Deictic gestures are gestures we make during communication to point at objects or persons. Indicative acts of directing-to guide the addressee to an object, while placing-for acts place an object for the addressee’s attention. Commonly used presentation software tools, such as PowerPoint and Keynote, offer ample support for placing-for gestures, e.g. slide transitions, progressive disclosure of list items and animations. Such presentation tools, however, do not generally offer adequate support for the directing-to indicative act (i.e. pointing gestures). In this paper we argue the value of presenting deictic gestures to a remote audience. Our research approach is threefold: identify indicative acts that are naturally produced by presenters; design tangible gestures for multi-touch surfaces that replicate the intent of those indicative acts; and design a set of graphical effects for remote viewing that best represent these indicative acts for the audience. Clinton Jorge1, Jos P. van Leeuwen2, Dennis Dams3, Jan Bouwen4 1 University of Madeira, Madeira-ITI, Funchal, Portugal; 2 The Hague University of Applied Sciences, The Hague, Netherlands; 3,4 Bell Labs, Alcatel-Lucent, Antwerp, Belgium Copyright shared between: University of Madeira, Madeira-ITI, Funchal, Portugal; The Hague University of Applied Sciences, The Hague, Netherlands; Bell Labs, Alcatel-Lucent, Antwerp, Belgium
Introduction: Previous longitudinal studies indicate that physical activity (PA) significantly declines from primary-to secondary school, and report both changes in individual and environmental determinants of PA. In order to understand this transition and to prevent this negative trend, it is important to gather contextually rich data on possible mechanisms that drive this decline. Therefore, the aim of this study was to investigate changes of PA patterns in transition between primary and secondary school, and to add domain-specific insights of how, where, and when these changes occur. Methods: In total, 175 children participated in a 7-day accelerometer- and Global Positioning System (GPS) protocol at their last year of primary and their first year of secondary school. GPS data-points were overlaid with Geographical Information Systems (GIS) data using ArcGIS 10.1 software. Based on the GPS locations of individual data-points, we identified child’s PA at home, school, local sports grounds, shopping centers, and other locations. Also, trips in active and passive transport were identified according to previously validated GPS speed-algorithms. Longitudinal multi-level linear mixed models were fitted adjusting for age, gender, meteorological circumstances, and the nested structure of days within children and children within schools. Outcome measures were minutes spent in light PA and moderate-to-vigorous PA, specified for the time-segments before school, during school, after school and weekend days. Results: Total PA significantly declined from primary to secondary school. Although transport-related PA increased before- and during school, decreases were found for especially afterschool time spent at sports grounds and transport-related PA during weekends.
MULTIFILE
In dit onderzoeksrapport wordt verslag gedaan van het onderzoek dat door het Crossmedialab is uitgevoerd in het project Publieksannotatie van Cultureel Erfgoed (PACE). Dit proejct is uitgevoerd met subsidie van de regeling 'Digitaliseren met Beleid’ van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen in de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009. Deelnemers in dit onderzoek waren: Universiteitsmuseum Utrecht, Naturalis, Museon, Novay, de Hogeschool Utrecht en het advies- en managementbureau BMC. Dit brede consortium maakte het mogelijk het project te baseren op zowel kennis en ervaring vanuit de praktijk en de wetenschap. Doel van het project PACE was om te onderzoeken hoe social tagging als instrument ingezet kon worden in het verrijken en toegankelijk maken van de collecties en hoe de betrokkenheid van bezoekersgroepen kon worden vergroot. De sturende vraag van de musa hierachter was: Wanneer is het zinvol social tagging als instrument in te zetten voor musea en welk effect mag je hiervan verwachten?
The primary objective of the project is to identify policies for the transformation of the Norwegian tourism sector to become resilient to climate change and carbon risks; to maintain and develop its economic benefits; and to significantly reduce its emissions-intensity per unit of economic output. Collaborative partnersStiftinga Vestlandforsking, Stiftelsen Handelshoyskolen, Stat Sentralbyra, Norges Handelshoyskole, Stiftelsen Nordlandsforskning, Fjord Norge, Hurtigruten, Neroyfjorden Verdsarvpark, Uni Waterloo, Uni Queensland, Desinasjon Voss, Stift Geirangerfjorden Verdsarv, Hogskulen Pa Vestlandet.
Het idee voor Backseat Travellers is ontstaan tijdens een brainstormweekend van docenten en studenten van de Hogeschool van Amsterdam in 2013. In dit weekend is uitgezocht waar op de markt voor vakantiespellen nog ruimte zou zijn. De markt van educatieve spellen voor op de achterbank van de auto bleek nog volledig open te liggen en zodoende is er toen een team gevormd waarmee onderzoek gedaan is naar de mogelijkheden om deze markt te veroveren. Student Media en Informatie Fleur Steiner heeft in 2014 een uitgebreid marktonderzoek gedaan naar de kansen voor dit product. Op basis hiervan heeft zij een adviesrapport opgeleverd als bachelor-scriptie (http://bit.ly/21NVqBZ) en vervolgens is er van 2014 tot heden gewerkt aan de ontwikkeling van de applicatie. Op dit moment ligt er een MVP (Minimal Viable Product) van de applicatie met diverse games die plaatsbaar is in de appstore en gebruikt kan worden op Android systemen.(https://vimeo.com/96191007). Deze aanvraag is er op gericht om een haalbaarheidsstudie te verrichten naar de mogelijkheden om de internationale markt te veroveren.
(297) In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar hoe werk verandert en wat dat betekent voor mens, organisatie en maatschappij. In periode één van het Breed Platform Arbeid (BPA-I, 1/9/2017-31/8/2019) is bij stakeholders opgehaald wat zij denken dat er op het terrein van werk veranderd zal zijn in 2030. Vervolgens zijn met lectoren en praktijkpartners drie werkateliers en twee conferenties gehouden rondom de opgehaalde thema’s namelijk: 1 (Her)waardering van werk 2) Leven lang ontwikkelen 3) Inclusiviteit. Aan de hand van de geformuleerde onderzoeksagenda zijn gemeenschappelijke onderzoeksprojecten aangevraagd, gehonoreerd en soms al uitgevoerd. Er zijn in de loop van deze periode 33 lectoren van 12 hogescholen en 14 praktijkpartners aangesloten bij het BPA. Aan het eind van BPA-I is helder geworden dat het belangrijk is om in BPA-II (2019 -2021) één thema toe te voegen, namelijk ‘vitaal werk(en)’. Bij de inventarisatie van projecten en uit signalen uit het werkveld bleek dit een doorkruisend thema te zijn. Om tot meer kennisuitwisseling en -deling, sociale innovaties en gezamenlijk praktijkgericht onderzoek te stimuleren, wordt tijdens BPA-II de ‘ontmoeting’ gefaciliteerd tussen lector(at)en en praktijkpartners. We streven naar (minimaal) acht (open) themabijeenkomsten (twee per thema). Ook wordt in BPA-II gewerkt aan een betere aansluiting van het onderwijs. Doelen zijn: 1. Verduurzamen van het BPA (netwerkontwikkeling) via het organiseren van ‘de ontmoeting’ 2. Creëren van themabijeenkomsten rondom de vier thema’s, met werkveld, onderwijs en onderzoek samen, waarbij (praktijk)vragen worden geformuleerd, kennis wordt gedeeld en nieuwe kennis wordt ontwikkeld. 3. Vanuit deze themabijeenkomsten genereren van (nieuwe) initiatieven en onderzoeksprojecten, waarin minimaal drie verschillende lectoraten, diverse praktijkpartners en onderwijspartners participeren 4. Vastleggen, beschikbaar stellen én doorontwikkelen van de opgedane kennis en inzichten, waarbij met praktijkpartners en onderwijs wordt bekeken of dit leidt tot nieuwe inzichten en instrumenten voor de praktijk en tot onderwijsvernieuwing leiden (kennisbasis vastleggen)