Het advies Ruim baan voor leraren van de Onderwijsraad heeft afgelopen weken veel aandacht gekregen. De reacties op dit advies ten aanzien van een verruiming van het loopbaan- en ontwikkelperspectief van leraren variëren van ‘ha, eindelijk een ander en verfrissend geluid’, tot ‘dit is een aanslag op mijn professie als docent’.Zelf vind ik het advies een verfrissende kijk op bevoegdheden geven die laat zien hoe een verandering van het stelsel en systeem van opleidingen en bevoegdheden een aantal knelpunten kan oplossen. Maar tegelijk is het een vrij smal advies met een beperkte invulling van het begrip ‘loopbaan’.
LINK
U bent een van die 45-plussers die hard nodig is op de arbeidsmarkt: uw inzet is meer dan noodzakelijk in deze ontgroenende en vergrijzende arbeidsmarkt, uw kennis is van een dermate niveau dat u optimaal functioneert en uw ervaring is onmisbaar voor het bedrijf en uw jongere collega's. Toch voelt u zich in de tweede helft van uw loopbaan lang niet altijd die gewaardeerde, onmisbare werknemer. Men denkt vaak dat u te duur bent, dat u vaker en langer ziek bent, en dat u te oud bent om nog een training of opleiding te volgen. Kortom, u loopt bij uw carrihreplanning tegen heel wat hardnekkige vooroordelen op. De auteurs van De seniorcode inspireren u om met een positieve blik naar uw toekomst te kijken. Hoe ontkracht u die vooroordelen? Hoe zorgt u ervoor dat uw competenties aantrekkelijk blijven voor uzelf en uw werkgever? Wat hebt u geleerd van het leven en van de klappen die u ongetwijfeld ook hebt gehad? Wat wilt u bereiken in de tweede helft van uw werk en leven, en hoe pakt u dat aan? Durft u nog te dromen van grote veranderingen? Is met pensioen gaan het mooiste dat een mens kan overkomen of zijn ook daar haken en ogen aan te ontdekken? De seniorcode bevat inspirerende gedachten en praktische handvatten voor een goed toekomstperspectief. De vier interviews met 45-plussers die in het boek zijn opgenomen, maken zonder enige twijfel duidelijk hoe bruikbaar die inzichten en adviezen zijn.
DOCUMENT
Dit eindrapport bevat verschillende hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk beslaat een beleidssamenvatting waarin de belangrijkste resultaten uit het onderzoek worden uiteengezet. In de volgende drie hoofdstukken wordt de relevante literatuur rond de loopbanen van onderwijsprofessionals beschreven. Het vijfde hoofdstuk vat deze literatuur samen in een theoretisch kader. Hoofdstuk zes houdt een beschrijving in van de gehanteerde onderzoeksmethoden. In hoofdstuk zeven wordt gerapporteerd over de resultaten van de vier onderzoeksvragen volgens de data verzameld in de interviews. Deze gegevens worden in hetzelfde hoofdstuk telkens per onderzoeksvraag vergeleken met de bevindingen uit de focusgroepgesprekken. De conclusies van dit onderzoek naar de loopbanen van onderwijsprofessionals worden weergegeven in hoofdstuk acht. Tot slot worden er beleidsaanbevelingen geformuleerd op basis van de conclusies van het onderzoek in hoofdstuk 9.
DOCUMENT
3. Innovatiewerkplaats ‘APK Werkscan’Arbeid is de laatste decennia sterk veranderd. Elk jaar ontstaan en verdwijnen beroepen. Bedrijven zien zich regelmatig genoodzaakt om de oriëntatie op de corebusiness te herzien (Kelly, 2016). Veel sterker dan vroeger is hierdoor een oriëntatie op competenties en rollen bepalend geworden in plaats van op de vaste functierollen en -inhoud. Daarnaast is ook de inrichting van de arbeid individueler geworden, denk aan het veel mobieler zijn ten aanzien van de werkplek en het tijdstip van werken. Hierdoor ligt meer nadruk op de eigen kracht van de werknemer. Het klassieke functioneringsgesprek doet geen recht meer aan de hedendaagse werknemer, die autonomie en competentie nodig heeft om de aansluiting met de snel veranderende omstandigheden te behouden. Tegelijk wordt hij meer dan vroeger met verantwoordingseisen (protocollen en keurmerken) geconfronteerd. De innovatiewerkplaats ‘APK Werkscan’ richt zich op de vragen: “Hoe kan ICT bijdragen aan duurzame inzetbaarhid van werknemers in alle fasen van de loopbaan?” en “Welke bijdrage kunnen de gegenereerde onderzoeksdata leveren aan de algemene Human Capital Agenda van een bedrijf?”
Vergrijzing en ontgroening is - in Noord-Nederland sterker dan in de rest van Nederland - een urgent probleem dat werkgevers, zowel het MKB als grote organisaties, steeds meer voelen. Ten behoeve van de bemensing van de regionale klimaattransitie en om te voorzien in personeelstekorten is het noodzakelijk dat oudere werknemers (55plus) vitaal, gezond en langer blijven werken. Omdat de huidige interventies en arrangementen voor het oudere deel van de beroepsbevolking veelal gericht zijn op afvloeiing en minder werken, is juist aandacht nodig voor de ontwikkeling, duurzame inzetbaarheid en arbeidsmobiliteit van oudere werknemers. Met het ambitieuze project BAANBREKEND PERSPECTIEF VOOR EEN DUURZAME REGIO beogen we door uitvoering en ontwikkeling van een integraal aanbod van gevalideerde HR- en loopbaaninterventies en -voorzieningen de duurzameinzetbaarheid en de verdere ontwikkeling van oudere werknemers te bevorderen. Daarmee wordt het menselijk kapitaal versterkt dat nodig is voor de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie én dragen we bij aan de brede welvaart in Noord-Nederland
Big data spelen een steeds grotere rol in de (semi)professionele sport. De hoeveelheid gegevens die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Sportbegeleiders (coaches, inspanningsfysiologen, sportfysiotherapeuten en sportartsen) maken steeds vaker gebruik van sensoren om sporters te monitoren. Tijdens trainingen en wedstrijden worden de hartslagen, afgelegde afstanden, snelheden en versnellingen van sporters gemeten. Het analyseren van deze data vormt een grote uitdaging voor het begeleidingsteam van de sporters. Sportbegeleiders willen big data graag inzetten om meer grip te krijgen op sportblessures. Blessures kunnen namelijk desastreuze gevolgen hebben voor teamprestaties en de carrière van (semi)professionele sporters. In totaal stopt maar liefst 33% van de topsporters door blessures met hun sportloopbaan. Daarnaast is uitval door blessures een belangrijke oorzaak van stagnatie van talentontwikkeling. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van blessurepreventie in de sport. Sportbegeleiders hebben het lectoraat Sportzorg benaderd om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Wat zijn op data gebaseerde indicatoren om sportblessures te voorspellen? Deze onderzoeksvraagstelling is opgesplitst in de volgende deelvragen: 1. Hoe kan met sensoren relevante data van sporters verzameld worden om de sportbelasting in kaart te brengen? 2. Welke parameters kunnen blessures voorspellen? 3. Hoe kunnen deze parameters op betekenisvolle en eenvoudige wijze naar sportbegeleiders en sporters teruggekoppeld worden? Het project resulteert in de volgende projectresultaten: - Een overzicht van nauwkeurige en gebruiksvriendelijke sensoren om sportbelasting in kaart te brengen - Een overzicht van relevante parameters die blessures kunnen voorspellen - Een online tool dat per sporter aangeeft of de sporter wel of niet training- of wedstrijdfit is Bij dit project zijn de volgende organisaties betrokken: Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, VUmc, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), Johan Sports, Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport (NVFS), VV Noordwijk (voetbalclub) en Black Eagles (basketbalclub).