Afgelopen zomer lanceerden wij een nieuwe themareeks over de gezonde leefomgeving op Rooilijn platform. Gezondheidsvraagstukken krijgen veel aandacht in het nieuws, beleid en wetenschap. Het meest recente voorbeeld is de publicatie van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, 2024), waaruit blijkt dat het aantal mensen met overgewicht in Nederland zal oplopen tot ruim 64 procent in 2050. Ter vergelijking: in 2022 was dat percentage nog 50. Dergelijke gezondheidsproblemen in de samenleving zijn complex en worden door een veelvoud van factoren beïnvloed, zoals genetische aanleg, leefstijl en leefomgeving. In deze themareeks stond de relatie tussen gezondheid en de leefomgeving centraal.
LINK
In het project MOVe WITh: Met Ouderen Vooruit Wandelen met Interactieve Technologie is de interactieve beweegroute ‘Walk in the ParQ’ (WITP) geëvalueerd en zijn mogelijkheden voor verbetering van de route geïnventariseerd met ouderen, zorgprofessionals en andere stakeholders. Het onderzoek is uitgevoerd met onderzoeksubsidie van Regieorgaan SIA (KIEM projectnummer KIEM.SP.02.007). De resultaten zijn samengevat in een infographic die inzicht biedt in manieren om het gebruik van WITP te stimuleren en welke stappen nodig zijn voor het implementeren van de beweegroute in andere settingen. Uit observaties en interviews onder 19 ouderen woonachtig in een verpleeghuis en een afdeling voor geriatrische revalidatie komt naar voren dat de interactieve beweegroute bewegen stimuleert en dat de bijbehorende oefeningen duidelijk zijn. Ouderen wonend in het verpleeghuis hebben wel ondersteuning nodig van een professional bij het uitvoeren van de oefeningen en het scannen van de QR-codes. Voor sommige ouderen stimuleerde de beweegroute ontmoeting met anderen. Middels een vragenlijst en focusgroep zijn in totaal 24 professionals bevraagd. Professionals zien de potentie van de route voor beweegstimulering en het verminderen van eenzaamheid onder ouderen. Belemmeringen die professionals ervaren zijn een gebrek aan tijd en kennis hoe de route in te zetten. Zij geven aan onvoldoende bekend te zijn met de route. Andere ervaren belemmeringen zijn weersomstandigheden en digitale vaardigheden van de oudere en de professional. Professionals hebben behoefte aan instructies en promotiematerialen en willen de route verder testen in de praktijk. Uit een focusgroep met 11 stakeholders komt naar voren dat een veilige omgeving, goede begeleiding en aanbod op maat belangrijk zijn voor beweegstimulering van ouderen in de buitenruimte. Er is meer aandacht nodig voor bewegen in verpleeghuizen en het bereiken van kwetsbare groepen. Ook kan meer samenwerking met het sociale domein helpen. Volgens de stakeholders kunnen digitale middelen zoals de WITP-applicatie met QR-codes ontmoeting in de wijk stimuleren, mits de locatie passend is. Concluderend zijn er een aantal belemmerende en bevorderende factoren op het niveau van betrokken professionals, stakeholders en omgeving om succesvolle implementatie van WITP te kunnen waarborgen en zo ouderen te helpen bij een actieve leefstijl.
Urineweginfecties behoren tot de meest voorkomende infecties waarvoor de huisarts wordt bezocht. Bij de diagnostiek van urineweginfecties wordt uitgegaan van een anamnese van klachten en vervolgens kunnen verschillende point-of-care testen worden ingezet. Deze testen zijn echter niet geschikt om de diagnose urineweginfectie te bevestigen, maar alleen (indien negatief) om de diagnose uit te sluiten. Daarnaast is het op basis van deze testen niet mogelijk om direct een gerichte therapie in te zetten. Er wordt regelmatig gestart met een antibioticumkuur zonder dat de verwekker bekend is, hetgeen kan leiden tot toename van de antibioticaresistentie. Er is grote behoefte aan nieuwe diagnostische benaderingen voor urineweginfecties. In het RAAK publiek project “Sneldiagnostiek van urineweginfecties in de eerstelijn” (RAAK.PUB04.050) is de inzet van single-cell MALDI-TOF massaspectrometrie onderzocht. Deze technologie blijkt in staat om zeer snel (in enkele minuten) de verwekker van een potentiële urineweginfectie te identificeren. De massaspectrometer levert unieke eiwitspectra van de bacteriecellen op. Regelmatig werd ook een additioneel laagmoleculair eiwitpatroon gevonden in de urine van patiënten met een urineweginfectie. Om die reden werd het onderzoek uitgebreid met de analyse van ruim 250 controlemonsters, urines van mensen zonder verdenking op een urineweginfectie. Uit dit onderzoek bleek dat de gevonden laag moleculaire peptiden in urine mogelijk gebruikt kunnen worden als biomarker voor een urineweginfectie. In het kader van het Top-up project willen we meer bekendheid geven aan de potentiële biomarker door middel van een wetenschappelijke publicatie. Daarnaast willen we nagaan of het mogelijk is om een pointof- care test te ontwikkelen op basis van de biomarker. Voor de klinische validatie van deze test wordt het netwerk gevormd en een onderzoeksplan voor een vervolgproject opgesteld.
Om de klimaatdoelstellingen van Nederland en de EU te realiseren is naast de energie- en materiaaltransitie ook een eiwittransitie essentieel. Onder eiwittransitie verstaan we een grootschalige omschakeling van dierlijke naar plantaardige eiwitproductie. In Nederland zijn dit vaak peulvruchten, zoals veldbonen en lupine. Om deze eiwittransitie te kunnen volbrengen is het noodzakelijk om niet alleen te kijken naar (optimalisatie van) de benutting van het plantaardig eiwit zelf, maar ook naar de verwaarding van de reststromen die vrijkomen in het productieproces. Alleen door meervoudige verwaarding van peulvruchten is de omschakeling van dierlijke naar plantaardige eiwitproductie financieel haalbaar en circulair te verantwoorden. Naar de teelt en de benutting van eiwit uit peulvruchten wordt al veel onderzoek gedaan, echter voor de verwaarding van de reststromen is tot nu toe veel minder aandacht. Daarom is dat de focus van dit project. Het project richt zich daarbij specifiek op de sapfractie van de reststromen omdat voor de vezelfractie van plantaardige reststromen al veel verschillende toepassingen bekend zijn (isolatie- en bouwmaterialen, biocomposieten, papier etc.). Voor toepassingen van de sapstroom ligt de focus op personal care producten en bioplastics. Het uiteindelijke doel is om een realistisch verdienmodel voor de teelt van peulvruchten te realiseren, zowel voor boeren, als voor verwerkers van de reststromen om zo een bijdragen te leveren aan de eiwit- en materiaaltransitie. Het project wordt uitgevoerd door een consortium van twee Hogescholen, een MBO-opleiding, een zestal MKB-bedrijven allen actief in de eiwitketen of verwerking van reststromen, aangevuld met een brancheorganisatie.
De Haagse Hogeschool (lectoraat Technologie voor Inclusief Bewegen en Sport en lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving), Hogeschool Leiden (lectoraat Eigen Regie bij Fysiotherapie en Beweegzorg), de gemeente Westland, gemeente Den Haag, zorginstelling Pieter van Foreest (PvF), Walk in the ParQ (WITP) en het Ouderenfonds willen inzetten op beweegstimulering in de buitenruimte nabij een zorginstelling voor ouderen. Vanuit de gemeentes, PvF en het Ouderenfonds komt de vraag hoe technologie ingezet kan worden om ouderen te motiveren meer, zelfstandiger en duurzaam te laten bewegen in de buitenruimte van een zorginstelling. Daarnaast ligt er de wens om meer mensen uit de buurt te betrekken bij deze buitenruimte. Het doel is om, samen met de betrokken partijen, de al aangelegde interactieve beweegroute WITP te evalueren. Deze interactieve route bevat palen met QR-codes die met een mobiele applicatie gescand kunnen worden. Zo worden suggesties voor krachtoefeningen en wandelingen gegeven. De interactieve route wordt geëvalueerd met bewoners, professionals en de instelling en mogelijkheden voor verbetering van de route worden geïnventariseerd. In dit project wordt onderzocht wat de bevorderende en/of belemmerende factoren zijn in het opzetten en duurzaam gebruiken van WITP. Via participatief actieonderzoek wordt gemeten wat de ervaringen en behoeften zijn van de ouderen, de instelling, gemeentes en betrokken professionals. Wat werkt er goed en wat kan beter? Daarnaast brengen we in kaart of en hoe via de interactieve route meer mensen vanuit de omgeving bij het verpleeghuis betrokken kunnen worden. Hiermee willen we de kennis en bekendheid vergroten over de mogelijkheden en effecten van WITP routes waarmee de openbare ruimte rondom de zorginstellingen beweegvriendelijker ingericht kan worden en inclusiever wordt. Op basis van de bevindingen worden concrete aanbevelingen en een routekaart opgeleverd om de verschillende partners binnen dit concept te laten samenwerken om verdere uitrol te vergemakkelijken naar eventuele andere locaties en stakeholders.