Biodiversiteitsverlies is een urgent probleem. Daarom startte Inga Wolframm, lector Duurzame Paardenhouderij aan Hogeschool Hall van Larenstein, het project: biodiverse paardenhouderijen. Daar hebben velen zich bij aangesloten, waaronder Yteke Elte, dierenarts aan de faculteit Diergeneeskunde en Annet van den Hoeven, manege- en pensionstaleigenaresse. Hun doel? Paardenhouderijen transformeren tot groene verbinders die bijdragen aan natuurherstel én paardenwelzijn.
LINK
Tuinvergroening is een belangrijk onderdeel van de aanpak van (stedelijke) maatregelen tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De achtertuin kan als het ware fungeren als een plek waar klimaatadaptie en natuurherstel op microniveau kan plaatsvinden. Ook al bestaan er veel interventiemethodes zoals groene tuintips en adviezen, is het belangrijk om deze te specificeren en tekoppelen aan de belevingswereld van verschillende tuinbezitters. Binnen het projectburgerwetenschappelijke participatieproject Pientere Tuinen rondom tuinvergroening is er de wens om een beter beeld te krijgen van de motivaties en belemmeringen. In opvolging van een kwantitatief onderzoek onder projectdeelnemers doet dit rapport verslag van een opvolging op basis van interviews met zeven tuinbezitters in de Regenboogbuurt, Almere als case study. Deze bewoners is gevraagd wat hun motiveert of tegenhoudt rondom de inrichting van de achtertuin om een beterbeeld te krijgen waar mogelijke barrières liggen rondom vergroening.
MULTIFILE
Het onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de ecologische kwaliteit van groene daken in relatie tot het lokale ecosysteem op hoogte in Amsterdam, met als doel een netwerk van blauwgroene daken te creëren dat bijdraagt aan biodiversiteit. Groene daken kunnen een belangrijke rol spelen in de vergroening van steden, het verbeteren van biodiversiteit en het bevorderen van klimaatbestendigheid. Het onderzoek is een samenwerking tussen Yuverta (practoraat Groene Leefbare Stad), Hogeschool Utrecht (lectoraat Nieuwe Energie in de Stad), Readar, Rooftop Revolution en de gemeente Amsterdam. Het belang van natuur inclusief bouwen neemt toe, en veel bedrijven zijn positief over het integreren van groen in hun bouwprojecten. Groene daken kunnen bijdragen aan de Europese Natuurherstelwet, die een vergroting van de groene ruimte in steden vereist. Ze bieden ruimte voor biodiversiteit, waterretentie, hittevermindering en multifunctioneel gebruik, zoals duurzame energieproductie. Dit onderzoek richt zich op het verkrijgen van meer inzicht in de ecologische impact van verschillende types groene daken, zodat deze optimaal aansluiten op de omgeving. De centrale vraag van het onderzoek is hoe de ecologische kwaliteit van Amsterdamse daken systematisch kan worden beoordeeld en gemonitord. Het doel is een beoordelingskader te ontwikkelen voor groene daken, met aandacht voor beplanting, substraat en de aansluiting op lokale biotopen. Het onderzoek beoogt ook het in kaart brengen van bestaande groene daken en het identificeren van typen daken die het meeste potentieel hebben voor biodiversiteit en klimaataanpassing. Het consortium heeft als doel een solide basis te leggen voor toekomstig onderzoek en samenwerking, waarbij kennis van onderwijsinstellingen, praktijkpartners en lokale overheden wordt gecombineerd. Het onderzoek biedt een belangrijke stap in het verbeteren van de ecologische waarde van stedelijke groene daken en draagt bij aan de bredere doelstellingen voor duurzame steden.
Het lectoraat ‘Klimaatrobuuste landschappen: verbinden van landbouw en natuur ‘ zal onderzoek doen naar de bijdrage van andere vormen van landbouw aan het verbeteren van waterkwaliteit en biodiversiteit door een koppeling met de natuur te maken. De droogte van afgelopen zomers heeft tot opbrengstenderving geleid bij agrariërs en de natuur is beschadigd door verdroging. Er worden momenteel maatregelen getroffen om droge periodes beter op te vangen in de toekomst. Bijvoorbeeld in beekdallandschappen wordt het water langer vastgehouden en hierdoor worden sommige gebieden te nat om de huidige bedrijfsvoering van agrariërs door te zetten. Dit biedt het kansen voor andere agrarische gebruiksvormen en dit te combineren met natuurherstel. Op de drogere delen kunnen droogte resistente gewassen geteeld worden zoals sorghum op een natuurinclusieve wijze. De natte gebieden in het landschap kunnen dienen als waterbuffer en natte teelten kan het water filteren. Dit heeft een positief effect op waterkwaliteit, biodiversiteit in de omliggende natuur. Echter, voordat een agrariër kan om schakelen naar andere landbouwvormen heeft deze onder andere kennis en ervaring nodig. De centrale onderzoeksvraag luidt: Op welke wijze kunnen klimaatrobuuste landschappen bijdragen aan het verbinden van landbouw en natuur, om zo biodiversiteit en waterkwaliteit te verbeteren en agrarisch perspectief te ontwikkelen? Er zal onderzoek verricht worden langs drie onderzoekslijnen welke zullen leiden tot: 1) praktijkkennis op het gebied van nieuwe teeltechnieken ten behoeve van het verdienmodel, 2) kennisontwikkeling over de wijze hoe de verbinding tussen klimaatrobuuste landbouw, natuurontwikkeling en waterkwaliteit gemaakt kan worden ten behoeve van de biodiversiteit en 3) het agrarisch vakmanschap zal verder ontwikkeld worden door kennisdeling. Het lectoraat zal een belangrijke bijdrage leveren aan onderwijsontwikkeling en adviezen richting de overheid over het instrumentarium om zo de transitie naar een klimaatrobuuste landschappen verder in gang te zetten voor een gezonde leefomgeving in een veranderend klimaat.
Nederland heeft in het Natura 2000 Beheerplan Deltawateren richtlijnen vastgelegd voor natuurbehoud en biodiversiteit. De Nederlandse wateren en de deltagebieden maken tweederde uit van de Natura 2000 gebieden en vormen een belangrijk leefgebied voor kustbroedvogels en zijn voor trekvogels onmisbaar als rustgebied en plek om te foerageren. Om natuurbeheer effectiever te kunnen laten verlopen, is monitoring van de dynamiek van estuariene natuur in de deltabeheercyclus van groot belang. Het biedt publieke professionals mogelijkheden om systeemontwerpen en/of systeemingrepen (tijdig) aan te passen. Voor projectmonitoring wordt gebruik gemaakt van conventionele meettechnieken die veelal arbeidsintensief en dus kostbaar zijn. Doel van dit project is te onderzoeken of het monitoren van natuurherstelprojecten efficiënter kan. Kernvraag is of door de inzet van nieuwe meettechnieken meer of andersoortige data tegen lagere kosten, over grotere arealen en met betere temporele resoluties kan worden vergaard. Oftewel meer systeembegrip. Op drie locaties in de Westerschelde (Baalhoek, Knuitershoek en Perkpolder) wordt geëxperimenteerd met innovatieve meettechnieken om beter inzicht te krijgen op factoren die van invloed zijn op het functioneren van getijdenecosystemen. Data van negen kernparameters wordt ingewonnen: (1) vogelaantallen, (2) benthos als vogelvoedsel, (3) benthos als bioturbator, (4) middelgrootte schaal morfologie, (5) grootschalige morfologie, (6) korte termijn (dagelijkse) veranderingen in sedimenthoogte, (7) bodemdichtheid, (8) hydrodynamiek: stroming /golven en (9) sedimentconcentraties in water. Het activiteitenplan bestaat uit zes werkpakketten: (1)het fysiek inrichten van de meetlocaties, (2) data-acquisitie op zowel conventionele- als innovatieve wijze, (3) data-analyse door vergelijkend onderzoek, (4) het ontwikkelen van een afwegingskader voor publieke professionals, (5) een plan van doorwerking en (6) projectmanagement. Na afronding van elke meetcampagne worden data geanalyseerd en vergeleken met modellen en kennis die tot dan toe bekend is. Kennis en expertise wordt op de DeltaExpertise-site (HZ Body of Knowledge) gestructureerd en ontsloten met behulp van de Expertise Management Methodologie en de Soft Systems Methodologie.