Bijdrage gepresenteerd op de Landelijke Werkconferentie Platform Taalgericht Vakonderwijs Berghotel, 6 december 2019
DOCUMENT
Ontwikkelen van een tool om trends en scenario’s in kaart te brengen waarmee beter richting gegeven kan worden aan voor de praktijk relevante onderwijsprogramma’s en onderzoeksprojecten. In eerste instantie doen wij dat voor het domein commerciële economie (marketing & customer experience). Doel Dit project heeft twee doelen: 1: Ontwikkeling praktijk relevante opleidingsprogramma’s en onderzoeks programma’s. Dit doen wij door trends na te gaan middels literatuurstudie, interviews met toonaangevende mensen in het vakgebied en een conferentie waarin wij scenarios bouwen met experts 2: Train the trainer programma zodat wij ons de skills om dit zelf te kunnen binnen de HU eigen maken Resultaten Het project levert een aantal scenario’s op waarop wij ons kunnen voorbereiden en waarvan we de ontwikkeling in de toekomst kunnen monitoren. Hierdoor blijven onze onderwijs en onderzoeksprogramma’s bij de tijd. Looptijd 01 september 2020 - 01 december 2020 Aanpak Dit programma wordt ontwikkeld samen met De Ruijter strategie die in Nederland toonaangevend is op dit gebied en het Nederlands Instituut voor Marketing. Interne HU partners zijn het Institute for Marketing & Commerce en het Lectoraat Marketing en Customer Experience. Fase 1 is literatuuronderzoek. Hiervoor wordt o.a. ook via webscraping en Natural Language Processing informatie gehaald uit job ads van toonaangevende bedrijven. Fase 2 zijn interviews met toonaangevende mensen in de praktijk en wetenschap. Fase 3 een werkconferentie met 25 experts om scenario’s te ontwikkelen waarna een eindrapport wordt gemaakt. Hierna vinden de train the trainer sessies plaats, worden de scenario’s voorbereid en wordt de organisatie ingericht om e.e.a. in de tijd te monitoren. Relevantie van het project Het in kaart brengen van trends is een specialisme. Dat geldt ook voor scenario denken. Wij willen ons dat eigen maken zodat wij steeds relevanter worden voor de praktijk. Dit is goed voor studenten, docenten, werkgevers en de maatschappij
Binnen het Impuls traject Kwaliteitszorg Professional Doctorate voor het maritieme domein (PD-M) ligt de focus op de inrichting en borgen van een duurzaam systeem van kwaliteit. Om dit te bereiken is een drietal werkpakketten beschreven, waarbinnen de eerste twee jaar in het teken staan van ontwikkelen en de laatste twee in het teken van evalueren, bijstellen, borgen en duurzame inbedding. In lijn met de uitdagingen op het gebied van automatisering en verduurzaming binnen de maritieme sector, staat in werkpakket 1 (NHL Stenden is lead) het uitbreiden van de huidige Graduate Commissie Maritiem (GC-M) centraal met partners uit het werkveld en GC leden uit de domeinen Techniek & Digitalisering en Energie & Duurzaamheid en het beschrijven van werkstructuren en -processen. De nieuw samengestelde GC-M is verantwoordelijk voor de resterende twee werkpakketten. In werkpakket 2 (Hogeschool Rotterdam is lead) staan normvinding op het gebied van praktijkgericht onderzoek op EQF8 en interveniëren in de complexe beroepspraktijk centraal. Als onderdeel van dit werkpakket wordt een studiedag gepland die in het teken staat van het leren van en met elkaar, specifiek op basis van de evaluatie van het lopende PD-traject van Liverpool John Moores University. Werkpakket 3 (NHL Stenden is lead) staat in het teken van de thematische ontwikkelagenda van de PD-M, gericht op het ontwikkelen van leeractiviteiten op het snijvlak maritiem-automatisering-verduurzaming. Tijdens jaarlijkse werkconferenties (NHLStenden, HR en HvA) worden ervaringen en uitkomsten van de drie werkpakketten, maar ook de lopende PD-trajecten met elkaar gedeeld en vinden kalibratiesessies plaats en is er aandacht voor de zorgplicht en de monitoring van PD-trajecten. Het projectmanagement is belegd bij NHL Stenden en is zowel gericht op het bewaken van de voortgang van het traject, als het borgen van de samenhang tussen de werkpakketten. Het projectmanagement is verantwoordelijk voor het up-to-date houden van de verschillende platforms en communicatiekanalen.
Het Lectorenplatform Biobased Economy heeft in de afgelopen twee jaar gewerkt aan een onderzoeksagenda in vier hoofdstukken: ingrediënten/inhoudstoffen, materialen, energie/nutriënten en maatschappij. Op basis van deze agenda zijn verschillende samenwerkingen geïnitieerd en gerealiseerd, zoals GoChem, enkele NWA projecten, de Learning Community Biofuels en de samenwerking met het Lectorenplatform Circulaire Economie op maatschappelijke thema’s. Er is dus al veel gerealiseerd in samenwerking en programmering. Niettemin staan er, terugkijkend, nog enkele ambities uit de eerste twee jaar overeind: het toetsen van de thema’s in meetings met bedrijven; het ontwikkelen van (meer) gezamenlijke onderzoeksprojecten; het ontwikkelen en bestendigen van een meerjarig omvattend (NWO-achtig) programma. Voor dit laatste is GoChem een goede start, maar het zou de komende twee jaar verder moeten groeien, bijvoorbeeld in een biobased SPRONG programma. Daarnaast blijven we werken aan de herkenbaarheid en vindbaarheid van het biobased onderzoek, de lectoraten en de agenda. We breiden de ambities uit naar publieke bekendheid van biobased economy in het algemeen. Verder willen we de mogelijkheid van een eigen publicatiereeks onderzoeken. Nieuw voor de komende jaren is de ambitie om onderzoekskwaliteit beter meetbaar te maken. Hoe meet je kwaliteit in praktijkonderzoek: impact is een ander doel dan wetenschappelijke publicaties. In de eerste termijn van het Lectorenplatform BBE was er additioneel en geoormerkt budget voor internationale samenwerking binnen Living Lab Biobased Brazil (LLBB). Dit budget was gekoppeld aan een gecombineerde Braziliaans/Nederlandse onderzoekscall. Dat is in de komende twee jaar niet voorzien.