Het is hoog tijd dat we referenda, zoals dat over het associatieverdrag EU/Oekraïne, normaal gaan vinden. Ze zijn een nuttige aanvulling op onze parlementaire democratie, meent Joost van den Akker.
Het lectoraat Ontwikkeling Werklocaties van de hogeschool Saxion heeft drie jaar onderzoek gedaan naar de werkwijze van de Herstructureringsmaatschappij Overijssel in ruim zestig herstructureringsprojecten van bedrijventerreinen. Recent gepubliceerde resultaten zijn heel positief1 . Vraaggericht werken jaagt private investeringen aan en leidt tot hoge multipliers in private versus publieke investeringen. Nieuwe bedrijvigheid en arbeidsplaatsen worden gecreëerd en bedrijfsverplaatsingen met positieve invloed op bedrijfscontinuïteit en ruimtelijke kwaliteit worden gerealiseerd. De inzet van een revolverend fonds kan de effectiviteit en zeker de slagvaardigheid sterk vergroten.Highlights van de aanpak 'Vraaggericht werken '.Vraaggericht werken is een zeer doel- en resultaatgerichte manier van werken. De gidsprincipes van vraaggericht werken zijn:Altijd focus op belangen en investeringsbereidheidAltijd gericht op het ontwikkelen van business cases die maatschappelijke meerwaarde gevenAltijd maatwerk in regisseren, aanjagen, verbinden en ontzorgenAltijd resultaatgericht én flexibelAltijd scherp en goed onderbouwd kiezenAltijd een expliciete exit strategie
MULTIFILE
Dit project: Action Research voor Tweedehandskleding (ART) richt zich op het verbeteren van de mogelijkheden voor tweedehandskleding verkoop. Bij ART staan praktijkvragen centraal, zoals: Welke stromen afgedankte kleding zijn geschikt voor tweedehandsgebruik en waarom? Hoe kunnen deze stromen aan tweedehandskleding opnieuw aantrekkelijk gemaakt worden? Of worden ge-upcycled? Deze praktijkvragen spelen bij o.a. The Swapshop: een MKB-bedrijf met twee winkels (Amsterdam en Rotterdam). The Swapshop heeft een ‘ruil’-model waarbij de ontvangen kleding ‘swaps’ opleveren voor de klant. Deze swaps geven korting bij kledingaanschaf in de winkel. Dit model blijkt kwetsbaar, omdat er swap-waarde zit in de 40% aan kledingitems, die onverkoopbaar blijken te zijn. De Swapshop heeft op basis van uitkomsten van het HU-onderzoeksproject FACILE (Fashion Circular by Logistics Excellence) contact met de HU gezocht. Hieruit is de kans ontstaan om Action Research onderzoek in te zetten voor onderzoek naar hoe uitgerangeerde tweedehandskleding vanwege de vezelwaarde zo lang mogelijk waardevol blijft circuleren. Hiervoor wordt een living lab opgezet waaraan ook The Swapshop gaat deelnemen. De Green Offices op Utrecht Science Park (USP) van de HU en de Universiteit (beiden werken al met een rek tweedehandskleding) nemen deel aan het onderzoek. Het HU Denver House (Self-sufficient Challenge House) is de beoogde locatie voor het ‘Swap-Lab’, waar langere tijd onderzoek kan plaatsvinden (KIEM-project plus opvolgend project). Naast de inzichten levert ART een netwerk aan bedrijven, die diensten aanbieden om de kledingvezel-waarde te behouden (wassen, repareren, vermaken, hergebruiken voor andere items wellicht zelfs als woningtextiel). Met inzicht in nieuwe mogelijkheden om kledingitems aantrekkelijk te maken voor hergebruik, wordt een vervolgonderzoek geformuleerd om deze geslaagde gevonden oplossingen uit de Utrechtse praktijk landelijk te gaan opschalen. Met dat onderzoeksplan eindigt dit ART-project.
Dit project: Action Research Tweedehandskleding Circulair Experimenteren (ARTce) richt zich op het verbeteren van de mogelijkheden voor tweedehandskledingverkoop. Bij ARTce staan praktijkvragen centraal, zoals: Welke stromen afgedankte kleding zijn geschikt voor tweedehandsgebruik en waarom? Hoe kunnen deze stromen aan tweedehandskleding opnieuw aantrekkelijk gemaakt worden? Of worden ge-upcycled? Deze praktijkvragen spelen bij o.a. The Swapshop: een MKB-bedrijf met twee winkels (Amsterdam en Rotterdam). The Swapshop heeft een ‘ruil’-model waarbij de ontvangen kleding ‘swaps’ opleveren voor de klant. Deze swaps geven korting bij kledingaanschaf in de winkel. Dit model blijkt kwetsbaar, omdat er swap-waarde zit in de 40% aan kledingitems, die onverkoopbaar blijken te zijn. Door samenwerking met kledinginzamelaar Sympany, komt er iets van waarde retour. De Swapshop heeft op basis van uitkomsten van het circulaire fashion onderzoek van de HU contact met de HU-onderzoekrs gezocht. Hieruit is de kans ontstaan om Action Research onderzoek in te zetten voor onderzoek naar hoe uitgerangeerde tweedehandskleding vanwege de vezelwaarde zo lang mogelijk waardevol blijft circuleren. Hiervoor wordt een living lab opgezet waaraan The Swapshop en Sympany gaan deelnemen. De Green Offices op Utrecht Science Park (USP) van de HU en de Universiteit nemen deel aan het onderzoek. Het HU Denver House (Self-sufficient Challenge House van 2017) is de beoogde locatie voor het ‘Swap-Lab’, waar langere tijd onderzoek mag gaan plaatsvinden (KIEM-project plus opvolgende projecten de komende vijf jaar). Naast de inzichten levert ARTce een netwerk aan bedrijven, die diensten aanbieden om de kledingvezel-waarde te behouden (wassen, repareren, vermaken, hergebruiken voor andere items, wellicht zelfs als woningtextiel). Met inzicht in nieuwe mogelijkheden om kledingitems aantrekkelijk te maken en te houden voor hergebruik, wordt een vervolgonderzoek geformuleerd om de succesvolste gevonden oplossingen uit de Utrechtse praktijk landelijk te gaan opschalen. Met dat onderzoeksplan eindigt dit ARTce-project.
De grote jongens in 3D-betonprinten (Bruil, Cybe, Witteveen+Bos, BAM en meer) profileren zich met veel ruchtbaarheid met “het eerste geprinte huis”, “het eerste seriematige project” en “de eerste 3D-geprinte brug”. Wanneer je hier echter beter naar kijkt, worden hele delen van het huis traditioneel-prefab aangeleverd (vloeren) en wapening gebeurt op traditionele wijze (brug). Zijn dit nou de innovatieve breakthrough toepassingen die deze uitdagende technologie ons beloofd? Wat betreft de technologie van het 3D-betonprinten zijn de laatste 4-5 jaar stappen gemaakt, maar de ontwikkeling van de toepassing blijft hierop achter. De afgelopen jaren heeft ook het Saxion lectoraat ID samen met een aantal partners, het 3D-betonprinten verkend in RAAK-mkb KONKREET. Nu de printtechniek enigszins onder de knie is en de eerste bedrijven met commerciële 3D-betonprinters hun intrede op de markt hebben gedaan, is er een verschuiving nodig van aandacht op de techniekontwikkeling naar de ontwikkeling van 3D-betonprint-toepassingen. Technologisch moet er nog het nodige worden uitgezocht, maar de toepassing zou daarin leidend moeten zijn. Zonder uitdagende en kosteninteressante toepassingen heeft ontwikkeling van 3D betonprinten geen toekomst. Maar hoe vinden we die toepassing dan? Is het mogelijk om lessen vanuit andere 3D-printtechnieken zoals 3D-metaalprinten toe te passen? Ook daar heeft de afgelopen jaren een ware zoektocht plaatsgevonden naar relevante toepassingen en was er de ontdekking van een nieuwe manier van denken en ontwerpen. Voor de mkb’er ligt de grote uitdaging in het vinden van interessante toepassingen. Wanneer is het voor mij als bedrijf interessant? In dit project beoogt een breed consortium met partijen vanuit de complete bouwkolom – aannemers, architecten, grondstofleveranciers – maar ook netwerkpartners, ontwerpbureaus en mogelijke toepassers een oplossing te zoeken voor de vraag naar interessante toepassingen van 3D betonprinten. We onderzoeken daartoe een selectiemethode en herontwerpmethode voor toepassingsgericht ontwerpen in 3D-printtechnologie, met bijhorende businesscase(s).