De VVT staat onder druk. Dit komt onder andere door tekorten aan verpleegkundigen als gevolg van een grote uitstroom en een te beperkte instroom. Zorgvisie (2020) geeft aan dat het leerklimaat binnen een instelling van invloed is op instroom en personeelsbehoud, maar in de sector is veel onduidelijkheid over hoe je een goed leerklimaat kunt realiseren. Om de problematiek rondom uit en instroom aan te gaan, is enkele jaren geleden in de regio Haaglanden de brancheorganisatie Zorgscala, bestaande uit dertien VVT-organisaties, opgericht. In opdracht van Zorgscala hebben tien studenten van de opleiding Verpleegkunde aan De Haagse Hogeschool onderzocht hoe het gesteld is met het huidige leerklimaat in de VVT.
MULTIFILE
Aan integratie van taal- en zaakvakonderwijs wordt in opleidingen en op basisscholen gewerkt. We zien dan de meerwaarde die deze didactiek kan hebben. Maar wat is er nu nodig om leerkrachten te helpen ontdekken hoe die samenhang van taal en leren ligt en welke rol zij daarin kunnen nemen? Gerda Swank beschrijft in dit onderzoeksverslag hoe zij met twee leerkrachten de stap naar taalgericht vakonderwijs zette. Duidelijk komt hierin naar voren welke kracht het bekijken van videobeelden van samenwerkende kinderen heeft en hoe leerzaam het is om zelf al pratend na te denken over je eigen onderwijs.
DOCUMENT
Het creëren van een veilig leerklimaat op schoolvraagt om een gerichte organisatiebrede aanpakvan alle professionals die daar werkzaam zijn.Ook binnen een sportvereniging moet er sprakezijn van een organisatiebrede aanpak om tot eenverenigingsbreed gedragen veilig sportklimaatte komen. Kan de uit het onderwijs afkomstigemethodiek van Positive Behaviour Support (PBS)een helpende hand bieden bij de sportvereniging?
DOCUMENT
Het AMUSE project streeft naar actieve samenwerking tussen Oekraïense en Europese instellingen voor hoger onderwijs (HEI) op het gebied van inclusief en speciaal onderwijs. Het voorziet leraren van augmentatieve en alternatieve communicatiemethoden (AAC) om kinderen met spraakproblemen te ondersteunen. Dit zal resulteren in een op AAC gebaseerd kleuterboek, een enorm open online course (MOOC) voor werkende leraren, en verbeterde curricula die inclusiviteit en toegankelijkheid in het Oekraïense onderwijssysteem bevorderen.
Vanuit het werkveld bereiken Fontys Sporthogeschool (FSH) regelmatig vragen voor effectievere ondersteuning bij docentprofessionalisering van docenten Lichamelijke Opvoeding (LO). Deze zijn geconcretiseerd naar enkele breed gedeelde praktijk-vraagstellingen. Een innovatieve en veelbelovende methode voor docentprofessionalisering is Lesson Study (LS). Bij LS werken docenten samen aan het ontwerpen, uitvoeren en onderzoeken van een les. Deze aanpak voldoet aan kenmerken voor effectieve docentprofessionalisering zoals omschreven in de wetenschappelijke literatuur. Het is echter nog niet bekend of LS daadwerkelijk effectief is. Het consortium bestaande uit FSH, Universiteit Gent, Universiteit Utrecht, en de Academische Opleidingsscholen West-Brabant, Brabant Noord-Oost, Tilburg en Den Bosch, is daarom gekomen tot de volgende onderzoeksvragen: 1) Wat zijn de effecten van een workshop ‘motivationeel klimaat’ gevolgd door een begeleide lesson study op de vijf niveaus van doorwerking van Guskey (2000), in vergelijking met alleen een workshop? 2) Welke belemmeringen en succesfactoren kunnen er geïdentificeerd worden met betrekking tot het zelfstandig toepassen van de methode lesson study door docenten LO? 3) Hoe waarderen docenten LO en hun leidinggevenden de opbrengsten van de methode lesson study ten opzichte van de tijdsinvestering die deze vergt? In het onderzoek is sprake van een mixed-methods aanpak. De effecten (vraag 1) worden kwantitatief gemeten aan de hand van de niveaus van Guskey (2000) en vergeleken met een controlegroep van scholen die alleen een workshop krijgen. Vraag 2 en 3 worden kwalitatief onderzocht via focusgroepgesprekken (docenten) en semi-gestructureerde interviews (leidinggevenden). De opbrengsten van dit project zijn kennis met betrekking tot de effectiviteit en bruikbaarheid van LS voor docentprofessionalisering bij LO. Deze kennis wordt verspreid met nationale en internationale publicaties en presentaties. Voor het werkveld wordt tevens een symposium georganiseerd. De kennis zal niet alleen indalen in de lerarenopleiding LO van Fontys Sporthogeschool, maar LS zal bij gebleken effectiviteit ook in worden gezet als werkvorm voor LO-studenten die stagelopen.
Zorgtechnologie heeft grote potentie voor herinrichting van revalidatiezorg in het streven naar duurzame toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid. Helaas kent de realisatie van toepassing van zorgtechnologie in de praktijk meerdere obstakels en blijft digitaal ondersteunde (her)inrichting van revalidatiezorg achter bij de ambities. Revalidatiecentra erkennen dat zij meer werk moeten maken van professioneel innoveren met technologie; HBO-professionals van drie betrokken revalidatiecentra, werkzaam als paramedicus of verpleegkundige, manager of innovatiemedewerker benoemen drie factoren die professioneel innoveren met technologie belemmeren. Ten eerste zijn revalidatiecentra productiegericht en zetten onvoldoende in op reflecteren op en verbeteren van innovation readiness. Zorgorganisaties die niet investeren in strategie, leiderschap, organisatie en leerklimaat rond innoveren lopen bij elke innovatie tegen dezelfde knelpunten aan. Ten tweede ontbreekt het revalidatiecentra aan zicht op de businesscases (waardebepaling) bij inzet van technologie wat een struikelblok is voor keuzes voor aankoop en opschaling. Tenslotte is er onvoldoende betrokkenheid van zorgprofessionals zoals paramedici en verpleegkundigen bij innoveren met technologie, waardoor onvoldoende adoptie tot stand komt en relevante expertise niet gebruikt wordt in innovatieprocessen met zorgtechnologie. Dit project beoogt professioneel ontwikkelen en innoveren met zorgtechnologie van revalidatiecentra te optimaliseren vanuit vier vraagstukken 1) Hoe kunnen revalidatiecentra meer ‘innovation-ready’ worden? 2) Hoe kunnen revalidatiecentra worden ondersteund in waardebepaling en besluitvorming over aankoop en opschaling van zorgtechnologie? 3) Hoe realiseren we dat revalidatieprofessionals open staan voor zorgtechnologie en in staat zijn bij te dragen aan innoveren met zorgtechnologie? 4) Hoe kunnen revalidatiecentra samen blijven investeren in professioneel innoveren met zorgtechnologie? Met actieonderzoek worden bestaande kennis en tools door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Zuyd Hogeschool en Universiteit Maastricht doorontwikkeld voor de revalidatie, waaronder de recent ontwikkelde Maastricht Innovation Readiness Aanpak (MIRA) als framework voor innovation readiness, Health Technology Assessment (HTA) als fundament voor waardebepaling, en learning communities als motor voor het verwerven van competenties voor innoveren met zorgtechnologie.