Stichting Vaste Lasten Pakket wil de financiële situatie van mensen met geldzorgen en beginnende schulden stabiliseren zodat zij optimaal kunnen meedoen in de maatschappij. Het Vaste Lasten Pakket (hierna: VLP) is het instrument waarmee stichting VLP dit mogelijk wil maken. Het VLP helpt deelnemers met beter inzicht in en overzicht over hun financiën, het reserveren van vaste lasten en het doen van betalingen. In dit rapport zijn de resultaten van een eerste evaluatie van het VLP beschreven. Om inzicht te krijgen in de ervaringen van deelnemers met het VLP zijn 20 deelnemers geïnterviewd. Aanvullend is een enquête afgenomen onder niet-deelnemers over hun financiële situatie. De resultaten uit de enquête zijn bedoeld om een beeld te schetsen van de financiële situatie van mensen voordat zij starten met het VLP. Samenvattend kan gesteld worden dat de deelnemers zeer positief zijn over het VLP. De meerwaarde van het VLP is volgens deelnemers de hulp en ondersteuning, de maandelijkse financiële beloning van 30 euro en het (weer) overzicht hebben over hun financiën. Deelnemers omschrijven het contact met de medewerkers van het VLP als vriendelijk, warm en behulpzaam. De persoonlijke aandacht en het contact met de contactpersoon worden zeer gewaardeerd. Ten slotte benoemen deelnemers dat deelname aan het VLP hen motiveert om hun geldzaken beter te regelen. Meedoen wordt gezien als een stok achter de deur om de financiële situatie (weer) op orde te krijgen.
DOCUMENT
Met de huidige maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaat en transities op het gebied van de vermindering van beschikbare ruimte voor stedelijk goederenvervoer en de sterke groei in e-commerce wordt het steeds belangrijker om logistiek mee te nemen in het ruimtelijk ontwerp van een gebied. Hierdoor kan efficiënte bevoorrading worden gerealiseerd en overlast worden beperkt. Ook kan zo worden aangesloten bij stedelijke ambities omtrent schone en slimme stadslogistiek. Toch wordt logistiek vaak niet of beperkt meegenomen in de ruimtelijke planning bij het (her-)ontwikkelen van gebieden. Door vroegtijdig na te denken over hoe het logistieke systeem eruit moet zien kan in het stedelijke ontwerp rekening worden gehouden met het ruimtegebruik van logistiek. Dit kan inefficiënte inpassing achteraf voorkomen. Om een hulpmiddel te bieden voor steden is daartoe een methode ontwikkeld die een basis vormt voor het nadenken over hoe logistiek kan worden geïntegreerd in de ruimte bij nieuwe gebiedsontwikkelingen. Stadslogistiek kenmerkt zich door de grote diversiteit van stromen waarin elk logistiek segment (afval, bouw, express en pakket, facilitair, etc.) om een eigen aanpak vraagt. Om die reden is het uitgangspunt van de methode om eerst grip te verkrijgen op het verwachte aantal voertuigen per stadslogistiek segment voordat wordt gekeken naar welke logistieke oplossingen passend zijn. Op basis van de samenstelling van het nieuw te ontwikkelen gebied (type en grootte bedrijven, functies en aantal huishoudens) en de geobserveerde voertuigen in andere gebieden wordt daar een inschatting van gegeven. Vanuit hier kan met maatwerk een mix van logistieke oplossingen worden opgesteld dat aansluit bij het type logistiek en de kenmerken en plannen voor en rond het gebied. Stedenbouwkundige ontwerpers kunnen dit vervolgens meenemen, zodat logistiek een slim en integraal onderdeel wordt van het ontwerp.
DOCUMENT
Op basis van literatuuronderzoek en gesprekken met bedrijven in het RAAK-PRO Veiligheid op de Werkvloer-consortium is een risicoanalyse uitgevoerd met als doel het definiëren van relevante, bedrijfsspecifieke casussen. Hiertoe wordt in dit document een eerste, voorlopige aanzet gegeven. Meer onderzoek en/of observatie bij de bedrijven zelf zal in de komende periode tot verdere aanscherping van de casussen moeten leiden. Op basis van het onderzoek tot nu is een aantal generieke onderzoekslijnen naar voren gekomen: • Het zichtbaar maken van risico’s bij beschadiging van het product bij de klant (hoe kom ik daar achter?) of van beschermende kleding die niet meer beschermt (hoe zie ik dat?).• Het bewust maken van werknemers van potentieel onveilige situaties. Hoe kun je op een natuurlijke (wellicht ambient) en effectieve wijze communiceren over gevaren en/of gedrag beïnvloeden?• Het beïnvloeden van gedrag van medewerkers en van de bedrijfscultuur. Het is niet voldoende om alleen naar persoonlijke veiligheid, veilige omgevingen of veilig gedrag te kijken. Ook de organisatie speelt een rol, of, bij beschermende kleding, zelfs fashion. Bij het onderwerp Persoonlijke veiligheid en bij Personal Protective Equipment (PPE) lijkt vooral de balans tussen sensoren, comfort, veiligheid, en onderhoud (slijtage/wassen) van belang. Dit ligt ook dicht tegen gedrag (of detectie van afwijkend gedrag) aan. Bij het onderwerp Veilige omgeving ligt het voor de hand de grote hoeveelheid beschikbare kennis over ‘situational awareness’ (bijvoorbeeld bij Thales) te vertalen naar en toe te passen op de werkomgeving. Een uitgangspunt dat de omgeving inherent onveilig is, is wellicht interessant. Nieuwe ontwikkelingen, zoals augmented reality bieden wellicht perspectief. Bij het onderwerp Veilig gedrag speelt, als gezegd, de bedrijfscultuur een belangrijke rol. Maar ook een rol speelt het niet naleven van regelgeving/protocollen (of juist het omzeilen uit gemakzucht), het beïnvloeden van gedrag (gewoontes doorbreken), het effect van instructies, het gebruik van producten op een juiste wijze door verschillende type gebruikers, en altijd de balans tussen veiligheid versus efficiëntie/productiviteit versus gemak/comfort en eventueel kosten. De casussen passen binnen twee onderzoekslijnen die in het project zijn gedefinieerd: 1) Het beïnvloeden van gedrag op basis van omgevingsfactoren. 2) Het detecteren en zichtbaar maken van risico’s. Waar de eerste onderzoekslijn meer gedragsmatig is ingestoken, heeft de tweede een meer technisch karakter.
MULTIFILE
Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
Onderzoek naar leefbaarheid en sociale veiligheid tijdens sloop en nieuwbouw in de Westelijke Vogelbuurt Apeldoorn. Het rapport geeft een pakket van mogelijke maatregelen in de sfeer van toezicht, beveiliging, leegstandsaanpak en het betrokken maken van bewoners (ook nieuwkomers van buiten de buurt die met een tijdelijk contract in een te slopen woning komen wonen) bij de leefbaarheid van de buurt tijdens de sloop en bouw.
MULTIFILE
In 2020 is de pilot ‘De kievit als boegbeeld van de melkveehouderij’ in Noordwest Overijssel uitgevoerd. De pilot bestond uit een ecologische en sociaaleconomische monitoring, deze rapportage gaat in op de sociaaleconomische monitoring. Door middel van twee enquêtes (vooraf en achteraf) is in beeld gebracht hoe de deelnemers zich verhouden ten opzichte van sociaalmaatschappelijke en bedrijfstechnische vraagstukken. Respondenten ervaren voordeel door het brengen van een maatschappelijke bijdrage en waardering uit de omgeving. De enquêtes tonen dat bij bijna een derde van de deelnemers de motivatie is toegenomen om de kievit te beschermen. Predatie heeft volgens de respondenten een grote negatieve invloed op de effectiviteit van de maatregelen en verlaagt daarnaast de motivatie van deelnemers. De deelnemers gaven achteraf aan het grootste positieve effect te zien bij respectievelijk het pakket Water, Combinatie, Stalmest, Rand en Basis. Iets minder dan de helft van de deelnemers vindt de financiële vergoeding voldoende. Voor een aantal pakketten is de wens dat de vergoeding hoger wordt, dit geldt hoofdzakelijk voor de pakketten Combinatie en Water. Kosten en opbrengstdervingen liggen respectievelijk in een lagere voerkwaliteit, meer arbeid en een verminderde grasopbrengst. Vrijwilligers leveren een belangrijke bijdrage door nesten te markeren en de werkdruk van pilotdeelnemers te verlichten.
DOCUMENT
De context van oplopende schuldenproblematiek en de gezondheidszorg die onder druk staat brengt twee werelden samen die meer met elkaar van doen hebben dan op het eerste gezicht wellicht wordt gedacht. Voor veel mensen met (grote) geldzorgen geldt, dat de aanhoudende stress doorwerkt op hun psychisch en fysiek welbevinden. Chronische geldstress maakt ziek. Mensen die leven in armoede en schulden zoeken als zij medische klachten ontwikkelen door de geldstress vaak als eerste de huisarts op. Het project Financiën in de spreekkamer is opgestart voordat corona uitbrak. Tussen juni 2018 en november 2020 hebben Zorggroep Almere en het lectoraat Schulden en Incasso van Hogeschool Utrecht samengewerkt aan de ontwikkeling van een interventiepakket. Het doel van het pakket is huisartsen en praktijkondersteuners te helpen om alerter te zijn op geldzorgen, er vaker over in gesprek te gaan en patiënten adequaat door te verwijzen.
DOCUMENT
Onderzoeksrapport van het Nederlands Jeugdinstituut over de uitvoering en de uitkomsten van de Opvoedworkshop en de Oudertraining uit het pakket ‘Ouders van Tegendraadse Jeugd’, toegepast bij de jeugdreclassering. In het rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar twee interventies uit het pakket ‘Ouders van Tegendraadse Jeugd’. Het gaat om onderzoek naar de toepassing van de Opvoedworkshop en de Oudertraining bij de jeugdreclassering op acht locaties in de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland en de steden Utrecht en Tilburg. De auteurs doen aan hand van de onderzoeksbevindingen aanbevelingen voor de verdere toepassing van beide interventies bij de jeugdreclassering.
DOCUMENT