligt - de leeragenda: om de leervragen die we hebben ontdekt met je te delen, en de antwoorden die we op die vragen hebben gevonden. In deze leeragenda hebben we vragen en antwoorden verzameld vanuit de Voedselfamilies - de proeftuinen, ondernemers, de provincie, en onze partners. Ook bouwen we voort op eerdere publicaties en verslagen van bijeenkomsten, vol waardevolle ervaringen, ideeën en lessen. Als een transitieproces doorgaat, dan staat het leren natuurlijk ook niet stil. De leeragenda verandert steeds. We vullen antwoorden aan vanuit de proeftuinen en kennissessies en voegen nieuwe vragen toe. Zo bouwen we een naslagwerk van al onze lessen en blijven we samen leren voor transitie. Wat je hier leest is dus een “momentopname”, maar de Voedselfamilies leren door. Leer je mee?
DOCUMENT