Full tekst beschikbaar met HU-account Het verbeteren van de ervaren gezondheid van gezinnen in Kanaleneiland in Utrecht is het doel van het project ‘Gezinnen in hun kracht’. In samenwerking met lokale partners werkt Stichting Nieuw Welgelegen aan dit project om gezondheidsachterstanden terug te dringen. Aan het einde maken we de balans op. In hoeverre zijn we erin geslaagd om gezinnen te bereiken? Welke interventies passen we toe? Wat zijn de leerervaringen en opbrengsten?
LINK
Although essential for providing optimal adolescent patient support, knowledge of the impact of Marfan syndrome in adolescence is limited. To explore adolescents’ perceived impact of Marfan syndrome on (physical) functioning (activities, participation), disability (limitations, restrictions), contextual factors and support needs, we interviewed 19 adolescents with Marfan syndrome. Audio-recordings were transcribed, coded and analysed using thematic analysis. Identified themes were “difficulties in keeping up with peers” and “being and feeling different from peers”. Furthermore, an adolescent Marfan syndrome-specific International Classification of Functioning, Disability and Health for Children and Youth (ICF-CY) model derived from the data describing the adolescent perceived impact of Marfan syndrome on functioning, disability and its contextual factors. Adolescents perceived problems in keeping up with peers in school, sports, leisure and friendships/relationships, and they could not meet work requirements. Moreover, participants perceived to differ from peers due to their appearance and disability. Contextual factors: coping with Marfan syndrome, self-esteem/image, knowledge about Marfan syndrome, support from family/friends/teachers, ability to express needs and peer-group acceptation acted individually as barrier or facilitator for identified themes.
MULTIFILE
To examine the association of adolescents' snack and soft drink consumption with friendship group snack and soft drink consumption, availability of snacks and soft drinks at school, and personal characteristics, snack and soft drink consumption was assessed in 749 adolescents (398 girls, 351 boys, age 12.4 - 17.6 years), and their friends, and snack and soft drink availability at schools was measured. In regression analysis, consumption by friends, snack and soft drink availability within school, and personal characteristics (age, gender, education level, body mass index) were examined as determinants of snack and drink consumption. Snack and soft drink consumption was higher in boys, soft drink consumption was higher in lower educated adolescents, and snack consumption was higher in adolescents with a lower body weight. Peer group snack and soft drink consumption were associated with individual intake, particularly when availability in the canteen and vending machines was high. The association between individual and peer snack consumption was strong in boys, adolescents with a lower education level, and adolescents with lower body weights. Our study shows that individual snack and soft drink consumption is associated with specific combinations of consumption by peers, availability at school, and personal characteristics.
In dit onderzoek analyseert Ineke Baas hoe participatie en eigen regie van cliënten in de wijk kunnen worden versterkt om empowerment te bevorderen. Het onderzoek omvat interviews, focusgroepen en literatuuronderzoek. Individuele empowerment in de wijk bevordert cliëntenparticipatie en zelfregie. Collectieve empowerment in Utrecht, gefaciliteerd door 'power by peers', 'mental support team' en informele netwerken, werkt samen met opvang- en zorgorganisaties zoals Lister & Dok in Utrecht. Tot slot, hoe grijpt individuele en collectieve empowerment op elkaar in?
De maatschappij verandert continu en vraagt om leraren die zich blijven ontwikkelen en nadenken over de vraag hoe ze hun onderwijs met de kennis van nu kunnen verbeteren. Van hen wordt gevraagd om zelf sturing te geven aan en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen professionele ontwikkeling. In de literatuur wordt in dit verband gesproken over ’agency’ (Eteläpelto, Vähäsantanen, Hökkä, & Paloniemi, 2013). Bij agency gaat het om het bewust uitoefenen van invloed op de eigen professionele ontwikkeling en de vormgeving van de onderwijspraktijk door het maken van keuzes en nemen van initiatieven. Een verbijzondering van het begrip agency is voortgekomen uit het promotieonderzoek van de postdoc-kandidaat (Van der Heijden, 2017). Uit dit onderzoek blijkt dat binnen het begrip agency vier hoofdcategorieën zijn te onderscheiden, namelijk meesterschap, samenwerken, ondernemerschap en levenslang leren. Deze hoofdcategorieën zijn onder te verdelen in negen agency-kenmerken: - Meesterschap: (1) focus op leerlingen, (2) focus op het leren van leerlingen, (3) vertrouwen in eigen kunnen, (4) beroepsmotivatie, - Samenwerken: (5) professionele collegialiteit, - Ondernemerschap: (6) focus op innovatie op klasniveau, (7) focus op innovatie op schoolniveau, - Levenslang leren: (8) focus op de eigen kennisontwikkeling en (9) focus op het professioneel handelen. Voor lerarenopleidingen is het van belang van om agency van studenten te ontwikkelen zodat zij regie nemen over hun eigen professionele ontwikkeling en in de beroepsuitoefening doelbewust initiatieven nemen om onderwijspraktijken te veranderen met het oog op het bevorderen van de (brede) ontwikkeling en het leren van leerlingen. In het voorgestelde onderzoeksproject wordt in een lerarenopleiding (Hogeschool de Kempel) een interventie uitgevoerd die erop is gericht dat Pabo-studenten agency ontwikkelen met betrekking tot de uit het promotieonderzoek voortgekomen negen agency-kenmerken. De centrale onderzoeksvraag heeft betrekking op welke wijze waarop de opleiding tot leraar basisonderwijs kan bijdragen aan agency van studenten en onder welke condities.
De transitie naar een circulaire economie heeft een duwtje in de rug nodig; slechts 6% van de Nederlandse bedrijven is actief bezig met circulariteit. Hier ligt een kans voor marketing! Marketeers zijn namelijk professionele gedragsveranderaars. Wat als zij diezelfde creativiteit en invloed inzetten om de circulaire economie aantrekkelijk, logisch én onweerstaanbaar te maken?