Zoals met meer onderwerpen gerelateerd aan duurzame toeristische ontwikkeling, is ook het onderwerp bewonersprofijt niet "af". Specifiek op dit onderwerp werd snel duidelijk dat het überhaupt inzichtelijk maken van wat bewonersprofijt precies is, waar het uit is opgebouwd en hoe het tot stand komt eerst noodzakelijk was. Met de door de koplopersgroep uitgewerkte theoretische afbakening en verdieping is een eerste belangrijke stap gezet in de richting van het meten van bewonersprofijt. Daarnaast zijn, aan de hand van (inter)nationale voorbeelden, ook de mogelijke interventies en methoden om bewonersprofijt van toerisme te vergroten duidelijker geworden. In 2024 wordt het theoretisch kader dat de positieve bijdrage van toerisme aan het welzijn van inwoners inzichtelijk maakt, verder verrijkt. Er wordt onderzocht welke methoden momenteel worden toegepast om bewonersprofijt te meten en welke voor- en nadelen hiermee samenhangen. Tevens worden experimenten uitgevoerd om verschillende meetmethodes te testen. Ook blijven we actuele en relevante praktijkvoorbeelden publiceren ter inspiratie en stimuleren wij praktische interventies ter bevordering van bewonersprofijt. Het doel van deze aanpak is om stakeholders zoals gemeenten, DMO's en andere beleidsverantwoordelijken beter in staat te stellen om een geschikte meetmethode voor bewonersprofijt te selecteren. De doorontwikkeling van kennis en ervaring blijven wij uiteraard delen met de sector. PartnersHotelschool The Hague, HZ/ Kenniscentrum Kusttoerisme, Centre of Expertise leisure, tourism & hospitality (CELTH), Marketing Drenthe, Stichting Eilandmarketing Schouwen Duiveland, Marketing Oost, NBTC.
Dit PD-traject richt zich op het versterken van de toekomstbestendigheid van musea in de regio’s Twente, Achterhoek en Arnhem-Nijmegen. In tegenstelling tot de grote musea in het westen van het land missen regionale musea vaak de tijd, middelen en kennis om datagedreven te werken. Data van brancheorganisaties zijn vaak verouderd en regionaal onvoldoende relevant. Innovaties in datatechnologie bieden echter kansen om doelgroepen beter te begrijpen en nieuwe bezoekers te bereiken, maar ook om op regionaal niveau beter samen te werken met partijen uit de toeristische-recreatieve sector. De centrale strategie hiervoor is het bevorderen van samenwerking tussen musea en Destinatie Management Organisaties (DMO's) op het gebied van bezoekersdata. Door data te verzamelen, te delen en te analyseren, krijgen musea beter inzicht in hun doelgroepen. Dit stelt hen in staat gerichter marketingcampagnes op te zetten en hun tentoonstellingen en evenementen beter af te stemmen op de voorkeuren en behoeften van bezoekers. De inzichten uit de bezoekersdata dragen niet alleen bij aan het verbeteren van de bezoekerservaring, maar ook aan het versterken van de maatschappelijke waarde van musea. Musea fungeren immers als belangrijke plekken voor educatie, cultuurparticipatie en gemeenschapsvorming. Door data-gedreven inzichten kunnen musea deze rol beter onderbouwen richting beleidsmakers, subsidiegevers en het bredere publiek. Dit is essentieel in een tijd waarin culturele instellingen steeds meer onder druk staan om hun relevantie en impact aan te tonen. Daarnaast draagt het project bij aan de ontwikkeling van de regio’s Twente, Achterhoek en Arnhem Nijmegen tot slimme toeristische bestemmingen. DMO’s brengen hun expertise in op het gebied van dataverzameling en -analyse en beschikken over sterke netwerken binnen de regio. De samenwerking tussen musea en DMO’s creëert zo synergie, waarbij cultuur en toerisme elkaar versterken. Dit vergroot niet alleen het publieksbereik van musea, maar draagt ook bij aan de economische en maatschappelijke vitaliteit van de regio’s.
De forse groei van het toerisme zorgt niet alleen voor economische vooruitgang, maar leidt ook tot negatieve effecten op milieu, sociaal-cultureel en economisch gebied van bestemmingen. Zo draagt de toeristische sector substantieel bij aan milieuschade en is wereldwijd verantwoordelijk voor 5% van de CO2-uitstoot. Vanuit de sector zijn diverse initiatieven genomen om te verduurzamen. Een veelgebruikte methode om toerisme duurzamer te maken, is om toeristische producten te onderwerpen aan een duurzaamheidsassessment, veelal leidend tot een keurmerk. Doel van deze assessments is om bestemmingen ertoe aan te zetten om tot duurzamere prestaties te komen en consumenten te prikkelen om duurzame toeristische keuzes te maken. Tot op heden blijken duurzaamheidsassessments in het toerisme niet succesvol. Dit is onder andere te wijten aan de geringe deelname aan en de beperkte interesse voor de assessments van de bedrijven in de sector. Het uitvoeren van assessments kost hen te veel tijd en moeite, en de toegevoegde waarde ervan is onduidelijk. Bovendien leiden de keurmerken nauwelijks tot gedragsverandering bij de beperkte groep in duurzaamheid geïnteresseerde eindgebruikers. Daarnaast is er een probleem met de inhoud van de assessments zelf: de gevolgen van het vervoer naar de bestemming worden niet meegenomen, terwijl juist dit element vaak doorslaggevend is in het bepalen van de omvang van de ecologische voetafdruk van een reis. SASTDes is gericht op het aanpakken van deze sleutelproblemen in de keten van duurzaamheidsassessments voor toeristische bestemmingen, met als doel om de tijdsinvestering te beperken en de branding en marketing van duurzame bestemmingen mogelijk te maken. Om aan de bovengenoemde knelpunten een antwoord te kunnen bieden, is door NHTV en 10 andere deelnemende partijen (o.a. TUI, WUR, Bookdifferent en de gemeente Breda) de volgende centrale onderzoeksvraag geformuleerd: ‘Op welke manier kan duurzaamheidsassessment effectief en efficiënt bijdragen aan de verduurzaming van aanbod en duurzame ontwikkeling van toeristische bestemmingen?’