In de periode maart 2015 – december 2016 heeft de opleiding WTB deelgenomen aan het landelijk project proeftuinen. In dit project is nagegaan of het protocol afstuderen aanknopingspunten biedt voor hbo-opleidingen om het afstudeerprogramma te evalueren en te verbeteren. Het protocol bestond uit 12 vragen die gaan over hoe een opleiding het afstudeerprogramma onderbouwt en organiseert. Deze tekst is een samenvatting van de eindrapportage.
DOCUMENT
De laatste jaren is er in het hbo veel aandacht voor de legitimering van de diploma’s. Het rapport “Vreemde ogen dwingen” heeft een impuls gegeven aan het verbeteren van de afstudeerprocessen bij vrijwel alle opleidingen. Onderdeel van de verbeterslag is het verbeteren van de modellen waarmee eindwerken worden beoordeeld. Deze modellen moeten bijdrage aan een valide, betrouwbaar en voor de student inzichtelijke beoordeling. Belangrijke vraag daarbij is hoe zo’n model kan worden vormgegeven en of een beoordelingsmodel specifiek is voor een opleiding of hetzelfde kan zijn voor meerdere opleidingen. Dit artikel beschrijft een project aan de Hogeschool Utrecht waarin een gezamenlijk beoordelingsmodel voor afstuderen in het economiedomein is ontwikkeld. Het bleek mogelijk een gezamenlijk beoordelingsformulier te ontwerpen waarin ruimte is voor het toetsen van opleidingsspecifieke eindkwalificaties. Het artikel beschrijft de manier waarop het beoordelingsmodel is ontwikkeld en het resultaat van deze ontwikkeling en geeft een aantal succesfactoren aan.
LINK
Inleiding In zijn column “De rampzalige neiging tot na-apen” in Hoger Onderwijs Management van mei 2016 betoogt In ’t Veld dat hogescholen moeten stoppen met het na-apen van universiteiten op het gebied van onderzoek. Hij noemt dit ‘academic drift’. Er is vaker kritiek te horen op het onderzoek in het hbo zoals door emeritus-hoogleraar Verschuren in zijn opiniestuk van 31 juli 2015 in De Volkskrant waarin hij stelt dat studenten in het hbo bij lange na niet genoeg getrained worden in onderzoek. Recent nog stelde Peter Kwikkers in Science Guide 18 augustus: “Niet zelden is hboonderzoek gewoon opiniepeiling, feitencollectie of gesubsidieerde consultancy.” Een groot deel van die kritiek is naar mijn mening gebaseerd op een drietal hardnekkige misverstanden over onderzoek in het hbo. Zo wordt niet goed onderscheid gemaakt tussen het praktijkgerichte onderzoek binnen lectoraten en het uitvoeren van onderzoek door studenten. En soms lijkt men er onterecht vanuit te gaan dat het hbo studenten opleidt tot onderzoeker en dat deze altijd moeten afstuderen op een onderzoekscriptie. Dat deze misverstanden er zijn is overigens niet vreemd. Over onderzoek in lectoraten en onderzoeksactiviteiten van studenten heerst buiten maar helaas ook nog steeds binnen het hbo veel verwarring. Hierdoor kunnen critici roepen dat het slecht gaat met onderzoek in het hbo. Het tegendeel is het geval. Recent liet het Rathenau Instituut in een uitgebreid overzicht zien hoe indrukwekkend het is wat er de afgelopen vijftien jaar is ontwikkeld. De misverstanden zijn echter zo hardnekkig dat er nog steeds opleidingen zijn die hier naar handelen. In mijn bijdrage zal ik eerst ingaan op de oorsprong van de drie misverstanden en daarna zal ik een visie presenteren op hoe ze weg te nemen zijn.
LINK
In januari 2019 is het project “Je Ogen Uitkijken” van start gegaan. Dit project wordt uitgevoerd in opdracht van de Vereniging Hogescholen en gefinancierd door de Vereniging Hogescholen en het Ministerie van OCW. Het project “Je Ogen Uitkijken” is een vervolg op Vreemde ogen dwingen (2012) en Zienderogen vooruit (2017), met als doel het versterken van de toetskwaliteit in het hbo. Het doel van het project “Je Ogen Uitkijken” is het ondersteunen en professionaliseren van hogescholen rondom de inrichting van BKE/SKE en het gebruik van Protocol Afstuderen 2.0. Het project kent daarmee twee onderdelen (BKE/SKE en Protocol Afstuderen) die ook weer nauw met elkaar verbonden zijn. Als eerste fase van dit project is een verkenning uitgevoerd onder de hogescholen in Nederland naar de huidige implementatie van Protocol Afstuderen (Beoordelen is Mensenwerk 2.0; Andriessen et al., 2017). In deze beknopte rapportage bespreken we de werkwijze van de verkenning, de resultaten en de implicaties voor het verdere project Je Ogen Uitkijken.
DOCUMENT
Professionals in het hbo hebben de afgelopen jaren op veel verschillende manieren aan hun toetsbekwaamheid gewerkt. Ter afronding van het project Je Ogen Uitkijken is inzicht verkregen in hoe hbo-professionals zich de afgelopen jaren hebben geprofessionaliseerd op hun toetsbekwaamheid en hoe de activiteiten die zij hebben gedaan hebben bijgedragen aan (het vergroten van) hun toetsbekwaamheid. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van een vragenlijstonderzoek uitgezet onder hbo-professionals. Alle hogescholen in Nederland (n=38) zijn vanuit de Vereniging Hogescholen aangeschreven om deel te nemen aan het onderzoek. De professionaliseringsactiviteiten die hbo professionals het meest hebben ondernomen zijn het bijwonen van kalibratiesessies, intervisies, en bijeenkomsten over toetsing op de eigen hogeschool. Een grote groep professionals gaf aan zich vooral te professionaliseren op toetsbekwaamheid uit eigen interesse. Het toepassen van nieuwe toetsvormen, het volgen van een onderwijskundige opleiding met aandacht voor toetsing en het volgen van intervisie en kalibratiesessies hebben de grootste bijdrage geleverd aan toetsbekwaamheid. De verankering van toetsbekwaamheid is volgens de hbo professionals vooral duurzaam doordat ze hun kennis en vaardigheden blijven ontwikkelen en doordat ze samenwerken met collega’s aan toetsvraagstukken.
DOCUMENT
De bedoeling van het Protocol Verbeteren en Verantwoorden van Afstuderen in het hbo is om opleidingen in het hbo te helpen samen werken aan het valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk toetsen van de beoogde eindkwalificaties, zoals beoogd in standaard 3/16 van de NVAO en het rapport ‘Vreemde ogen dwingen’ van de Commissie Bruijn (Expertgroep Protocol, 2014). Om dit te bereiken heeft het protocol drie doelen: 1. Duidelijkheid scheppen over terminologie en inrichting van het afstuderen. 2. Een kader scheppen voor gezamenlijk leren en verbeteren. 3. Een kader scheppen voor borging en verantwoording.
LINK