Vanwege de achterblijvende aantallen lidmaatschappen bij sportverenigingen van Utrechtse jeugdigen in de wijken Zuid, Noordwest, Overvecht en Zuidwest, is de gemeente Utrecht enkele jaren geleden gestart met het opzetten van zogenaamde buurtsportclubs. Buurtsportclubs hebben het doel om meer jeugdigen uit deze wijken naar de sportverenigingen toe te leiden. Buurtsportclubs zijn een tussenstap naar het traditionele sportaanbod op de verenigingen. Kinderen kunnen er tegen gereduceerd tarief aan verschillende sporten in hun buurt deelnemen, waardoor ze op laagdrempelige wijze kennis maken met verschillende sporten en hierdoor de mogelijkheid wordt geboden door te stromen naar een sportvereniging. Op deze wijze kunnen de kinderen dicht bij huis en tegen een klein bedrag sporten uitproberen en kunnen sportverenigingen meer bekendheid genereren in wijken met veel potentiele (jeugd)leden. De gemeente zou graag meer inzicht willen hebben in het bereik en effect van de buurtsportclubs. De opzet en het resultaat van de buurtsportclubs als ‘tussenstation’ naar de reguliere verenigingen lijken nog niet optimaal.
Het belang van sport en bewegen voor een gezond en vitaal Nederland is overduidelijk voor de ‘believers’ in de kracht van sport. De sport heeft echter moeite om deze kracht daadwerkelijk aan te tonen in het politieke en publieke debat. Daarnaast zijn er nog veel (groepen van) burgers die niet of te weinig bewegen en een inactief leven leiden.
Harten voor Sport heeft het lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling (PSO) van de Hogeschool Utrecht benaderd om samen na te denken over een onderzoekstraject ten behoeve van de horizontale verantwoording 2016. Het was de wens van Harten voor Sport om een compact onderzoek uit te voeren waarbij de volgende onderzoeksvraag is geformuleerd: Wat hebben de programma’s van Harten voor Sport bijgedragen aan de huidige ontwikkelingen van het sport- en beweeggedrag van Utrechtse wijkbewoners (Zuid en Zuidwest), bezien vanuit samenwerkingspartners en beweegmakelaars die werkzaam zijn in deze twee wijken? Om focus en verdieping in het onderzoek (1-meting) aan te brengen zijn twee Utrechtse wijken (Zuid en Zuidwest) geselecteerd, die ook in het onderzoek (0-meting) van 2014 geselecteerd waren. Op deze manier kan er beter en gerichter gekeken worden naar de bijdrage van Harten voor Sport. Het compacte onderzoek bestond uit twee delen. Om een scherper zicht te krijgen op de uitvoering van de programma’s van Harten voor Sport hebben er twee interviews plaatsgevonden met twee beweegmakelaars die betrokken zijn geweest bij de uitvoering van de programma’s in een van beide wijken. Zij kunnen een beeld schetsen van de uitvoering van de programma’s in hun wijken en de doelgroepen. Daarnaast zijn er twee focusgroepsgesprekken op wijkniveau (Zuid en Zuidwest) belegd. Maatschappelijke partners uit de wijk zoals sociaal makelaars, combinatiefunctionarissen (CF’ers), sportverenigingsbestuurders, jongerenwerkers, brede school coördinatoren, vertegenwoordigers uit de zorgsector en actieve bewoners die zelf sportieve activiteiten organiseren zijn uitgenodigd om hun meningen en ervaringen over de gevoerde Harten voor Sport programma’s te delen. Helaas was de opkomst gering bij de focusgroepen; aan beide bijeenkomsten werkten in totaal vier samenwerkingspartners mee. De opkomst van maatschappelijke partners lag tijdens de 0-meting over het jaar 20141 twee keer zo hoog met acht deelnemers aan twee focusgroepgesprekken. Er is geen aantoonbare reden voor de lagere opkomst bij de 2-meting. Om de respons te verhogen zijn er per e-mail nog vragenlijsten nagestuurd, maar ook die opbrengst was nihil. Dit gegeven dient bij het lezen van deze rapportage meegenomen te worden, omdat de uitkomsten dus gebaseerd zijn op een beperkt aantal interviews. In het volgende hoofdstukken zullen de uitkomsten van de interviews en focusgroepen gegeven worden en tenslotte treft u de conclusie en aanbevelingen aan van deze rapportage
Dit Living lab staat in teken van het bevorderen van sport en bewegen voor bewoners waarvoor het sportaanbod nu niet voldoende of moeilijk te bereiken is. Het project is hierbij opgedeeld in drie deelprojecten, waar we voor elke specifieke doelgroep (40-65 jaar) een werkwijze ontwikkelen om een duurzame samenwerking op te zetten.Doel Het overkoepelende doel is bewoners uit de doelgroep naar beweging en sporten toe te leiden. Door middel van design thinking methoden borduren we voort op de geïdentificeerde oplossingsrichtingen in fase 1. Deelproject 1: Het bouwen aan een groeiend platform waarin sportaanbieders en sporten gekoppeld worden en zo een flexibel sportaanbod te creëren. Verder willen we inzicht krijgen in wat er nodig is om de al werkende – sportplanner – app beter aan te laten sluiten bij haar gebruikers. Deelproject 2: Het opzetten van een duurzaam sportmaatjesproject voor mensen met een beperking (fysiek, verstandelijk of door bijvoorbeeld long COVID) in samenwerking met HU-studenten, de buurtsportcoach aangepast sporten en minimaal één werkplaatsdocent van de HU met als doel de sportdeelname voor deze doelgroep te vergroten. Deelproject 3: Het verbinden van de hulpvraag met het beweegaanbod verbinden en daarmee aan te sluiten op de behoeften van deze doelgroep. Bewegen wordt ingezet als middel en door een inclusief co-design ontwerpproces zal dit aanbod passend gemaakt worden. Het bereiken van de doelgroep en het uitvoeren van kleine pilots staat centraal. Resultaten uit de eerste fase De behoefte van de doelgroep (40-65 jaar) op het gebied van bewegen en gezondheid is in kaart gebracht. Er is inzicht verkregen in de complexiteit van de doelgroep met de uitkomst dat het belangrijk is oog te hebben voor de verschillende subgroepen binnen de doelgroep. Er zijn drie deelprojecten opgezet aan de hand van deze subgroepen; de sporter met behoefte aan een flexibel sportaanbod, de sporter met een fysieke beperking en de groep waar een zodanige complexe hulpvraag speelt dat sport kan worden ingezet als middel ter bevordering van het welzijn van deze groep. Er is een nieuw netwerk ontstaan waarin de nadruk ligt op inwonerparticipatie. Looptijd 31 december 2019 - 01 februari 2022 Aanpak In het Living Lab zal gewerkt gaan worden met de Design thinking methode. Ook zullen ervaringsdeskundigen op het gebied van eenzaamheid en een verbeterde leefstijl ingezet worden. Het levert een kruisbestuiving op tussen dorpsteams, buurtsportcoaches, en (ervaringsdeskundige) inwoners. Relevantie van het project Dit project zal vernieuwend zijn voor beleidsmedewerkers, social workers en sportprofessionals die zich bezig houden met de onderwerpen gezondheidsbevordering en preventie. Ook past het op een nieuwe wijze ervaringsdeskundigen toe in het outreachend werken. Cofinanciering Dit project ontvangt een cofinanciering van ZonMw.
Kinderen bewegen te weinig, hetgeen diverse gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Ondanks inspanningen om inactieve kinderen aan te zetten tot voldoende beweging, is de trend een toename van het aantal kinderen dat onvoldoende beweegt. Factoren die bijdragen aan het inactieve beweegpatroon zijn divers: zo blijkt dat het aanbod van sportactiviteiten te kort schiet, inactieve kinderen te weinig vaardig zijn in het bewegen en daardoor gedemotiveerd raken in het reguliere (competitieve) sportaanbod. Daarnaast werkt de eenzijdige verplichtende benadering van veel “gezonde activiteiten” ook demotiverend. Buurtsportcoaches die aangesteld zijn om deze uitdagingen aan te gaan bereiken de doelgroep echter nog onvoldoende, zowel binnen als buiten het bewegingsonderwijs. Tegelijkertijd zien we een trend op het gebied van exergaming, die de doelgroep wél kan aanspreken, maar nog niet de norm is. Exergames zijn een veelbelovende oplossing als het gaat om het fysiek vaardiger maken van inactieve kinderen en bieden daarnaast strategieën om het motiveren van kinderen om meer te bewegen en het gedrag te veranderen. Vaak kunnen de buurtsportcoaches deze technologie nog niet goed inzetten; ze zien vaak door de bomen het bos niet en weten niet wat kwalitatief goed is. De essentie van onze innovatie Fit for Play betreft een modulair platform dat inactieve kinderen structureel motiveert en stimuleert om meer te gaan bewegen door het aanbod van gevarieerde interactieve digitale interventies (exergames). Het platform en de interventies moeten samen leiden tot een langdurige gedragsverandering en/of nieuwe kennis over bewegen en fysiek actief gedrag bij kinderen. Een wezenlijke randvoorwaarde is dat het platform adaptief is: het speelt in op de individuele bewegingsniveaus, behoeften en motieven van het kind. Elk kind krijgt zo een daarop toegesneden begeleiding naar voldoende en zelfstandig bewegen. Daarnaast speelt ook zelfregie van kinderen en buurtsportcoaches een belangrijke rol. Met dit platform denken we een iconische innovatie te realiseren, dat haar waarde op nationale schaal kan bewijzen.Dit leidt tot het volgende haalbaarheidsvraagstuk. Er is wetenschappelijk bewijs dat (adaptieve) exergames inactieve kinderen kunnen stimuleren tot meer bewegen. De praktijk laat echter zien dat dit nog niet op grote schaal gebruikt wordt onder de doelgroep. Welke oorzaken kunnen hieraan ten grondslag liggen en werkt de voorgestelde oplossingsrichting voor de verschillende stakeholders (kinderen en sportprofessionals)? Hoofddoelstelling van deze haalbaarheidsstudie is een antwoord krijgen op de vraag wat het draagvlak, de behoeften en vereisten vanuit de sportpraktijk (buurtsportcoaches en het inactieve kind) en het bijbehorende ecosysteem zijn bij een dergelijk te ontwikkelen adaptief platform voor exergames
Het project ‘IN THE ZONE!? Sporten en bewegen binnen openbare Sportzones’ vindt plaats in de kernen Doornenburg en Gendt van de gemeente Lingewaard. In deze kernen zijn met Living lab Lingewaard Sportzones ontwikkeld. Deze Sportzones als interventie om de openbare ruimte beweegvriendelijker te maken, zijn (nu nog) uniek in Nederland. Ze worden gekenmerkt door de realisatie van en aanpassingen aan hardware, software en orgware in de openbare ruimte binnen en rondom sportparken. Hardware betreft de verkeersinfrastructurele aanpassingen om de veiligheid in en zichtbaarheid van de sport- en beweeggebieden te vergroten. De software bestaat uit georganiseerd en ongeorganiseerd sport- en beweegaanbod in openbaar toegankelijke sport- en beweegvoorzieningen. Het aanbod komt tot stand door verschillende samenwerkingsverbanden (orgware). Binnen dit project worden de Sportzones in Doornenburg en Gendt geëvalueerd met stakeholders (de gemeente Lingewaard, de HAN, het Transferpunt Sport, lokale sport- en welzijnsorganisaties en dorpsontwikkelgroepen) die de interventie hebben geïnitieerd, ondersteund en uitgevoerd én met inwoners als (potentiële) gebruikers van de Sportzones. Er wordt inzicht verkregen in de werkzame bestandsdelen en effecten van de hardware, software en orgware in de Sportzones, door onderzoek te doen naar (veranderingen in) de objectieve en ervaren (verkeers)veiligheid en zichtbaarheid van het gebied, het gebruik van en de tevredenheid over de sport- en beweegvoorzieningen en het -aanbod en de mate en het succes van samenwerking ten behoeve van sporten en bewegen binnen de Sportzones. Op basis van de met dit onderzoek verkregen inzichten worden beleidsambtenaren van verschillende sectoren en (gemeentelijke) professionals geïnformeerd over en geactiveerd tot het beweegvriendelijker inrichten van de openbare buitenruimte door middel van Sportzones. Daartoe worden in dit project aan de hand van de onderzoeksbevindingen lokale adviezen en presentaties ontwikkeld, evenals een Sportzone kennis- en inspiratiepakket, welke wordt aangeboden via het Kenniscentrum Sport, de VSG, NOC*NSF en de HAN.