Deze publicatie beschrijft ervaringen met innnovatie in trajecten in de zorg en de bouw. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de theorie van Peter Senge die complexe veranderingen in systeemdenken beschrijft. Deze Duurzame SysteemInnovatie/aanpak (DSI-aanpak) wordt beschreven met theoretische aanknopingspunten: Transitiemanagement, Sustainability by Design en Eco-acupunctuur. het project is mogelijk gemaakt door subsidieregeling duurzaamheid van de Provincie Utrecht.
In het klimaatakkoord is vastgelegd dat de uitstoot van CO2 in 2050 gereduceerd moet worden tot 95% ten opzichte van 1990. Het gebruik van fossiele brandstoffen heeft een significante impact op de uitstoot van schadelijke gassen. In het huidige tempo worden, ondanks de verkoop van elektrische voertuigen, de doelen niet gehaald. Het realiseren van de targets gedurende de transitieperiode is sterk afhankelijk van het succesvol toepassen van alternatieve brandstoffen in (reeds bestaande) verbrandingsmotoren. Bijvoorbeeld systemen die als “retro fit” op het bestaande voertuigenbestand toegepast kunnen worden en daarmee direct bijdragen aan de reductie van schadelijke emissies zonder de huidige fleet te vervangen. Een kansrijke alternatieve brandstof is Dimethyl Ether (DME) welke via diverse processen groen te produceren is. Deze brandstof kenmerkt zich door de circulaire productie en de verbranding zonder roet. Dat DME als alternatieve brandstof potentie heeft, is breed gedragen. Echter bestaat er nog onduidelijkheid welke verbrandingsmethode en injectiesysteem het meest geschikt zijn voor toepassing met DME. In dit KIEM-project wordt onderzocht welk brandstofsysteem en verbrandingsprincipe het meest geschikt is voor het toepassen van DME. Dit onderzoek levert het volgende op: -Inzicht in de voor- en nadelen van de verschillende concepten om een motor naar DME om te bouwen. -Inzicht in de juiste combinatie tussen concept en specifieke markt-toepassing. -Inzicht in het verbrandingsverloop en emissies van DME -Een Proof of Concept -Netwerkvorming en disseminatie Bij positieve resultaten van dit KIEM-project wordt het onderzoek voortgezet in een omvangrijker onderzoek, met als doelstelling de implementatie van DME-brandstofsystemen in de praktijk uit te voeren.
In het project ’Duurzaam vlees, natuurlijk!’ werken veehouders, keurmerken, regionale en landelijke branche- en ketenorganisaties, consumentenorganisaties en WUR samen met de vier Groene Hogescholen (Aeres, HAS, Inholland, VHL) aan een roadmap voor het meten en communiceren van duurzaamheid in de veehouderij vanuit een integrale benadering. In de verduurzaming van de veehouderij nemen klimaateffecten een belangrijke plaats in met de Carbon Footprint als leidend criterium. Het vastleggen en toerekenen van emissies is lastig en een lage Carbon Footprint staat vaak op spanning met andere duurzaamheidscriteria zoals biodiversiteit en extensief weiden. Er zijn ook andere thema’s van maatschappelijk belang, zoals de relatie burger-boer, dierenwelzijn, landschap, natuur, biodiversiteit en cultuurhistorie. De diverse aspecten van duurzaamheid zijn terug te vinden in de verschillende afzonderlijke keurmerken die ontwikkeld zijn. Dit project heeft tot doel een integraal overzicht te vormen van keurmerken, meetmethoden en duurzaamheidscriteria voor de veehouderij, percepties van consumenten en het inzichtelijk maken van de spanningsvelden daartussen. Vanuit het overzicht wordt een roadmap ontworpen voor doorontwikkeling van bestaande keurmerken t.a.v. criteria, methodologie, allocatie, om aansluiting te vinden bij de behoeften van verschillende doelgroepen, waaronder consumenten en zakelijk afnemers. Daarbij worden alle sectoren binnen de vlees-producerende veehouderij in ogenschouw genomen, waarbij er in het bijzonder aandacht is voor duurzame productie van vlees van rundvee.
Doel van dit project is het vergaren van kennis over de eigenschappen en kenmerken van de ‘afvalstroom’ van materiaal die ontstaat tijdens de verwerking van Nylon 12 met de 3D-printtechnologie Selective Laser Sintering (SLS) en de mogelijkheden om dit materiaal voor andere toepassingen te gebruiken. Onder ‘afval’ verstaan we het restmateriaal dat niet meer ingezet kan worden in het proces. SLS is de meest volwassen 3D-printtechnologie die een hoge nauwkeurigheid biedt en geschikt is voor kleinserie producties. De producten hebben goede mechanische en thermische eigenschappen. Een SLS machine print met high performance thermoplastics, hoofdzakelijk Nylon 12 (PA12), een veelgebruikte kunststof binnen de high-tech maakindustrie. Het Nylon 12 materiaal wordt in poedervorm gebruikt, zowel als basismateriaal voor de print als voor ondersteunings- of supportmateriaal. De afvalstroom ontstaat uit poeder dat is gebruikt als support materiaal, maar waarvan de eigenschappen door blootstelling aan warmte dusdanig veranderd zijn dat het niet langer geschikt is voor vervaardiging via SLS. Door vermenging van nieuw en gebruikt poeder is het mogelijk een gedeelte van het materiaal opnieuw in te zetten. Desondanks ontstaat er per printjob meer gebruikt poeder dan er vermengd kan worden. Tot op heden zijn er geen toepassingen bekend waarin dit afvalpoeder hoogwaardig ingezet kan worden, en het materiaal belandt bij een afvalverwerking. Aanleiding voor dit onderzoeksproject is de kennisvraag van zowel kennisinstellingen als bedrijven naar toepassingen voor deze afvalstroom Nylon 12. In dit project zal het consortium zich onder leiding van het lectoraat Kunststoftechnologie van Windesheim richten op de volgende praktijkvraag: ‘In welke verwerkingsprocessen en/of producten kan het Nylon 12 poeder hoogwaardig worden ingezet’. Het consortium bestaat uit deskundigen in het vakgebied, die kennis en ervaring hebben met SLS printen, het materiaal en kunststofontwerp- en verwerkingstechnieken. Er zijn een tweetal MKB-bedrijven bij het project betrokken. De beoogde projectresultaten zijn: - Nieuwe kennis over de eigenschappen van de afvalstroom ‘Nylon 12’ die ontstaat als resultaat van verwerking met Selective Laser Sintering. - Nieuwe kennis over de toepassingsmogelijkheden van deze afvalstroom en de grondstofbesparingen die mogelijk gerealiseerd kunnen worden. - Onderzoeksrapport.