Gelijkwaardige kansen om te ontwikkelen in de samenleving Nederland ondertekende in maart 2007 het VN Verdrag voor de Rechten van mensen met beperking. Het verdrag beoogt dat de circa 650 miljoen mensen met een handicap wereldwijd op dezelfde wijze als anderen kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven en de universele rechten van de mens kunnen genieten. Het verdrag verplicht de lidstaten om sociale en fysieke belemmeringen weg te nemen die gehandicapten dagelijks ervaren. Nederland onderschrijft de VN Standaardregels voor Gelijke Kansen voor Mensen met beperking waarin staten worden opgeroepen gelijke kansen te bieden door alle aspecten van het maatschappelijke verkeer voor iedereen toegankelijk te maken. Ook onderschreef Nederland in 1994 de Verklaring van Salamanca van Unesco waarin staat dat ieder kind een fundamenteel recht heeft op onderwijs en in staat moet worden gesteld een acceptabel niveau van leren te bereiken en op peil te houden. Allen met speciale onderwijsbehoeften moeten toegang hebben tot reguliere scholen, welke hen opnemen in een kindgericht pedagogisch klimaat dat in staat is aan hun behoeften tegemoet te komen. In het inclusiemanifest wordt beschreven dat het Nederlandse Wetboek van Strafrecht stelt dat elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal, cultureel of andere terreinen van het maatschappelijke leven, wordt teniet gedaan of aangetast strafbaar is.
DOCUMENT
Op 26 en 27 februari 2025 hebben 44 studenten van de opleiding vastgoedkunde onderzoek gedaan naar ontmoetingsplekken. Zij zijn aan de slag gegaan met de vragen ‘Wat zijn de wensen en behoeften van bewoners omtrent ontmoetingsplekken?’ en ‘In hoeverre hebben bewoners behoefte om als zij vragen hebben, op een laagdrempelige manier in contact te komen met de wijkteams van Mijn Buurt Assen (MBA)?’ Voor dit onderzoek zijn zij in duo’s de wijken Marsdijk, Noorderpark, Peelo, Baggelhuizen en Kloosterveen ingegaan om in gesprek te gaan met bewoners. Dit verslag beschrijft de resultaten van deze twee dagen.
DOCUMENT
Door een opeenstapeling van maatschappelijke, ecologische en politieke crisissen nemen de wensen en eisen die aan de tuinbouwsector gesteld worden hand over hand toe. Aan de andere kant nemen ook de kansen en mogelijkheden door toegenomen kennis en voortdenderende technologische ontwikkelingen rap toe. De tuinbouw verkeert hierdoor in dermate wild vaarwater dat, gezien de veelvoud aan transities, gerust gesproken kan worden van een systeemtransitie. Een systeemtransitie naar een ecologisch en economisch duurzame tuinbouw door productiesystemen die zowel stabiel als hoogproductief zijn, vraagt niet om een vlucht in het verleden, maar om een sprong de toekomst in. Een sprong naar een productiesysteem gebaseerd op kennis van de plant en de interactie met zijn (ecologische) omgeving, ondersteund door hoogwaardige technologie met een hernieuwde vorm van procescontrole. In dit essay onderzoek ik hoe ik als associate lector levende teeltsystemen voor Inholland bij wil dragen aan onderzoek en onderwijs op de actuele transitiepaden van de glastuinbouw. Hoe ik kan bijdragen aan kennis ontwikkeling, nieuwe methoden ontwerpen in onderzoek en deze vertalen naar praktijkgerichte oplossingen. Zo wil ik door samenwerking met collega-onderzoekers en studenten van binnen en buiten Inholland verder invulling geven aan de realisatie van mijn missie. “In onderzoek en onderwijs bijdragen aan een tuinbouwproductiesysteem dat functioneert als een ecosysteem, waarin het samenspel van een grote diversiteit aan levende organismen bijdraagt aan de gezondheid van het productiesysteem en het product dat het produceert. Waarin onze gezamenlijke kennis tot de kunde leidt om levende teeltsystemen als evenwichtige ecosystemen te ontwerpen en te beheren. Waarin telers de biodiversiteit versterken en verzorgen, zodat deze bijdraagt aan de kwaliteitsproductie, in een samenspel van technologie, ecologie en menselijk vernuft. Tuinbouw dus die de wereld van gezonde producten voorziet en in balans is met zichzelf en haar omgeving.”
DOCUMENT
In deze presentatie worden resultaten gepresenteerd: 1) van literatuuronderzoek naar determinanten van een inactieve leefstijl bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie; en 2) semigestructureerd interviewonderzoek bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie (n = 4) naar de wensen en behoeften t.a.v. een mobiele leefstijlapplicatie. Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat problemen met de toegankelijkheid van winkels en gebouwen (n=6), fysieke gezondheidsproblemen (n=6) en kosten verbonden aan trainingen (n=5) de meest voorkomende beweegbarrières zijn bij mensen met een dwarslaesie. Verder werd gevonden dat een hogere eigen-effectiviteit ten aanzien van bewegen was gerelateerd aan meer bewegen. Uit het interviewonderzoek is naar voren gekomen dat mensen met een dwarslaesie behoefte hebben aan diverse functies in een digitale leefstijlapplicatie, zoals: informatie over beweegactiviteiten, eigen beweeggedrag bijhouden, leefstijlbegeleiding en een forum.
DOCUMENT
Onder de paraplu van meerjarig Participatief Actie Onderzoek vindt samen met inwoners van de herstructureringswijk Noorderpark (Hoogezand)op meerdere manieren onderzoek plaats naar de leefbaarheid van de wijk in relatie tot hun eigen welzijn. In het eerste deelonderzoek (Ubels, 2022) hebben inwoners met behulp van fotowandelingen hun ervaringen, beelden, ideeën en wensen met betrekking tot de leefbaarheid in de wijk in beeld gebracht. Het bleek lastig om jongeren hieraan mee te laten doen. Het is echter ook van belang om meer te weten te komen over wat er onder jongeren zoal leeft en speelt, want het is een specifieke groep met eigen behoeften , waar tot dusver nauwelijks zicht op is. Dit tweede deelonderzoek richt zich daarom op jongeren van 12-21 jaar. Het doel is meer inzicht te krijgen in welke levens- en leefomgevingsaspecten voor jongeren belangrijk zijn en positief of negatief bijdragen aan hun eigen welzijn en welke mogelijkheden en beperkingen zij zien om deze te behouden of te verbeteren. De focus ligt hierbij op een holistische benadering van jongeren in hun context waarbij hun persoonlijke omstandigheden en hun sociale en fysieke leefomgeving in onderlinge wisselwerking beperkend kunnen zijn of juist mogelijkheden bieden.
DOCUMENT
Ons onderzoek heeft als doel voor het veranderende hoger onderwijs relevante educatieve toepassingen van instant messaging te identificeren en empirisch te toetsen in bestaande onderwijssettings. De eerste stap hierin was een vooronderzoek naar het huidige educatieve IM-gebruik door studenten, en de wensen die zij hebben ten aanzien van een educatieve implementatie. Hiertoe is een enquête gehouden onder 781 studenten van Fontys Hogescholen. Dit paper behelst de resultaten van dit vooronderzoek.
DOCUMENT
Persoonsgerichte zorg is bij geriatrische revalidatie (GR) het resultaat van gezamenlijke goal setting en het volgen van de voortgang tijdens de revalidatie. Het impliceert een actieve betrokkenheid van de patiënt. Samenwerking tussen zorgprofessionals en patiënten is waardevol bij goal setting en draagt bij aan persoonsgerichte zorg. Met deze studie onderzoeken we hoe in de praktijk invulling wordt gegeven aan actieve participatie, welke wensen GR-patiënten hebben en welke handvatten hiervoor nodig zijn. Hiervoor werden cross-sectioneel semigestructureerde interviews afgenomen bij 23 GR-patiënten gedurende 1 jaar. Het onderzoek laat zien dat patiënten actief benaderd en ondersteund willen worden door zorgprofessionals voor actieve patiëntparticipatie. De mate waarin en de manier waarop is verschillend, waardoor een flexibele aanpak nodig is die rekening houdt met de behoeften en mogelijkheden van de patiënt en diens omgeving. Vanuit dit onderzoek zijn aanbevelingen voor de praktijk geformuleerd
DOCUMENT
In this paper, we explore the desires that play a role at the palliative stage and relate them to various approaches to patient autonomy. What attitude can physicians and other caregivers take to the desires of patients at the palliative stage? We examine this question by introducing five physicians who are consulted by Jackie, an imaginary patient with metastatic lung carcinoma. By combining the models of the physician-patient relationship developed by Emanuel and Emanuel (1992) and the Hellenistic approaches to desires analyzed by Nussbaum (1994), five different ways of dealing with desires in the context of palliative care are sketched. The story of Jackie shows that desires are to a certain extent responsive to reasoning. In the palliative process, that can be a reason to devote attention to the desires of patients and caregivers and to determine which desires need to be fulfilled, which are less important, and how they are linked to emotions the patient has.
DOCUMENT
Er is wat vreemds aan de hand met natuur in de stad. Aan de ene kant zijn er mensen die melden dat de stad een ecologisch eldorado is waar meer soorten per vierkante kilometer voorkomen dan op het platteland en zelfs meer dan in gebieden als de Veluwe. Aan de andere kant zijn er mensen die waarschuwen voor de verdere verdichting van de stad, waardoor het onbebouwd oppervlak afneemt, de drukte toeneemt en de biodiversiteit onder druk staat. Wat er feitelijk aan de hand is dat het aantal soorten in de stad inderdaad hoog is, maar dat het aantal individuen van deze soorten afneemt, getuige bijvoorbeeld de jaarlijkse Stadsvogelbalans van de Vogelbescherming.
DOCUMENT