LINK
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Lector Marco Snoek heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de publicatie ‘Shaping career-long perspectives on teaching’. Deze ‘Guide on policies to improve initial teacher education’ is onlangs gepubliceerd door de Europese Commissie. De guide omvat handreikingen die het resultaat zijn van het werk van de Working Group Schools van de Europese Commissie. De publicatie gaat in op de rol van leraren en hoe leraren in die rol ondersteund kunnen worden door een structuur voor het beroep, die gericht is op een leven lang leren en op samenwerkend leren. Het realiseren van een dergelijke structuur vraagt een nauwe samenwerking van de verschillende stakeholders: ministeries, leraren en schoolleiders. In de Working Group Schools bogen vertegenwoordigers van de verschillende lidstaten zich over de vraag hoe beleid van overheden het continuum van het beroep (de samenhang tussen de lerarenopleiding, de eerste fase van de beroepsuitoefening en de verdere loopbaan van leraren) kan versterken, welke bijdrage leeromgevingen die gericht zijn op samenwerkend leren tussen professionals daar aan kunnen leveren en wat dit vraagt van beleid en van de samenwerking tussen stakeholders bij het ontwikkelen van dit beleid. Marco Snoek vertegenwoordigde daarbij het Nederlandse Ministerie van Onderwijs. De verschillende inzichten die ontstonden op basis van uitwisseling van beleidsaanpakken in verschillende landen zijn vertaald naar aanbevelingen voor beleid. In een TEDlike talk die Marco Snoek op het Europese Education, Training and Youth Forum in Brussels op maandag 19 oktober verzorgde, gaat hij in op de hoofdpunten van de publicatie. Zie: www.vimeo.com/144635675
MULTIFILE
Het Lectoraat kringlooplandbouw “Circulaire Boerenerven” van Aeres Hogeschool Dronten zet in op de transitie van het gangbare landbouwsysteem naar een circulair landbouwsysteem met gesloten kringlopen van grondstoffen, nutriënten en energie, (her)gebruik van reststromen en herstel van natuur en biodiversiteit. Met het lectoraat focust Aeres zich op het volste begin van de voedselketen; de (producerende) groene bedrijven op hun boerenerven. Het lectoraat heeft ten doel om kennis, best practices en nieuwe vormen van samenwerken te ontwikkelen en deze te implementeren op drie niveaus, te weten: 1. het niveau van boerenerven zelf 2. sectoroverstijgend (collectief) niveau en 3. bovenregionaal niveau. Onderzoek naar circulariteit op de boerenerven richt zich op het zo goed als mogelijk stroomlijnen van grondstoffen naar producten en het zo min als mogelijk verliezen daarvan naar bodem, water en atmosfeer. Op het tweede niveau wordt de koppeling van grondstoffen en producten tussen verschillende type bedrijven (akkerbouw-veeteelt en/of akkerbouw-diervoeding) onderzocht. Naast voornoemde mogelijkheden van cross sectorale samenwerking wordt op het derde niveau onderzoek gedaan naar mogelijke specialisaties per gebied. Onderzoek wordt geprogrammeerd op vier met elkaar samenhangende onderzoekslijnen die bijdragen aan de realisatie van kringlooplandbouw en de KIA LWV, te weten: 1. Gesloten voedsel- en mineralenkringlopen 2. Regeneratieve landbouwpraktijken 3. Sleuteltechnologieën 4. Toekomstperspectief en verdienvermogen Er wordt een kenniskring opgezet die bestaat uit docenten en onderzoekers van het Team Praktijkgericht Onderzoek en de Onderwijsteams van Aeres Hogeschool Dronten die zich richten op Dier- en Veehouderij, Tuinbouw en Akkerbouw, Agrifoodbusiness en Bedrijfskunde. Met deze opzet wordt interdisciplinair onderzoek gestimuleerd en worden onderzoeksresultaten geïmplementeerd in het onderwijs. Aeres Hogeschool Dronten heeft een krachtig lectorenportfolio dat een nieuw lectoraat kringlooplandbouw Circulaire Boerenerven vanuit meerdere perspectieven kan ondersteunen. Daarnaast heeft Aeres de afgelopen jaren een uitgebreid netwerk opgebouwd met agrarische bedrijven, publieke (beleids)actoren en onderzoeksorganisaties waarlangs kennis kan circuleren en doorwerken naar de groene sector.
Vier gemeenten in Noord-Brabant, het Landelijke Samenwerkingsverband Actieve bewoners, kennisinstelling Movisie en de Universiteit voor Humanstiek willen middels een ontwikkelonderzoek meer kennis opdoen en delen over hoe interacties verlopen tussen verschillende partijen in de nieuwe gemeentelijke constellatie waarin burgerinitiatieven een grotere rol krijgen bekeken vanuit criteria van democratische legitimatie en duurzaamheid van beleid. Dit past binnen huidig overheidsbeleid die burgers blijvend een grotere rol wil geven. Het beleid heeft hoge verwachtingen van burgerinitiatieven als bijdrage aan de kwaliteit van leven in buurten en wijken (nota Doe-democratie, 2013). De hoop is dat burgerinitiatieven niet alleen aanvullend zijn op beleid, maar ook delen van beleid overnemen; bijvoorbeeld via zorg coöperaties en zelfbeheer van publieke voorzieningen zoals buurthuizen. Er is naast duurzaamheid ook aandacht voor democratische legitimatie, omdat met het meer stem geven aan burgers de vraag ontstaat of de democratische waarden geborgd blijven. Op vier niveaus wordt onderzocht welke condities van belang zijn ten dienste van het ontstaan van die duurzame burgerinitiatieven die passen in een vernieuwde democratie, namelijk 1. Gemeenteraad en college en burgerinitiatieven 2. Ambtenaren en burgerinitiatieven 3. Burgers en burgerinitiatieven 4. Burgers onderling binnen burgerinitiatieven. Het gaat om vragen als moeten bestuurders zich bemoeien met de kwaliteit van bewonersinitiatieven? Voelen burgers buiten burgerinitiatieven zich ook betrokken bij initiatieven? Worden er democratische besluiten genomen binnen initiatieven? Middels interviews, participerende observaties en leerbijeenkomsten wordt kennis opgehaald bij bestuurders, ambtenaren, burgers binnen en buiten burgerinitiatieven. Daarnaast worden de leerbijeenkomsten gebruikt om opgedane kennis direct te delen.
HKU wil Impuls 2020 inzetten voor de doorontwikkeling en versterking van de onderzoeksomgeving binnen de kunsthogeschool als onderwijs- en kennisinstelling enerzijds; Anderzijds voor de ontwikkeling en versteviging van netwerken en samenwerkingsverbanden in de regio en met andere (kunst)hogescholen in duurzame en kansrijke initiatieven met maatschappelijke impact. Het hbo-postdoc onderzoek ‘Common Ground, Praktijk, filosofie en ethiek van onderzoek aan HKU’ dat bijdraagt aan de articulatie van de verschillende methodologieën aan HKU, wordt verlengd. Om nieuwe en bestaande onderzoeksgroepen kwalitatief goed te ondersteunen, willen we het fundament van de ondersteunende onderzoeksinfrastructuur aan HKU verder versterken. Door opdrachtmatige uitbreiding van het team van kennismedewerkers zorgen we voor een goede verankering van nieuwe onderzoeksposities in het functiehuis en professionalisering van de bedrijfsvoering van het onderzoek. We brengen een versnelling op gang in ons traject “HKU Op weg naar Open Science” door een extra investering in menskracht en een online platform voor HKU Press. Strategisch zijn we actief betrokken bij het ontwikkeljaar van de pilot derde cyclus in het hbo vanuit het cluster Kunst + Creatief. HKU heeft de ambitie om de samenwerking met het brede zorgdomein in Utrecht te intensiveren. We willen investeren in een stevige onderzoeksomgeving en het regionaal kennis-ecosysteem op het gebied van Health, met aandacht en ruimte voor de specifieke rol en meerwaarde die praktijkgericht kunstonderzoek heeft in onderzoeksprojecten in (samenwerking met) dit domein. Dit doen we door een Kwartiermaker aan te trekken. Samen met AHK willen we de mogelijkheden voor meer samenwerking tussen de kunsthogescholen, en specifiek tussen onze beide instellingen concreet gaan onderzoeken. Om de thematische en methodologische raakvlakken in kaart te brengen, en kennismaking en uitwisseling tussen onderzoeksgroepen te organiseren, stellen we gezamenlijk een verkenner/aanjager aan. Onderdeel van de verkenningsopdracht is om te kijken naar aansluiting op de landelijke beleidsagenda’s en de haalbaarheid van gezamenlijke aanvragen.