Van running business naar staande (inn)ovatie webartikel door Hilde de Groot
LINK
Binnen V.V. De Meern is in 2010 een maatschappelijke tak binnen de vereniging in het leven geroepen, V.V. De Meern Betrokken genaamd, met als motto: ‘Ontwikkel jezelf, ontwikkel je club’. Middels deze tak binnen de vereniging levert V.V. De Meern op verschillende manieren een brede maatschappelijke bijdrage. Door een subsidie van het Oranje Fonds zag de vereniging de mogelijkheid om in een pilot een aanpak te ontwikkelen die past bij kwetsbare jongeren en bij de vereniging. Dit project, Trainerskracht genaamd, heeft als doelstelling om jongeren tussen de 16 en 27 jaar die laag op de participatieladder staan de mogelijkheid te bieden om op basis van hun passie (voetbal) hun sociale en maatschappelijke vaardigheden te ontwikkelen. Inzet van het project is het leveren van een bijdrage aan het vergroten van de competenties van de deelnemende jongeren zodat zij op een of meerdere leefgebieden hun situatie verbeteren. Door vaardigheden die de jongeren ontwikkelen binnen het project kunnen ze wellicht ook op andere leefgebieden beter gaan functioneren; bijvoorbeeld doordat zij meer vertrouwen krijgen in eigen kunnen, zetten ze mogelijk de stap om weer naar school te gaan. In het project doen de jongeren als hulptrainer praktische ervaring op in het geven van trainingen aan kinderen die op de wachtlijst staan bij V.V. De Meern, een groeiende vereniging. Ook krijgen zij een trainerscursus aangeboden. Indien nodig is er ondersteuning op andere leefgebieden bijvoorbeeld in de vorm van huiswerkbegeleiding. De werving en de begeleiding van de jongeren wordt gedaan door stagiairs van de Hogeschool Utrecht onder begeleiding van de combinatiefunctionaris van de vereniging.
TechForFuture en SRON hebben elkaar gevonden op het onderzoeksterrein van de nanotechnologie. SRON is het Nederlands Instituut voor Ruimtevaartonderzoek, een van de acht NWO-instituten, gespecialiseerd in hoogwaardig, fundamenteel onderzoek op het snijvlak van space-technologie, ruimte-instrumentarium en de enabling technologieën. TechForFuture (TFF) is het Centre of Expertise HTSM-Oost, een samenwerking van Saxion en Windesheim, voor praktijkgericht onderzoek binnen het kennisterrein van de Hightech Systemen en Materialen. Door de samenwerking tussen TFF en SRON ontstaat een doorlopende kennislijn van fundamenteel naar toepassingsgericht en wordt de interactie tussen fundamenteel en toepassing in het mkb versterkt. Deze samenwerking krijgt vorm in de persoon van Aleksandar Andreski, die als gezamenlijk onderzoeker actief zal zijn bij zowel TFF als SRON. Zijn opdracht is de praktijkgerichte valorisatiekennis van TFF te verbinden met de fundamentele kennis en ervaring van SRON, om zo een brug te slaan tussen nieuwe technologie, inclusief de praktijk van de engineering uit het ruimteonderzoek en praktijktoepassing in en met het mkb.
Aanleiding Mede door de vergrijzing groeit de zorgvraag in Nederland. Tegelijkertijd vallen veel verpleegkundigen uit door fysieke en mentale arbeidsbelasting. Dit begint al tijdens de opleiding/aan de start van de loopbaan. Dreigende arbeidstekorten en decentralisatie in de zorg vragen om verpleegkundigen die regie kunnen voeren over hun eigen werkgerelateerde gezondheid. Er is nog weinig wetenschappelijke kennis over het vroegtijdig signaleren en aanpakken van uitval onder verpleegkundigen. Bovendien hapert de invoer van effectieve interventies. Daarom willen zorginstellingen, verpleegkunde-opleidingen en wetenschappelijke organisaties onderzoek doen naar de oorzaken van uitval en een instrument ontwikkelen om problemen vroegtijdig te herkennen en te ondervangen. Doelstelling Het consortium wil een wetenschappelijk en praktisch onderbouwd instrumentarium ontwikkelen voor het signaleren van risicofactoren, gezondheidsproblemen, productiviteitsverlies en uitval bij stagiairs en beginnende verpleegkundigen, met daaraan gekoppeld effectieve preventieve interventies voor in de onderwijs- en stagepraktijk. Het programma kent twee fases. 1) literatuuronderzoek, kwalitatief onderzoek naar nog onbekende risicofactoren en longitudinaal cohortonderzoek vormen de basis voor een signaleringsinstrument/predictiemodel. In het cohortonderzoek worden van 750 (aankomend) verpleegkundigen 2,5 jaar de determinanten voor uitval gemonitord. In expertmeetings selecteert men vervolgens 6 evidencebased interventies. 2) het onderzoeksteam pre-test deze interventies op eerste haalbaarheid bij studenten verpleegkunde met risico. De 2 kansrijkste interventies, één voor mentale en één voor fysieke werkbelasting, worden in pilots op effectiviteit getoetst. In het onderzoek zet men de psychometrisch beproefde meetinstrumenten in van de European Nurses Early Exit Study (online enquêtes), aangevuld met inzichten uit interviews, fysieke metingen en praktijkobservaties. Beoogde resultaten De beoogde resultaten van het project zijn: " inzicht in de fysieke en mentale problemen van verpleegkundigen; " een gevalideerd predictiemodel voor geïndiceerde preventie in de zorg; " good practices en een kant-en-klare webapplicatie voor vroegsignalering met interventies in het stageonderwijs en het werkveld om uitval te voorkomen; " valorisatie van kennis in co-creatie met studenten, zorginstellingen en zorgprofessionals in de regio; " kennisinput voor de opleidingen Nurse practitioner, Verpleegkunde, Arbeid en Gezondheid, HRM. Een grote groep studenten is respondent in het onderzoek. In de uitvoering participeren ook studenten en daarnaast onder meer lectoren, onderzoekers en docenten van Hogeschool Rotterdam en twee promovendi. Voor de wetenschappelijke disseminatie worden refereerbijeenkomsten en presentaties gehouden op internationale congressen, en proefschriften en artikelen geschreven gepubliceerd. De verspreiding onder maatschappelijke partners gebeurt via vakpublicaties, expertmeetings en een slotsymposium. Met internationale partners uit het netwerk worden mogelijkheden verkend voor internationale parallelstudies.
Weinig basisschoolleerlingen kiezen voor de technische profielen in het vmbo, terwijl juist daar kansen liggen. Leerlingen en ouders hebben een beperkt beeld van de mogelijkheden in de techniek. De vraag in dit project is hoe hands-on ervaring met technisch vmbo-onderwijs in groep 6 en 7 kan bijdragen aan interesseontwikkeling en schoolkeuze.Doel De arbeidsmarkt staat te springen om mbo-technici maar onder vmbo-leerlingen zijn de technische profielen vaak weinig populair en het kost vmbo-scholen, met name in de stedelijke omgeving, veel moeite om een levensvatbaar techniekaanbod in stand te houden. In T is for Tech werken de vmbo’s in de regio Eemland, gesteund door het landelijke actieplan "Sterk TechniekOnderwijs (STO)", daarom samen aan aantrekkelijk en up-to-date techniekonderwijs in het vmbo. Eén actielijn binnen dit project richt zich op de instroom vanuit de basisschool. Daarvoor is het belangrijk beter zicht te krijgen op de interesseontwikkeling van leerlingen in de vmbo-doelgroep, de beelden en waarden die bepalend zijn voor hun schoolkeuze, en de rol van leerkrachten, peers en ouders in dit proces. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2023 Aanpak De leerlijn techniek in het basisonderwijs wordt nader ingevuld met behulp van de “Maakkunde”-materialen die door NEMO ontwikkeld zijn. Specifiek voor groep 6 en 7 worden onderwijseenheden ontwikkeld in samenwerking met techniekdocenten uit het vmbo, waarbij ook een deel van het onderwijs plaatsvindt in de werkplaatsen van het vmbo en bij betrokken bedrijven. Leerlingen ontwerpen en maken producten die ook aan de ouders gepresenteerd zullen worden. Deelnemende leerkrachten en stagiairs volgen (na)scholing die mede aangeboden wordt door de vmbo’s. Onderzoekers vanuit de HU begeleiden de ontwikkeling van deze activiteiten en onderzoeken de effecten op kennis, vaardigheid en houding bij leerlingen, ouders, leerkrachten en leerkrachten in opleiding.