Within this study the aim is to measure running workload and relevant running technique key points on varying cadence in recreational runners using a custom build sensor system ‘Nodes’. Seven participants ran on a treadmill at a self-chosen comfortable speed. Cadence was randomly guided by a metronome using 92%, 96%, 100%, 104%, and 108% of the preferred cadence in 2-min trials. Workload was measured by collecting the heart rate and the rating of perceived exertion (RPE 1 to 10) scores. Heart rate data shows that the 100% cadence trial was most economical with a relative heart rate of 99.2%. The 108% cadence trial had the lowest relative RPE score with 96.2%. The sample rate of the Nodes system during this experiment was too low to analyze the key points. Three requirements are proposed for the further engineering of a wearable running system, (i) sampling frequency of minimal 50 Hz, (ii) step-by-step analysis, and (iii) collecting workload in the heart rate and RPE.
DOCUMENT
De daadwerkelijke trainingsbelasting van een sporter komt vaak niet overeen met de door de coach beoogde trainingsbelasting. Bekende oorzaken zijn een verkeerde inschatting van de belastbaarheid van de sporter en moeite met het gebruik van de RPE schaal. Op basis van recent onderzoek wordt het belang van een goede instructie bij het gebruik van de RPE schaal benadrukt.
LINK
Among runners, there is a high drop-out rate due to injuries and loss of motivation. These runners often lack personalized guidance and support. While there is much potential for sports apps to act as (e-)coaches to help these runners to avoid injuries, set goals, and maintain good intentions, most available running apps primarily focus on persuasive design features like monitoring, they offer few or no features that support personalized guidance (e.g., personalized training schemes). Therefore, we give a detailed description of the working mechanism of Inspirun e-Coach app and on how this app uses a personalized coaching approach with automatic adaptation of training schemes based on biofeedback and GPS-data. We also share insights into how end-users experience this working mechanism. The primary conclusion of this study is that the working mechanism (if provided with accurate data) automatically adapts training sessions to the runners’ physical workload and stimulates runners’ goal perception, motivation, and experienced personalization. With this mechanism, we attempted to make optimal use of the potential of wearable technology to support the large group of novice or less experienced runners and that by providing insight in our working mechanisms, it can be applied in other technologies, wearables, and types of sports.
DOCUMENT
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
Uit cijfers van het CBS zien we dat de vraag naar biologische producten achterblijft. De meerprijs die consumenten moeten neerleggen voor biologische productalternatieven blijkt een belangrijke belemmering te zijn voor de overstap naar biologisch. Hoe kunnen we deze gepercipieerde prijsbarrière bij de consument overkomen?
Bedrijfsovername is een grote uitdaging voor agrarische familiebedrijven, waarbij het sociaal-emotioneel welzijn van de familie is geïdentificeerd als een belangrijk knelpunt. Vanuit het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2019 het beleidsprogramma Duurzame Bedrijfsopvolging gestart om het aantal succesvolle bedrijfsoverdrachten te verhogen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een op te richten Kenniscentrum. Dit project wil het Kenniscentrum voeden met onderzoek naar de familiale dimensie van bedrijfsopvolging. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, Aeres Hogeschool Dronten, Van Hall Larenstein Leeuwarden, het Fries Sociaal Planbureau, het NAJK en LTO Noord. Doel van dit project is het inventariseren en evalueren van de ondersteunende advies- en kennisinfrastructuur op de familiale dimensie bij het opvolgingstraject van agrarische familiebedrijven. Dit doen we door inzichten op te halen bij zestien agrarische bedrijfsfamilies, in verschillende stadia van het opvolgingsproces. In het project vergelijken we hoe de families en de ondersteunende advies- en kennispartijen omgaan met de belangen en behoeften van verschillende familieleden (opvolgers, overdragers, partners en niet-opvolgers) tijdens het opvolgingsproces. Daarnaast wordt kwantitatief onderzoek gedaan onder studenten op de twee deelnemende agrarische hogescholen, om de behoeften en verwachtingen van potentiële opvolgers en niet-opvolgers ten aanzien van bedrijfsoverdracht in kaart te brengen. Het project moet resulteren in gevalideerde verbetervoorstellen (stappenplannen) voor zowel agrarische bedrijfsfamilies als adviseurs gericht op de verschillende stadia van bedrijfsopvolging. Ook worden spelvormen ontwikkeld om moeilijke en relationeel ingewikkelde onderwerpen beter bespreekbaar te maken in het agrarisch onderwijs. Tot slot worden de resultaten van het onderzoek geschikt gemaakt voor gebruik binnen agrarische scholen om het curriculum over de zachte kant van bedrijfsopvolging te versterken.
Lectoraat, onderdeel van HAS green academy
Lectoraat, onderdeel van HAS green academy