Artrose is in Nederland de snelst groeiende chronische aandoening, waarbij de knie het meest vaak is aangedaan. Mensen met knieartrose ervaren forse beperkingen in het dagelijks functioneren. Mensen met knieartrose ervaren soms pijn en stijfheid in het kniegewricht als gevolg van herhaalde lokale overbelasting van de aangedane regio in de knie. De geadviseerde fysiotherapeutische behandeling voor knieartrose bestaat uit informeren, leefstijladviezen en oefentherapie, waarin het aanleren van een minder belastend looppatroon een rol speelt. Binnen de behandeling zijn therapietrouw en zelfmanagement, zoals bij elke chronische aandoening, zeer belangrijk en wordt veelal gevraagd dat men in de thuisomgeving oefentherapie uitvoert. Uit diverse studies blijkt dat therapietrouw veelal laag is bij deze groep. Dat beïnvloedt de behandeluitkomsten negatief, gezien de effectiviteit van fysiotherapeutische zorg is voor een groot deel afhankelijk van de mate van therapietrouw. Om de behandeluitkomsten te verbeteren is het belangrijk om therapietrouw en zelfmanagement te vergroten en patiënten thuis aan de slag gaan met beweegadviezen. Daarbij kan real-time feedback op het looppatroon, in de relevante context, in het dagelijks leven, patiënten helpen om hun looppatroon aan te passen. Daarmee zou behandeling van artrose-gerelateerde klachten in potentie effectiever en efficiënter ingericht kunnen worden. Binnen dit KIEM voorstel verkennen we als eerste welke gebruikerseisen en -wensen er bestaan ten aanzien van real-time feedback op het looppatroon, en onderzoeken we of het haalbaar is om met behulp van het dragen van een sensor om gunstige, en ongunstige looppatronen van elkaar te onderscheiden.
Het RAAK MKB project waarvoor wij deze subsidie aanvragen heeft de titel Beschermingsbewind bij LVB; van financiële veiligheid naar financiële zelfredzaamheid. Het project heeft als doelstelling bewindvoerders ondersteuning te bieden bij het vroegtijdig herkennen en effectief begeleiden van mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) in hun cliëntenbestand. Mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën kunnen onder bewind geplaatst worden. De hoofdtaak van een bewindvoerder is het beschermen van de financiële belangen van de client. Een bewindvoerder draagt onder andere zorg voor het betalen van de vaste lasten, inkomensreparatie, het in kaart brengen van de schulden en zorgt dat er een restant budget is waarvan de client kan leven en idealiter zelfs kan sparen. Daarnaast heeft de bewindvoerder als taak om de financiële zelfredzaamheid van cliënten te bevorderen met indien mogelijk als resultaat opschorting van de onderbewindstelling. Bewindvoerders zien de laatste jaren dat hun cliëntenbestand aan het veranderen is. Het aantal cliënten met een licht verstandelijke beperking dat zich voor bewindvoering aanmeldt of wordt aangemeld, groeit aanzienlijk. Oorzaken hiervan zijn onder andere een zich terugtrekkende overheid en een grote nadruk op zelfredzaamheid in beleid. Mensen met een LVB beschikken niet altijd over de vaardigheden die nodig zijn om te kunnen navigeren in deze steeds complexer wordende samenleving. Bewindvoerders lopen in hun dagelijkse praktijk tegen een aantal vraagstukken aan bij de begeleiding van deze doelgroep: Hoe herken je een licht verstandelijke beperking? Hoe kan deze doelgroep het meest effectief worden ondersteund? Hoe coach je mensen met een LVB - waar mogelijk - richting financiële zelfredzaamheid? In dit project beantwoorden we deze vragen en ontwikkelen we in nauwe samenwerking met bewindvoeringsorganisaties concrete producten die ertoe bijdragen dat bewindvoerders mensen met een LVB in een vroeg stadium kunnen herkennen en effectief kunnen begeleiden.
Ondervoeding rond ziekenhuisopname is een groot gezondheidsprobleem bij ouderen. In dit onderzoek brengen we dit probleem in kaart vanuit het perspectief van verpleegkundigen. Ook ontwikkelen we een interventie voor verpleegkundigen zodat zij goede voedingszorg kunnen geven.Doel In dit promotieonderzoek ontwikkelen we een wetenschappelijk onderbouwde interventie voor verpleegkundigen om goede voedingszorg te geven aan ouderen. Dit heeft als doel om bij te dragen aan het voorkomen of behandelen van ondervoeding bij ouderen rond de ziekenhuisopname. Resultaten In de literatuur staan meerdere interventies beschreven die verpleegkundigen kunnen gebruiken in hun dagelijkse voedingszorg aan ouderen, zoals voedingssupplementen of educatie aan ouderen en hun mantelzorgers. Uit afgeronde deelstudies kan onder andere worden geconcludeerd dat verpleegkundigen onvoldoende kennis over voeding hebben. Ook hebben zij vaak een neutrale houding tegenover voedingszorg aan ouderen in de periode voor, tijdens en na ziekenhuisopname. Daarnaast voelen verpleegkundigen niet voldoende noodzaak om voeding in de dagelijkse zorg een belangrijke plaats te geven. Looptijd 01 november 2014 - 01 juni 2022 Aanpak De volgende onderdelen van dit promotieonderzoek zijn afgerond: Een systematische review: welke interventies voor preventie en behandeling van ondervoeding bij ouderen kunnen verpleegkundigen gebruiken in hun werkzaamheden, welke werken Kwalitatief onderzoek onder ouderen en mantelzorgers naar voedingszorg: wat zijn hun ervaringen en waar hebben zij behoefte aan? Kwalitatief en kwantitatief onderzoek onder wijk- en ziekenhuisverpleegkundigen en andere professionals: wat is hun perspectief en visie op voedingszorg aan ouderen? Nu wordt gewerkt aan het verbeteren van kennis van verpleegkundigen over voeding zodat zij goede voedingszorg kunnen geven. Een eerste stap is het ontwikkelen van een instrument dat de kennis van verpleegkundigen over voeding bij ouderen meet en vergroot. Vervolgens gaan we kijken hoe we kunnen zorgen dat dit instrument onderdeel wordt van de dagelijkse verpleegkundige zorgverlening. Dit betekent dat verpleegkundigen via een online platform door middel van een dagelijkse vraag leren over voeding bij ouderen. De kennis die ze zo opdoen, nemen ze direct mee in hun zorg aan ouderen. Deze vorm van leren is weinig belastend en daardoor goed te combineren met de dagelijkse zorgverlening. Het verbeteren van kennis over voeding kan leiden tot betere voedingszorg gegeven door verpleegkundigen aan ouderen in de periode voor, tijdens en na ziekenhuisopname.