Als gevolg van het "zo, zo, zo, zo-beleid" van de overheid ("zo dicht mogelijk bij huis, zo licht mogelijk, zo kort mogelijk en zo tijdig mogelijk") vindt ambulantisering van de hulpverlening plaats. Dit betreft hulp in eigen omgeving die aansluit op de hulpvraag van cliënten en die van hun kracht uitgaat. De kunst van het hulpverlenen is tegenwoordig mensen zo te helpen, dat de vrijheid om zelf hun leven te bepalen zo groot mogelijk is. Hulp in eigen omgeving belicht allereerst de achtergronden van ambulantisering en gaat vervolgens in op wat onder dit fenomeen wordt verstaan. De casuostiek uit de verschillende sectoren van de hulpverlening geeft hiervan een illustratie en laat zien dat in de praktijk nog volop met de genoemde paradigmaverschuiving wordt geworsteld. Tot slot gaat het boek uitgebreid in op de vraag welke competenties bij uitstek ambulant werken in de hulpverlening noodzakelijk maken en hoe opleidingen hierop kunnen inspelen. Het boek is bedoeld voor studenten en docenten van sociaal-agogische opleidingen, zoals SPH (sociaal pedagogische hulpverlening) en MWD (maatschappelijk werk en dienstverlening), die meer over het onderwerp ambulantisering willen weten. Het is geschreven op initiatief van de opleidingen, in samenwerking met vertegenwoordigers uit het werkveld en een ondersteuningsorganisatie.
Met grote blijdschap presenteert het bijzonder lectoraat Geschiedenis van het sociaal werk dit boek. Hiermee onderbouwen we het programma voor praktijkgericht historisch onderzoek en onderwijs. Het onderzoek van het lectoraat omvat de geschiedenis van het brede werkveld van het sociaal werk en wordt mede gevoed door actuele vraagstellingen. Het gaat om historisch onderzoek naar duurzame waarden en praktijken in het sociaal werk. De onderwijspraktijk van het lectoraat komt voort uit en is primair gericht op de bacheloropleidingen Social Work en op de nascholing. Daarbij gaat het om kennis van de geschiedenis als onderdeel van de beroepsvorming. Het bijzonder lectoraat Geschiedenis van het sociaal werk is aangehaakt bij het lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening. Het is ingebed in het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht.
Objectives: This study assesses social workers’ orientation toward the evidence-based practice (EBP) process and explores which specific variables (e.g. age) are associated. Methods: Data were collected from 341 Dutch social workers through an online survey which included a Dutch translation of the EBP Process Assessment Scale (EBPPAS), along with 13 background/demographic questions. Results: The overall level of orientation toward the EBP process is relatively low. Although respondents are slightly familiar with it and have slightly positive attitudes about it, their intentions to engage in it and their actual engagement are relatively low. Respondents who followed a course on the EBP process as a student are more oriented toward it than those who did not. Social workers under 29 are more familiar with the EBP process than those over 29. Conclusions: We recommend educators to take a more active role in teaching the EBP process to students and social workers.