Dit eindrapport doet verslag van een door ZonMw gesubsidieerd, ontwerpgericht onderzoek (looptijd maart 2022 – juni 2024) met de volgende onderzoekvraag: Wat zijn de ontwerpprincipes voor jeugdparticipatieve pedagogische vrijplaatsen, die bijdragen aan een veerkrachtige identiteitsontwikkeling van jongeren? Jongeren en professionals uit de brede jeugdsector werkten samen aan het ontwerpen van fysieke en online pedagogische vrijplaatsen. Het resultaat is een blauwdruk met ontwerpprincipes voor het jeugdparticipatief ontwerpen van pedagogische vrijplaatsen. Het rapport beschrijft de aanleiding voor het onderzoek, doel- en vraagstelling, een theoretische duiding van de centrale concepten, de methodesectie, analyse en resultaten en ten slotte de conclusie, reflectie en samenvatting.
Debates about social theory and social policy are highly fragmented and unclear in subject and direction. A recognised paradigm is failing. Maybe we have to accept that social reality is not to reconstruct in social theory. But we certainly need social theorists and social theories to support citizens, policy makers and social workers in improving social reality. Social reality in post modern societies is to be characterized by problematic relationships among citizens and between citizens and the public sector and by a sharp rise in problematic behaviour. The affluent society has failed to create a more sensitive world where people behave more socially. The dominant social problem is no longer seen from a social economic perspective but from a social cultural one. Social competences and social capital are considerer to be essential assets to cope with life in post modern society. For people weak ties and thin trust are essential to integrate into society. Thick trust and strong ties can bind people to much and cause inflexibility. The current social problem is a matter of designing a social world where relationships and behaviour are fair and reasonable. It asks for an interesting and creative social policy and social work, not too much stressing the problematic issues but encouraging people to trust each other. Current social policy is too much focused on the needs and problems. It has to change into a more expressive social policy, a policy that people challenges to express them and to create new relationships. Social behaviour asks for flexibility and creativity, for being authentic and playing roles. Scientists, policymakers, social workers and citizens are in the same field and have access to the same knowledge.
Aanleiding Het is belangrijk om de opvoedingskracht van ouders en de sociale steun rond gezinnen te versterken. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben hierin een belangrijke taak: preventie en het bieden van laagdrempelige opvoedingshulp bij lichte opgroei- en opvoedvragen, en waar nodig doorverwijzen naar zwaardere vormen van hulp. Dit noemen we preventief en omgevingsgericht werken. In de CJG’s zijn het vooral de frontliniewerkers - de pedagogisch consulenten, de maatschappelijk werkers en de sociaal verpleegkundigen – die invulling moeten geven aan het preventief en omgevingsgericht werken. Zij geven aan dat zij behoefte hebben aan gereedschap om:• Sociale pedagogische netwerken in buurten en wijken te versterken.• Opvoedingsvragen van ouders te verhelderen en daarop in te spelen.• Tijdig te kunnen signaleren wanneer zij de hulp van specialisten moeten inroepen. Doelstelling De hoofdvraag van dit project luidt dan ook: Op welke wijze kunnen frontliniewerkers invulling geven aan het preventief en omgevingsgericht werken, zodat zij de opvoedkracht van ouders en de pedagogische kwaliteit van de sociale omgeving van gezinnen versterken? Welke handvatten, instrumenten, vaardigheden, kennis en attitude hebben deze professionals daarvoor nodig? Het hart van dit project is de kenniswerkplaats die bestaat uit frontliniewerkers, docent/onderzoekers en studenten, die vanuit hun eigen inbreng en deskundigheid samenwerken. Via de kenniswerkplaats wordt geleerd door te doen. Ook wordt nadrukkelijk gezocht naar de intuïtieve kennis en behoeften van collega-professionals door mee te lopen met frontliniewerkers en hen te interviewen. De kenniswerkplaats vraagt feedback van inhoudsdeskundigen. Zij toetst haar resultaten aan de mening van de schakelgroep, waar het middenmanagement deel van uitmaakt. Dit gebeurt met het oog op de implementatie van de producten op de werkvloer. Beoogde resultaten Het project Een stap naar voren wil een lerende omgeving bieden voor professionals, studenten en docenten. Zij zullen instrumenten voor het werkveld ontwikkelen, zoals een gereedschapskist met praktische instrumenten. De oplossingen dragen bij aan een positief opvoedingsklimaat in buurten en gezinnen en op termijn tot een vermindering van verwijzing naar (en dus kosten van) de tweedelijnszorg. Voor het onderwijsveld levert dit project inzicht in de benodigde competenties voor preventief en omgevingsgericht werken voor de opleidingen sociale studies en verpleegkunde. Tot slot levert dit project kennis op voor het onderzoeksveld, zoals een methodiek om ‘tacit knowledge’ (impliciete kennis) bij professionals op te halen.
Het realiseren van een Living Lab ‘Positief Pedagogisch Sportklimaat’ is een unieke gelegenheid om een antwoord te geven op de roep van verenigingen en professionals in Amersfoort. We willen onderzoeken op welke wijze sportpedagogen kunnen bijdragen aan het bouwen van een positief pedagogisch sportklimaat in Amersfoort.Doel Door een positief pedagogisch sportklimaat bij verenigingen te realiseren zal dit leiden tot kinderen en jongeren die prettig kunnen sporten en bewegen. Het doel is om samen met ouders, trainers, coaches en bestuurders een goede en veilige omgeving te creëren. Resultaten De beoogde resultaten zijn verschillende oplossingen om sport-pedagogische vraagstukken gezamenlijk aan te pakken, waarbij sportpedagogen een centrale rol gaan spelen. Looptijd 31 december 2019 - 01 februari 2022 Aanpak De aanpak wordt gefaseerd volgens de design-thinking methode. De focus in de eerste fase ligt op het verzamelen van denkbeelden van stakeholders (kinderen/jongeren, ouders, trainers, bestuurders en buurtsportcoaches) over hoe zij het pedagogisch sportklimaat op de verenigingen ervaren. Vervolgens wordt een kernprobleem geformuleerd en worden co-creatiesessies gebruikt om na te denken over creatieve en vernieuwende oplossingen.