In dit paper vind je een toelichting op de Cirkel van Interactie, een aanpak die helpt bij het ontwerpen en uitvoeren van constructieve gesprekken tussen publieke organisaties en hun omgeving. Dit paper is geschreven voor (aankomend) professionals die gesprekken organiseren als onderdeel van participatieprocessen waar verschillende groepen betrokkenen, waaronder burgers aan deelnemen. Het kan gaan om bijeenkomsten met een klein of groot aantal deelnemers. De inhoud van dit paper is geschreven voor projectleiders, omgevingsmanagers en communicatieprofessionals van publieke organisaties of initiatiefnemers van een burgerinitiatief.
DOCUMENT
The recent bank collapses and bailouts highlight the fragility of the banking system and our bank deposits. The digital euro is an opportunity to reconfigure our monetary system to serve the interests of people and society, by making money safer and more inclusive. However, the European Central Bank’s (ECB) current proposal for a digital euro falls short of this potential. The current plan relies heavily on private financial intermediaries and envisions putting important limitations on the use of digital euros, thereby impacting its capacity to be a universally accessible public good and risking undermining the uptake of the digital euro. By heeding to the bank lobby and baking their interests into the design of the digital euro, the ECB is missing an opportunity to develop an appealing and public digital alternative to private bank deposits. The digital euro must be developed with the aim of benefiting people and society over private interests, and these considerations should guide its design. In the short term, the digital euro should: 1. Be universally accessible. People should be able to access digital euros through a diverse range of intermediaries, which include non-profit and public entities. Implementing a tiered identification system for account-based digital euros, and introducing a value-based option, would ensure the availability of digital euros to the most vulnerable segments of society. 2. Be free of cost for users. Any future legislative framework on the digital euro should include a list of basic services that should be provided for free to users, such as opening and managing an account and the provision of a payment instrument (e.g. a card). 3. Offer a high level of privacy and data protection. Cash, which is fully anonymous, should be used as the baseline when developing the digital euro. A value-based option should be introduced alongside an account-based one, and it should be designed to be fully anonymous. For the account-based option, a ‘privacy threshold’ can ensure that users’ data for small transactions is protected. 4. Have a clear European Central Bank branding. Clear branding will help to differentiate public digital euros from private bank deposits. 5. Bring resilience to the payment system. By providing an offline value-based option, and by ensuring that the digital euro’s legal and technical core infrastructure is public and works independently of any private system, we can offer an alternative to existing payment rails and increase resiliency in case of outages. The digital euro is also an opportunity to improve financial stability by transforming the banking system, and helping central banks to more effectively carry out their monetary policy. The design of the digital euro should be flexible enough to allow for the achievement of these longterm goals, and more research should be conducted to explore how different features could help achieve them. For instance, a digital euro without any holding limit could reduce moral hazard in the banking sector, and the adjustment of interest rates on digital euro deposits and direct monetary transfers could improve the transmission of monetary policy.
DOCUMENT
De nationale en internationale ambities op het vlak van Circulaire Economie zijn groot, en veel bedrijven en organisaties dragen bewust of onbewust reeds bij aan de Circulaire Economie. Een Circulaire Economie reguleert het fundamenteel anders omgaan met grondstoffen, door het hergebruik van producten en grondstoffen centraal te stellen en afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zoveel mogelijk te voorkomen. De belofte van de Circulaire Economie is om verschillende vormen van duurzaamheid op verschillende niveaus te organiseren als een liefst integrale economische opgave. Hierbij zijn het voorkómen van afval en het (her)waarderen van materie belangrijke uitgangspunten. Naast technische ontwikkelingen zijn hier ook sociale en zelfs systeeminnovaties bij nodig. Daar hoort bijvoorbeeld ook bewustwording, gedragsbeïnvloeding en zakelijke haalbaarheid bij. De transformatie naar een circulaire samenleving is een grootschalige maatschappelijke transitie. Hogeschool Inholland beweegt mee met deze ontwikkeling in de maatschappij, door middel van onderzoek en onderwijs in samenwerking met het werkveld. Deze position paper is een verkenning van bestaande theorieën, maatschappelijk debat, relevante beleidskaders en financieringsinstrumenten (het externe beeld), alsmede een eerste inventarisatie gericht op het aanbod binnen Inholland (het interne beeld), om daarmee een dialoog te initiëren over een betere positionering van Inholland op het vlak van Circulaire Economie. Als vervolgstappen worden o.a. een verdere inventarisatie van het aanbod en betere inbedding binnen verschillende opleidingen en een versterking en bundeling van onderzoekscapaciteit door middel van een domeinoverstijgende aanpak aanbevolen, alsmede een marktonderzoek om vraag en aanbod beter op elkaar te kunnen laten aansluiten. Mede op basis van deze bouwstenen kan de communicatie en positionering van Inholland op het vlak van Circulaire Economie, zowel intern als extern, verstevigd worden. Deze position paper is een groeidocument, dus de deur blijft open staan om in de toekomst nieuwe kennis, inzichten, aanbevelingen en interventies mee te nemen.
DOCUMENT
In dit project verricht het lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim samen met de Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, CUMELA, de Jong & Laan en MKB familiebedrijven praktijkgericht onderzoek naar financiering en besluitvorming bij MKB familiebedrijven. Nu banken vanwege de economische crisis terughoudender zijn geworden in kredietverlening en hun financieringseisen hebben verzwaard, zijn meer bedrijven aangewezen op eigen middelen en familiekapitaal. Vormen van zelf-financiering worden steeds belangrijker om groei en continuïteit van MKB familiebedrijven te waarborgen. Met name bij de overdracht van kapitaalintensieve MKB familiebedrijven worden complexe financieringsconstructies bedacht om de overname mogelijk te maken. Vaak wordt hierbij onvoldoende nagedacht over het onderscheid tussen de verschillende rollen die familieleden kunnen hebben als ze met hun vermogen in het bedrijf zitten (eigenaar of andere vermogensverschaffer, familielid, directielid, werknemer). Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan over onderwerpen zoals besluitvorming, rendement op vermogen, zeggenschap en beloningsstructuren, waardoor op termijn conflicten kunnen ontstaan. Daarnaast kan de besturing van ondernemingen door de verschillende belangen van vermogensverschaffers in negatieve zin worden beïnvloed en kan dit (op termijn) de continuïteit, wendbaarheid en groei van ondernemingen in gevaar brengen. Zowel in de praktijk als in het onderzoek ontbreekt het aan kennis over hoe met deze problematiek kan worden omgegaan. Dit project heeft daarom tot doel om samen met de projectpartners nieuwe kennis te ontwikkelen rond zelf-financiering en besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door middel van ontwerpgericht praktijkonderzoek wordt bestaande en nieuwe kennis over de rol van zelf-financiering en de positie van eigenaren omgezet in oplossingsrichtingen ter verbetering van de besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door het monitoren van de uitgevoerde interventies zal worden vastgesteld of de oplossingsrichtingen in de praktijk werken. De kennis die uit dit project voortkomt beoogt daarmee het handelingsvermogen van eigenaren en directieleden te vergroten en zelf-financiering als mogelijke financieringsbron effectiever te maken.
Carboxylated cellulose is an important product on the market, and one of the most well-known examples is carboxymethylcellulose (CMC). However, CMC is prepared by modification of cellulose with the extremely hazardous compound monochloracetic acid. In this project, we want to make a carboxylated cellulose that is a functional equivalent for CMC using a greener process with renewable raw materials derived from levulinic acid. Processes to achieve cellulose with a low and a high carboxylation degree will be designed.
The main objective is to write a scientific paper in a peer-reviewed Open Access journal on the results of our feasibility study on increasing physical activity in home dwelling adults with chronic stroke. We feel this is important as this article aims to close a gap in the existing literature on behavioral interventions in physical therapy practice. Though our main target audience are other researchers, we feel clinical practice and current education on patients with stroke will benefit as well.