Boekbespreking "Investeren in vastgoed, grond en gebieden", verschenen bij de uitgever van het boek: SPRYG Real Estate Academy
MULTIFILE
Deze handreiking bestaat uit zes praatplaten (drie wijktypes met een onderscheid voor hoog en laag Nederland) die dienen als toekomstschetsen om visueel inzichtelijk te maken hoe groen in de wijk droogtebestendiger gemaakt kan worden. Iedere praatplaat omvat een visualisering van mogelijke maatregelen per wijktype in hoog of laag Nederland. Dit om een breder perspectief weer te geven van wijktypes met verschillende (technische) haalbaarheidseigenschappen. ‘Oudere woonwijken’ zijn een samenvoeging van de karakteristieken van verschillende wijktypes: tuindorp, volkswijk, naoorlogse tuinstad, laagbouw en naoorlogse woonwijk, allen gebouwd in de eerste helft van de 20e eeuw. Bloemkoolwijken en Vinexwijken zijn later ontwikkeld en hebben een andere ruimtelijke indeling, groeiplaatsomstandigheden, waterhuishouding en andere technische eigenschappen.Voor de uiteenzetting van de maatregelen is per wijktype gekeken naar zowel de technische haalbaarheid van implementatie van maatregelen in de straat als naar planning van inpassing van maatregelen in lijn met de reguliere beheer-, vervangings- en/of herinrichtingsopgave.Dit betekent dat de praatplaten een algemeen toekomstbeeld schetsen van maatregelen die toepasbaar zijn per wijk- en bodemtype. Het is goed mogelijk dat voor specifieke situaties weggelaten maatregelen wel implementeerbaar zijn, zowel vanuit een technisch oogpunt als vanuit het implementatie-vlak. Deze praatplaten fungeren dan ook als eerste inventarisatie van mogelijke kansen en 'bottlenecks’ en vormen daarbij het startpunt voor gesprekken met andere afdelingen.Elke praatplaat geeft inzicht in drie verschillende doelen: Wat betekent een set aan maatregelen voor de ruimtelijk indeling van een wijk, zowel boven- als ondergronds (indeling straatprofiel, kabels & leidingen, riolering etc.)? Wanneer implementeer je een maatregel en hoe zit het met koppelkansen? Zonder mee te koppelen, tijdens een vervangingsopgave (vervangen straat, riolering en groen), of tijdens een herinrichtingsopgave (herinrichting openbare ruimte). Welke combinaties van maatregelen zijn noodzakelijk, vullen elkaar aan of zijn conflicterend?
Infiltratievoorzieningen zijn onder te verdelen in bovengronds en ondergronds. Ondergronds wordt het water in buizen onder maaiveld naar waterbuffers geleid, waaruit het water naar de omringende grond en het grondwater kan infiltreren. De bovengrondse voorzieningen hebben een waterbuffer die zich aan het oppervlak bevindt. Het water wordt daar tijdelijk opgevangen om vervolgens in de bodem te infiltreren.
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
The climate change and depletion of the world’s raw materials are commonly acknowledged as the biggest societal challenges. Decreasing the energy use and the related use of fossil fuels and fossil based materials is imperative for the future. Currently 40% of the total European energy consumption and about 45% of the CO2 emissions are related to building construction and utilization (EC, 2015). Almost half of this energy is embodied in materials. Developing sustainable materials to find replacement for traditional building materials is therefore an increasingly important issue. Mycelium biocomposites have a high potential to replace the traditional fossil based building materials. Mycelium is the ‘root network’ of mushrooms, which acts as a natural glue to bind biomass. Mycelium grows through the biomass, which functions simultaneously as a growth substrate and a biocomposite matrix. Different organic residual streams such as straw, sawdust or other agricultural waste can be used as substrate, therefore mycelium biocomposites are totally natural, non-toxic, biological materials which can be grown locally and can be composted after usage (Jones et al., 2018). In the “Building On Mycelium” project Avans University of Applied Sciences, HZ University of Applied Sciences, University of Utrecht and the industrial partners will investigate how the locally available organic waste streams can be used to produce mycelium biocomposites with properties, which make them suitable for the building industry. In this project the focus will be on studying the use of the biocomposite as raw materials for the manufacturing of furniture or interior panels (insulation or acoustic).
Afgelopen januari werd het concept voor een nepboom door Niels Kuijpens gepresenteerd. Naar aanleiding daarvan kwam een storm aan media-aandacht en mailtjes binnen. Daarin werd de grote interesse voor het idee duidelijk gemaakt. Jammer genoeg is er nog helemaal geen nepboom (inmiddels ‘KlimaatBoom’)! Met dit take-off project gaan we daarom een grote stap zetten om te komen van concept naar realisatie van dit idee. Uitdaging: Door het veranderende klimaat vormen hittestress en wateroverlast een steeds groter risico voor de leefbaarheid in binnensteden. Voor veel bestaande maatregelen om steden te vergroenen is vaak bovengronds, maar vooral ook ondergronds weinig ruimte. Innovatie: De KlimaatBoom is een constructie die de vorm van een boom nabootst, met klimop als vervanger van het bladerdek en binnenin ruimte voor wateropvang. Deze neemt de functies van een normale boom over zonder dezelfde ruimte inname ondergronds. Gemaakt van gerecyclede materialen en circulair ontworpen bieden KlimaatBomen ruimte voor wateropvang en zorgt een combinatie van klimopplanten voor verkoeling. Opzet onderzoek: In dit onderzoek ontwikkelen we het concept door tot product en brengen we de effectiviteit en haalbaarheid van een KlimaatBoom in beeld. Aan de hand van het lokale waardenketenmodel worden zes werkpakketten doorlopen, variërend van ontwerp tot materiaal-, productie- en logistiek onderzoek en circulaire businessmodellen. Elk werkpakket wordt samen met een multidisciplinair team van studenten uitgewerkt. Uitkomsten: Er wordt naar verschillende uitkomsten gewerkt, zoals programma’s van eisen, daaraan gelinkte keuzes voor materialen, ontwerpen, productiemethoden en logistieke plannen, ontwerpen en prototypes van de KlimaatBoom en een circulair businessmodel. Samen leveren deze resultaten inzicht in de effectiviteit en haalbaarheid van het concept. Team: Aan dit project wordt gewerkt door een team van onderzoekers, studenten en mkb’ers, gespecialiseerd in thema’s als circulair ontwerp, recyclen, klimaatadaptatie en stedelijke vergroening. Deze samenwerking nog wordt verder aangevuld door samenwerking met een aantal gemeenten.