De Plattelandswerkplaats Salland, onderdeel van het Kenniscentrum Leefomgeving van Saxion, heeft van de gemeente Deventer opdracht gekregen om onderzoek te doen naar de economie van de groene ruimte van Deventer. Met de economie van de Groene Ruimte wordt bedoeld het grondgebied dat niet gerekend wordt tot de bebouwde omgeving van de dorpen en de steden. In de praktijk betekent dat voor de gemeente Deventer het totale grondgebied minus de bebouwde kommen van Deventer, Diepenveen, Schalkhaar en Lettele. Het kleine dorp Okkenbroek en de buurtschappen worden wel in het geheel gerekend tot de groene ruimte. Het onderzoek kent drie onderdelen: Nieuwe financiële beheersvormen; Nieuwe verdienmodellen algemeen en in het bijzonder vergroten van marges in de melkveehouderij; Sluiten van kringlopen (mineralen en energie) Ten behoeve van de onderzoeken zijn allereerst relevante trends en ontwikkelingen die spelen in de economie van de groene economie in beeld gebracht. Het gaat veelal om trends en ontwikkelingen die in z’n algemeenheid aan de orde zijn voor het landelijk gebied in Nederland. Telkens is wel geprobeerd de trends en ontwikkelingen zo goed mogelijk te vertalen naar de situatie in Deventer.
MULTIFILE
In het kader van Kennis Innovatie Mapping (KIEM) binnen het programma Van afval naar grond-stof (VANG) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is het Center of Expertise Smart Sustainable Cities van Hogeschool Utrecht een onderzoek gestart. Het consortium van Hogeschool Utrecht, BOOT, NL Greenlabel, Royal Haskoning, DHV, EBU en provincie Utrecht heeft de volgende vraag beantwoord: “Wat zijn de kansen voor toepassen van principes van circulaire economie in het beheer en de ontwikkeling van de openbare ruimte?”
BREDE ECONOMISCHE BLOEI Den Haag groeit harder dan in de periode voor 2019, zowel economisch (bbp) als wat betreft werkgelegenheid. Deze groei is echter minder dan in de andere drie grote steden. De Haagse economie groeit al meerdere decennia minder hard dan andere grote steden en zelfs dan Nederland gemiddeld. Vanuit historisch perspectief valt de achterblijvende groei van Den Haag te verklaren. Een belangrijke verklaring is, naast de sectorstructuur van de Haagse regio met veel overheid en zorg en relatief weinig hoogproductieve sectoren, de lage score op de vestigingsplaatsfactoren innovatieve clusters, kennisinfrastructuur en talent. Ook het gebrek aan ruimte is een terugkerend thema. Het verschil in groei wordt wel kleiner en het is sinds 2007 geleden dat Den Haag groeit in het tempo van de laatste jaren (vanaf 2019). De verklaringen voor de achterblijvende groei worden uitgelicht in Intermezzo 3: verder terugkijken op economische groei Den Haag. Net als andere grote steden kent Den Haag een beneden gemiddelde score op een groot aantal aspecten van Brede Welvaart Den Haag scoort net als veel andere grote steden goed op nabijheid van voorzieningen en werk. Den Haag behoort tot de top van Nederland op dit gebied. Het grote aanbod van werk en voorzieningen maakt Den Haag net als andere grote steden aantrekkelijk om te wonen. Tegelijkertijd is er ook een relatief grote groep die minder verdient en leeft in (relatieve) armoede. Dit verdeelde beeld is een algemeen kenmerk van grote steden. Het zijn ook plekken waar sociale problematiek samenklontert en waarin niet alleen hoogopgeleide kenniswerkers wonen maar ook mensen met een sociaaleconomische achterstand. Dit uit zich in relatief lage scores op arbeidsparticipatie, hoge werkloosheid, veel geregistreerde misdaden, een relatief hoge mate van ervaren onveiligheid en een lage ervaren gezondheid. Deze bevindingen zijn beschreven in Intermezzo 1: Brede Welvaart: stad van contrasten. Grote steden hebben agglomeratievoordelen, maar ook -nadelen De hoge concentratie aan inwoners en economische activiteit heeft ook een keerzijde. Den Haag scoort net als veel andere gemeenten relatief slecht op tevredenheid met de woonomgeving, milieukwaliteit en fijnstofemissies. Ook de hoeveelheid natuurgebied scoort laag, maar de nabijheid van kust en duingebied is positief. In 2023 nam de groei sterk af in Nederland er wordt een gematigde groei verwacht voor 2024 De verwachting is dat de economie in 2024 aantrekt. Raboresearch verwacht voor heel Nederland een groei van 0,7% in 2024. Dit komt vooral door een toename in consumentenbestedingen als gevolg van loonstijging en stabiliserende prijzen. De prognose is gematigd omdat Raboresearch verwacht dat we nog tot het laatste kwartaal van 2024 moeten wachten op renteverlagingen en de daaropvolgende bedrijfsinvesteringen grotendeels pas na 2024 een effect zullen sorteren. Ook de arbeidsmarktkrapte is een rem op de groei. Voor de regio Den Haag (agglomeratie ’s-Gravenhage) prognosticeert Raboresearch een groei van tussen de 0% en 0,5%.9 8 ATTRACTIEVE STAD Den Haag behoort tot de top van aantrekkelijke steden De voorzieningen, historische binnenstad en opties voor opleidingen en banen zijn sterke punten. De veiligheid, woonomgeving en bereikbaarheid zijn aandachtspunten. De combinatie van stad en strand blijven trekkers voor binnenlandse toeristen. In 2022 is ook het herstel van zakelijke overnachtingen en congressen ingezet. Dit zet door in 2023 maar is nog niet op het pre-corona niveau. Bevolkingsgroei door vestiging van migranten In een aantrekkelijke stad willen mensen graag (komen) wonen. In 2023 groeide de Haagse bevolking met 1,7 procent. De groei wordt voornamelijk gedreven door een vestigingsoverschot. In 2023 hebben zich 8.400 meer mensen gevestigd in Den Haag dan dat er vertrokken zijn. De prognose is dat de groei zich de komende jaren voortzet en dat de stad in 2027 haar grens van 600.000 Hagenaren passeert. In Intermezzo 2 komt naar voren dat arbeidsmigratie veelzijdig is. De komst van (arbeids)migranten heeft zowel positieve als negatieve gevolgen. Deze gevolgen zijn van belang in de beslissingen in welke richting de gemeente zich in de toekomst wil ontwikkelen. VEERKRACHTIGE STRUCTUUR Lage arbeidsproductiviteit in combinatie met krappe arbeidsmarkt punt van aandacht In Nederland is er bezorgdheid over de achterblijvende arbeidsproductiviteit en de verschuiving van hoogproductieve sectoren naar laagproductieve sectoren. In Den Haag blijft de arbeidsproductiviteit nog verder achter en ligt de groei van de productiviteit op een lager niveau. Deels omdat in de voor Den Haag belangrijkste sectoren overheid, onderwijs en zorg de productiviteit lager ligt en langzamer stijgt. Maar ook in andere sectoren blijft de productiviteit achter. Bij gelijkblijvende trends, zal dit leiden tot grotere verschillen in de toekomst. Ook geven ondernemers in de Haagse regio nog meer dan elders in Nederland aan last te hebben van de krappe arbeidsmarkt. Productiviteit is niet alleen belangrijk voor de concurrentiepositie van bedrijven en daarmee het verdienvermogen van de Haagse economie, maar is via de toepassing van technologie ook een medicijn tegen de hardnekkige arbeidsmarktkrapte: met minder arbeid meer waarde toevoegen. Het Haagse ecosysteem voor ondernemerschap ontwikkelt zich goed Op de Entrepreneurial ecosysteemindex is Den Haag met een positie gestegen naar plek 7. Den Haag scoort op veel factoren boven het Nederlands gemiddelde en meer specifiek hoog op verbondenheid van bedrijven in kennisnetwerken en ondernemerscultuur. Waar de stad lager scoort dan andere regio’s, is voornamelijk het investeren in nieuwe kennis. Er ontstaan relatief veel startups rond nieuwe activiteiten gerelateerd aan het overheid- en non-profit-cluster rond de stad van Vrede en Recht zoals cyberveiligheid, impacteconomie (“doing business doing good”) en recht. EXCELLENT ONDERNEMERSKLIMAAT Tekort aan personeel tempert stemming ondernemers Met de conjunctuurenquête Nederland wordt elk kwartaal de stemming onder ondernemers gemeten. Na een forse daling in 2022 herstelde het cijfer zich in 2023 voorzichtig maar is nog steeds ondergemiddeld. In de nieuwste cijfers verbeterde het sentiment vooral in de overige dienstverlening en bouwnijverheid. In de regio Den Haag ervaren de ondernemers meer dan in de andere grote steden een tekort aan passend personeel en dit speelt in vrijwel alle beroepsgroepen en sectoren. Andere belemmeringen voor Den Haag zijn een tekort aan grondstoffen, ook ervaren ze vaker problemen met financiering. Explosieve groei zzp'ers, bescheiden groei mkb en grootbedrijf Het aantal zzp’ers groeit sterk, het aantal verdubbelde in de afgelopen tien jaar. In de kleine bedrijven tot 10 werknemers neemt het aantal banen ook toe, maar met 3 procent in tien jaar is de groei bescheiden. Ook bij bedrijven met 10 tot 99 werknemers is er een bescheiden groei, het aantal banen neemt toe met 7 procent in de laatste tien jaar. Verduurzaming bij bedrijven stagneert, vooral bij kleine bedrijven De Nederlandse economie is op een schaal van 100%, voor circa 17,5% duurzaam te noemen (NEX index). De voortgang hierin stagneert de laatste jaren. Op slechts één van de zeven dimensies is er consequent groei: groene energie. De stagnatie is vooral pregnant ten aanzien van de circulaire transitie en transparantie van ketens. Bedrijven in de Haagse regio scoren gemiddeld ten opzichte van andere Nederlandse regio’s (NEX-T index). Vooral het kleinere MKB beschikt doorgaans over minder verandervermogen en investeringsruimte, waardoor het verschil in voortgang op duurzaamheid tussen grote en kleine bedrijven groeit. CO2-uitstoot en gasverbruik bij Haagse bedrijven neemt sterk af Het energieverbruik in de regio is in vergelijking met de andere drie grote steden aanzienlijk lager. Dit wordt met name door de sectorstructuur gedreven, waarbij de zware industrie in Den Haag relatief minder vertegenwoordigd is. In Den Haag is de CO2-uitstoot van bedrijven in de afgelopen jaren gehalveerd. Ook het gasverbruik is met de helft gedaald en het elektriciteitsverbruik is met een vijfde afgenomen. Het verbruik in woningen daalt ook, maar in een minder snel tempo. In het Intermezzo wordt een beeld geschetst van de ontwikkeling van het sociaal ondernemerschap in Den Haag. Er worden suggesties gedaan om de kansen van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt via sociaal ondernemerschap te verbeteren, door opdrachten te verstrekken, ruimte beschikbaar te stellen, drempels te verlagen, buurtinitiatieven te omarmen en in kaart te brengen wat er is bereikt. 11 10 RUIMTE VOOR BEDRIJVEN Ruimte voor bedrijven neemt af Uit analyse van de gemeente Den Haag blijkt dat het aantal vierkante meters vloeroppervlak voor kantoren en bedrijven (niet-kantoren) daalt. In 2022 is het totale oppervlak respectievelijk 12 en 4 procent lager dan in 2015. In de laatste vijf jaar is de daling beperkt doordat de gemeente zeer terughoudend is met transformatie. In 2022 is in het Central Innovation District, dat met 32 procent van de kantoormeters al een belangrijke rol speelt, weer een toename van de kantoorruimte. Cushman & Wakefield concluderen dat de kantorenmarkt in Den Haag ‘zeer krap’ en het krapst is onder de 10 grootste kantoorsteden op Groningen na. Ook het aanbod aan bedrijfsruimte is laag. Overal in de stad en specifiek op bedrijventerreinen: 99 procent van de terreinen zijn al uitgegeven binnen het grondgebied van de stad. Minder winkels Het aantal fysieke winkels in Den Haag daalt in 2023 met 2,1 procent. Dat is in lijn met de landelijke ontwikkeling in de afgelopen 10 jaar waar fysieke winkels plaatsmaken voor onlinewinkels.
Nederland wil in 2050 circulair zijn. Dat vraagt een ongekende transitie in de wijze waarop onze samenleving onderneemt, samenwerkt, denkt en doet. Stedelijke regio’s zijn de geijkte plek om een transitie naar een circulaire economie in gang te zetten door hun dichte concentratie van kennis, kapitaal, data en resources op een relatief klein oppervlak. De baten die deze transitie oplevert zullen vooral in deze regio’s merkbaar zijn: minder verspilling, luchtvervuiling en CO2-uitstoot, meer economische waarde en sociale impact. CIRCOLLAB richt zich op het versterken van interdisciplinair praktijkgericht onderzoek voor de circulaire transitie in de metropoolregio Amsterdam (MRA). De SPRONG-groep bestaat uit lectoraten van de Centres of Expertise Urban Technology en Urban Governance & Social Innovation en de Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie van de Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Maatschappelijke Innovatie Flevoland van Hogeschool Windesheim en de Academie van Bouwkunst van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. De SPRONG-groep combineert expertise vanuit het technologische, creatieve, economische en sociale domein en verricht praktijkgericht onderzoek naar ‘circulair denken en doen’, ‘circulair ondernemen’, ‘circulair menselijk kapitaal’ en ‘circulair samenwerken’ in relatie tot technische innovaties in twee waardeketens: de gebouwde omgeving en consumptiegoederen. De SPRONG-groep ontwikkelt, samen met actoren in de quadruple helix, een regionale infrastructuur voor inventariseren en prioriteren van onderzoeksbehoeften en het programmeren, opbouwen en uitwisselen van kennis. Hierbij worden kennis en ervaringen uit circulaire initiatieven, experimenten, onderzoek en onderwijs aan elkaar en aan fysieke experimenteerruimtes verbonden, om gezamenlijk van te leren, kennis te delen en op te schalen. Zo ontstaat een krachtige interdisciplinaire SPRONGgroep met de ambitie om het consortium uit te laten groeien tot dé regionale spil op het gebied van de circulaire transitie in grootstedelijke regio’s en een erkende (inter)nationale speler voor kennisuitwisseling en -opbouw op dit onderwerp.
Biomassa afkomstig van stedelijk groenbeheer is grondstof voor biocascadering van benutbare biomassa componenten. Planten bevatten waardevolle inhoudstoffen die als grondstof kunnen dienen voor onder andere farmaceutica, cosmetica, voeding, veevoer, chemie, biomaterialen en bio-energie. Stedelijk groen draagt bij aan kwaliteit van leven voor burgers en biodiversiteit in de stad. Introductie van kwalitatief hoogwaardig stedelijk groen met multifunctionele eigenschappen ten aanzien van stedelijk klimaatsverbetering is op dit moment niet haalbaar vanwege de hoge kosten van aanleg en onderhoud. Het op meerdere manieren benutten van stedelijk snoeimateriaal en het circulair maken van de mineralen kringloop moet het mogelijk maken kosteneffectieve hoogwaardige beplantingen in de stedelijke ruimte te realiseren. Het groenbeheers bedrijf Ecorridors BV en het farmaciebedrijf Syncom BV hebben samen met het Kenniscentrum Biobased Economie (KCBBE) van de Hanzehogeschool Groningen onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van nieuwe circulaire supply-chains voor het aanvoeren, extraheren en benutten van plantinhoudstoffen uit biomassa snoeimateriaal voor farmaceutische, cosmetische en nutraceutische toepassingen waarbij restmaterialen worden gecomposteerd en weer teruggebracht in de kringloop.Het project heeft het proof-of-principle van deze ideeën aangetoond en er indicatieve business-plannen voor ontwikkeld. Concreet zijn de mogelijkheden voor supply chains op basis van taxus, verfbrem en hondsroos onderzocht. Taxus is grondstof voor paclitaxel een cytostatica die in de chemotherapie van kanker wordt benut. Hanzehogeschool heeft groen extractie proces op basis van een superkritisch CO2 hiervoor ontwikkeld. Verfbrem is grondstof voor de anti-aging fytosterol genisteine. Genisteine in huidverzorgingsproducten stimuleert de aanmaak van huideigen collageen en verhoogt daarmee de huidelasticiteit. Hanzehogeschool heeft een superkritisch CO2 extractieproces hiervoor ontwikkeld en zowel met behulp van in vitro als in vivo testen de werking van cosmetica met genisteine gedemonstreerd. De derde keten is op basis van rozebottels van de hondsroos. Rozebottels zijn rijk aan antioxidanten in het vruchtvlees en olie in het zaad. Voor beide ingrediënten heeft de Hanzehogeschool superkritische extractieprocessen ontwikkeld. Toepassingen hiervoor zijn in voeding (antioxidant) en in cosmetica (olie).De voorlopige business-cases van al deze grondstoffen zien er veel belovend uit. Bij realisatie van deze business-cases dragen de project partners bij aan verder vergroenen en circulair maken van onze economie en samenleving. Vervolgonderzoek waarbij onder andere ook wordt gekeken naar de hoeveelheid microverontreinigingen in het materiaal moet uitwijzen of deze ketens ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.
Bij de projectaanvraag City Deal Kennis Maken LeeuwardenFryslân hanteren we de geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025. Leidraad hierin zijn de transitie-opgaven waar de Friese samenleving voor staat. Via de inzet van Living Labs en experimenten wil de regio oplossingen ontwikkelen en testen voor de maatschappelijke opgaven onder het motto "De stad als campus, de regio als proeftuin".