De ontwerp-NOVI ligt er, er mag op gereageerd worden – en dat gebeurt volop. Een van de vervolgvragen is nu: hoe werkt de nieuwe visie op de ruimtelijke ordening van Nederland straks door? Bij gemeenten en waterschappen bijvoorbeeld, en in de wereld van de gebiedsontwikkeling. ROm vroeg het aan drie kenners op decentraal niveau: Flip ten Cate (Federatie Ruimtelijke Kwaliteit), Paul van Eijk (lector Duurzaam Water in de Omgevingswet, Van Hall Larenstein) en Co Verdaas (hoogleraar gebiedsontwikkeling SKG/TU Delft).
MULTIFILE
Rijk, provincies en gemeenten werken allemaal aan een omgevingsvisie, een langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving. Waterschappen hoeven volgens de nieuwe Omgevingswet geen omgevingsvisie te maken. Waterschap Vallei en Veluwe koos ervoor er wél een op te stellen, in de overtuiging dat water onderdeel is van veel kansrijke oplossingen in het stedelijk en landelijk gebied. Een Blauwe Omgevingsvisie als voeding voor andere omgevingsvisies.
MULTIFILE
De Noordelijke provincies staan als gevolg van onder andere selectieve bevolkingskrimp, de noodzaak van verduurzaming van de woningvoorraad en de door aardbevingen veroorzaakte schade de komende jaren voor een grote ruimtelijke planningsopgave. Tegelijkertijd treedt in 2022 de Omgevingswet in werking. Deze wet vervangt grote delen van het omgevingsrecht en moet de huidige vaak complexe, langdurige en kostbare procedures voorkomen door een efficiënter en eenvoudiger systeem van ruimtelijke planning te introduceren. Binnen dit nieuwe systeem is burgerparticipatie één van de speerpunten. De wetgever wil de burger eerder en meer betrekken bij het maken van ruimtelijke plannen om zo de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Echter zijn die burgers zelf niet of nauwelijks bij de vormgeving van deze burgerparticipatie betrokken geweest en ook bestaande onderzoeken richten zich met name op de visie van de overheid. Dit onderzoek betrekt juist de burger en onderzoekt welke wijze(n) van burgerparticipatie volgens zowel de gemeenten als de burgers uit door aardbevingen getroffen dorpen de meest doeltreffende wijze is om de ruimtelijke kwaliteit te verhogen. Daarmee past het onderzoek binnen de thema’s Aardbevingen en Leefbaarheid van het Kenniscentrum Noorderruimte en sluit het aan bij lopend onderzoek binnen het lectoraat Leefomgeving in Transitie. Het onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van mixed methods waarbij documentanalyse, literatuuronderzoek, paneldiscussies en interviews worden ingezet en leidt tot publicaties, bijdragen aan het onderwijs van de Hanzehogeschool Groningen en aanbevelingen richting gemeentebesturen. De centrale vraag luidt: Op welke wijze(n) kunnen diverse vormen van burgerparticipatie uit de Omgevingswet volgens gemeenten en bewoners het meest doeltreffend worden geïmplementeerd om de ruimtelijke kwaliteit en daarmee de leefbaarheid in dorpen in het Groningenveld zoveel als mogelijk en op een duurzame wijze te verhogen?
Anno 2018 zijn er ongeveer 4.500 buurtsportcoaches (BSC’s) actief in Nederland, goed voor een investering van ongeveer 150 miljoen Euro per jaar. BSC’s hebben als kerntaak het organiseren van een passend sport- en beweegaanbod in de buurt en het verbinden van actoren uit onderwijs, cultuur, zorg, welzijn, kinderopvang en bedrijfsleven. Hun werkomgeving wordt steeds complexer en vereist intersectoraal samenwerken om in te kunnen spelen op urgente maatschappelijke vraagstukken. Bovendien is de aandacht toegenomen voor het belang van beweegvriendelijke buurten. Dit stelt gemeenten voor de uitdaging om de openbare ruimte beter te doen aansluiten bij de wensen en behoeften van haar inwoners. De omgevingswet versterkt deze ontwikkeling en maakt intersectoraal samenwerken nog urgenter. BSC’s zijn voornamelijk opgeleid om sport- en beweegaanbod op maat van gebruikers te organiseren en te begeleiden. Ze zijn niet toegerust om binnen een complexe omgeving, met steeds meer actoren met diverse expertises, maar ook diverse belangen, te acteren terwijl dit inmiddels wel van hen gevraagd wordt. Bovendien worden BCS’s omwille van hun actiegerichte aanpak en hun actieve rol in de wijk steeds meer betrokken bij vragen over de inrichting van de openbare ruimte. Maar ook dit vereist specifieke competenties. In dit project staat dan ook de volgende onderzoeksvraag centraal: Hoe kunnen BSC’s beter toegerust worden om als schakel tussen beleidsmakers en inwoners, in samenwerking met andere professionals, beweegvriendelijke buurten te faciliteren dan wel te realiseren en optimaliseren?In dit project willen we samen met BSC’s en experts een open en online leeromgeving ontwikkelen en toepassen die buurtsportcoaches in staat stelt die verbindende rol op te pakken in de buurt. De leeromgeving omvat een set van methodieken, strategieën en kennis die BSC’s op maat ondersteunt om de groeiende verwachtingen die aan hun functie gekoppeld worden in te vullen en op die manier systemische veranderingen te bewerkstelligen.
Anno 2018 zijn er ruim 5000 buurtsportcoaches (BSC’s) actief in Nederland, goed voor een investering van ongeveer 150 miljoen Euro per jaar. BSC’s hebben als kerntaak het organiseren van een passend sport- en beweegaanbod in de buurt en het verbinden van actoren uit onderwijs, cultuur, zorg, welzijn, kinderopvang en bedrijfsleven. Hun werkomgeving wordt steeds complexer en vereist intersectoraal samenwerken om in te kunnen spelen op urgente maatschappelijke vraagstukken. Bovendien is de aandacht toegenomen voor het belang van beweegvriendelijke buurten. Dit stelt gemeenten voor de uitdaging om de openbare ruimte beter te laten aansluiten bij de wensen en behoeften van haar inwoners. De omgevingswet versterkt deze ontwikkeling en maakt intersectoraal samenwerken nog urgenter. BSC’s zijn voornamelijk opgeleid om sport- en beweegaanbod op maat van gebruikers te organiseren en te begeleiden. Ze zijn echter handelingsverlegen om binnen een complexe omgeving met steeds meer actoren met diverse expertises, maar ook diverse belangen, te acteren terwijl dit inmiddels wel van hen gevraagd wordt. Bovendien worden BCS’s omwille van hun actiegerichte aanpak en hun actieve rol in de wijk steeds meer betrokken bij vragen over de inrichting van de openbare ruimte. Maar ook dit vereist specifieke competenties. In dit project staat dan ook de volgende onderzoeksvraag centraal: Hoe kunnen BSC’s beter toegerust worden om als schakel tussen beleidsmakers en inwoners, in samenwerking met andere professionals, beweegvriendelijke buurten te faciliteren dan wel te realiseren en optimaliseren? In dit project willen we samen met BSC’s en experts een open en online leeromgeving ontwikkelen en toepassen die buurtsportcoaches in staat stelt die verbindende rol op te pakken in de buurt. De leeromgeving omvat een set van ontwikkelde methodieken, strategieën en kennis die BSC’s op maat ondersteunt om de groeiende verwachtingen die aan hun functie gekoppeld worden in te vullen en op die manier systemische veranderingen te bewerkstelligen.