During an interview at Georgetown University’s School of Foreign Service one student questioned Prime Minister Rutte about an official apology for slavery. The Dutch Prime Minister assured that each island-nation to whom the Kingdom apologized “has full power to decide to leave the Kingdom. They are not colonized. They are independent.” Rutte described the current role of The Netherlands as that of a “gateway” to bring their products to Europe. The emphasis on trade relationship smacks of neo-colonial interests. Rutte’s portrayal of The Netherlands acting as the “in” to the European market for the former colonies is far from the recovery that one would expect for the descendants of the enslaved. In fact, the Slavery Past Dialogue made a number of recommendations to the Dutch Kingdom, including “active prevention of discrimination and institutional racism throughout society” and “the establishment of a Kingdom Fund […] for structural and sustainable financing of recovery measures.” The Dutch Prime Minister’s comments belie a singular focus on trade with the Caribbean nations rather than a holistic approach, looking at non-pecuniary interests involving the well-being of the descendants and the societies in which they live today. The “republicanization” serves as a backdrop to the years-long journey during which the Dutch government (and the Dutch crown) seemingly dragged their feet, refusing to issue a formal apology for the trade of Africans by the Dutch West Indies corporation. That much-solicited apology was finally issued in December 2022, despite warnings that any gesture that excluded reparations would not be favorably received by the Dutch Caribbean nations.
MULTIFILE
Om historische concepten effectiever te doceren dan via traditionele leerstofoverdracht mogelijk is, pleiten de auteurs voor het creëren van een krachtige leeromgeving en het aanbieden van een groter, betekenisvoller geheel. Op deze wijze zouden de leerlingen in het voortgezet onderwijs een dieper besef krijgen van historische concepten. Deze opzet is gebaseerd op de leertheorie van Vygotsky die uitgaat van een gezamenlijk, probleemgericht leren waarbij studenten in overleg en debat deelnemen aan het leerproces om samen verder te ontwikkelen
DOCUMENT
Steeds meer dringt het besef door dat er geen andere weg meer is dan duurzaam ondernemen. Organisaties die dit inzien streven naar meer dan al- leen nanciële winstmaximalisatie: er moet ook winst worden gecreëerd voor de mens, samenleving en milieu. Als de MVO-ambities meer zijn dan window-dressing, dan moet die winst hard aantoonbaar zijn. Dat kan alleen als duurzaamheid wordt verankerd in de strategische kaders en vast onderdeel is van de planning & control- cyclus. Daarmee ligt MVO op het bord van de controller. In deze bijdrage wordt ge- schetst welke instrumenten de controller kan gebruiken om het leiderschap in MVO op zich te nemen.
DOCUMENT
In de helft van de Surinaamse en Antilliaanse gezinnen in Nederland ontbreekteen vader. Dit artikel bespreekt de achtergronden en mogelijke effectendaarvan en de manier waarop vaders uit deze groepen zelf tegen hunrol als vader en het grote aantal afwezige vaders aankijken. Daarbij ligt hetaccent op Afro-Surinaamse vaders. Een belangrijke vraag die in het artikelwordt behandeld is hoe vaderschap in Afro-Caribische kring te versterken.Enkele recent gestarte initiatieven rond versterking van vaderschap in Amsterdamworden daartoe kort uitgelicht.
DOCUMENT
Bespreking van boek 'Professionele oordeelsvorming in het sociaal domein' van A. van Montfoort.
DOCUMENT
Hoofdstuk 4 in Wat werkt als je samenwerkt - deel 2. Het hoofdstuk begint met een beschrijving van de huidige onderwijssituatie op Bonaire. Daarbij komt de vraag aan bod of en hoe op Bonaire het hiaat kan worden opgevuld tussen het op Europees-Nederlands gerichte geschiedenis)curriculum en het verlangen van leerlingen om onderwijs te krijgen waarmee zij zich verwant voelen en waarin zij Bonaire herkennen. Vervolgens worden de uitkomsten beschreven van het verkennend onderzoek naar wat de leerlingen op Bonaire als betekenisvol onderwijs ervaren. Daarna komen de uitgangspunten van Module Bonaire aan bod. In dat kader wordt ook het Jericho-project (de voorloper van Module Bonaire) beschreven. In de epiloog wordt de start (september 2023) beschreven van een verkennend onderzoek waar gebruik wordt gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan met het Jericho-project en de verkenning op Bonaire. Dat onderzoek vindt plaats op een middelbare school in Utrecht. De beschrijvingen maken inzichtelijk hoe context-specifiek onderwijs zou kunnen of moeten zijn, om het voor leerlingen betekenisvol te laten zijn.
DOCUMENT
Kim Meijer, zelf werkzaam als docent, onderzoeker en trainer in de bedrijfsethiek, is in december 2023 gepromoveerd op het proefschrift ‘Impossible and Inevitable: Reconstructing the Critique of Business Ethics’. Voor toegepast filosofen is dit een belangrijk proefschrift, omdat het de modderigheid van bedrijfsethiek in een transparanter kader stelt en omdat het niet alleen over bedrijfsethiek gaat. Het onderzoek van Meijer gaat over de spanningen die horen bij het toepassen van filosofie in een concrete context. Daarmee is het mijns inziens ook relevant voor beoefenaars van bijvoorbeeld de bio-ethiek (die zij bespreekt in haar proefschrift), de publieksfilosofie en de levenskunst. Hieronder heb ik een aantal inzichten uit het proefschrift weergegeven en voorzien van mijn eigen reactie.
MULTIFILE
‘Je voelt de wind, je ruikt de geur van Bonaire: je bent terug!’ vertelt een leerling terwijl hij wijst naar een afbeelding van de luchthaven Flamingo. Deze uitspraak werd gedaan tijdens ons onderzoek naar een betekenisvol geschiedeniscurriculum met burgerschapsdoelen in het voortgezet onderwijs op Bonaire. Een jaar later, in 2024, keerden we naar het eiland terug en deden er onderzoek naar Bonairiaans burgerschapsonderwijs dat daar op vier basisscholen wordt ontwikkeld.
DOCUMENT
Een lezing gehouden op de opleiding Creatieve Therapie over het woord Ludiek. De vraag was indertijd (1984) of deze opleiding zich met benamingen als muzisch ludisch diende te gaan afficheren. De auteur was van mening dat dit niet zo voor de hand lag. Het is tevens een aardige studie naar de etymologie (eigenlijk meer de sociogenese) van ludiek. En passent komen we te weten wat de toenmalige opleidingsvereisen waren: "Heerkens meldt voor het ludisch (genoemde) vak muziek, dat de leerlingen 75 liedjes goed moesten kunnen zingen en deze zowel met behulp van zelf vervaardigde instrumenten kunnen begeleiden, alsook kunnen meespelen met grammofoonplaatjes die harmonisch op die liedjes aansloten (bedenk wel, dit waren eindexameneisen."
DOCUMENT