Er bestaan veel overeenkomsten tussen hoe we kijken naar, de werkwijzen en hulpmiddelen van Positieve Gezondheid, Samen beslissen en Proactieve zorgplanning. Maar bij welke situatie past welk hulpmiddel nu het beste? De handreiking Puzzelen in de Polder helpt bij het maken van keuzes.
MULTIFILE
Background: Joint bleeds are the hallmark of hemophilia, leading to a painful arthritic condition called as hemophilic arthropathy (HA). Exercise programs are frequently used to improve the physical functioning in persons with HA. As hemophilia is a rare disease, there are not many physiotherapists who are experienced in the field of hemophilia, and regular physiotherapy sessions with an experienced physiotherapist in the field of hemophilia are not feasible for persons with HA. Blended care is an innovative intervention that can support persons with HA at home to perform the advised physical activities and exercises and provide self-management information. Objective: The aim of this study was to develop a blended physiotherapy intervention for persons with HA. Methods: The blended physiotherapy intervention, namely, e-Exercise HA was developed by cocreation with physiotherapists, persons with HA, software developers, and researchers. The content of e-Exercise HA was compiled using the first 3 steps of the Center for eHealth Research roadmap model (ie, contextual inquiry, value specification, and design), including people with experience in the development of previous blended physiotherapy interventions, a literature search, and focus groups. Results: A 12-week blended intervention was developed, integrating face-to-face physiotherapy sessions with a web-based app. The intervention consists of information modules for persons with HA and information modules for physiotherapists, a graded activity program using a self-chosen activity, and personalized video-supported exercises. The information modules consist of text blocks, videos, and reflective questions. The patients can receive pop-ups as reminders and give feedback on the performance of the prescribed activities. Conclusions: In this study, we developed a blended physiotherapy intervention for persons with HA, which consists of information modules, a graded activity program, and personalized video-supported exercises.
LINK
ObjectiveTo determine the effectiveness of the “Plants for Joints” multidisciplinary lifestyle program in patients with metabolic syndrome-associated osteoarthritis (MSOA).DesignPatients with hip or knee MSOA were randomized to the intervention or control group. The intervention group followed a 16-week program in addition to usual care based on a whole food plant-based diet, physical activity, and stress management. The control group received usual care. The patient-reported Western Ontario and McMasters Universities Osteoarthritis Index (WOMAC) total score (range 0–96) was the primary outcome. Secondary outcomes included other patient-reported, anthropometric, and metabolic measures. An intention-to-treat analysis with a linear-mixed model adjusted for baseline values was used to analyze between-group differences.ResultsOf the 66 people randomized, 64 completed the study. Participants (84% female) had a mean (SD) age of 63 (6) years and body mass index of 33 (5) kg/m2. After 16 weeks, the intervention group (n = 32) had a mean 11-point larger improvement in WOMAC-score (95% CI 6–16; p = 0.0001) compared to the control group. The intervention group also lost more weight (–5 kg), fat mass (–4 kg), and waist circumference (–6 cm) compared to the control group. Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS) fatigue, pain interference, C-reactive protein, hemoglobin A1c, fasting glucose, and low-density lipoproteins improved in the intervention versus the control group, while other PROMIS measures, blood pressure, high-density lipoproteins, and triglycerides did not differ significantly between the groups.ConclusionThe “Plants for Joints” lifestyle program reduced stiffness, relieved pain, and improved physical function in people with hip or knee MSOA compared to usual care.
MULTIFILE
Artrose is in Nederland de snelst groeiende chronische aandoening, waarbij de knie het meest vaak is aangedaan. Mensen met knieartrose ervaren forse beperkingen in het dagelijks functioneren. Mensen met knieartrose ervaren soms pijn en stijfheid in het kniegewricht als gevolg van herhaalde lokale overbelasting van de aangedane regio in de knie. De geadviseerde fysiotherapeutische behandeling voor knieartrose bestaat uit informeren, leefstijladviezen en oefentherapie, waarin het aanleren van een minder belastend looppatroon een rol speelt. Binnen de behandeling zijn therapietrouw en zelfmanagement, zoals bij elke chronische aandoening, zeer belangrijk en wordt veelal gevraagd dat men in de thuisomgeving oefentherapie uitvoert. Uit diverse studies blijkt dat therapietrouw veelal laag is bij deze groep. Dat beïnvloedt de behandeluitkomsten negatief, gezien de effectiviteit van fysiotherapeutische zorg is voor een groot deel afhankelijk van de mate van therapietrouw. Om de behandeluitkomsten te verbeteren is het belangrijk om therapietrouw en zelfmanagement te vergroten en patiënten thuis aan de slag gaan met beweegadviezen. Daarbij kan real-time feedback op het looppatroon, in de relevante context, in het dagelijks leven, patiënten helpen om hun looppatroon aan te passen. Daarmee zou behandeling van artrose-gerelateerde klachten in potentie effectiever en efficiënter ingericht kunnen worden. Binnen dit KIEM voorstel verkennen we als eerste welke gebruikerseisen en -wensen er bestaan ten aanzien van real-time feedback op het looppatroon, en onderzoeken we of het haalbaar is om met behulp van het dragen van een sensor om gunstige, en ongunstige looppatronen van elkaar te onderscheiden.
Chronische gewrichtsaandoeningen zijn veelvoorkomende aandoeningen waarmee patiënten bij de fysiotherapeut of oefentherapeut komen. Aandoeningen zoals artrose en reuma veroorzaken problemen in het dagelijks functioneren vanwege pijn en verminderde mobiliteit. Genezing is vaak niet mogelijk, maar het bevorderen van zelfmanagement kan verergering voorkomen. Oefentherapeuten en fysiotherapeuten spelen een centrale rol in het ondersteunen van zelfmanagement bij patiënten met gewrichtsaandoeningen. De inzet van online toepassingen, waaronder mobiele applicaties, en online platforms, die gericht zijn op het bevorderen van zelfmanagement (in dit voorstel gedefinieerd als Behavioral Intervention Technologies: BITs) kunnen patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen ondersteunen. Echter, voor veel professionals is het onduidelijk hoe BITs kunnen worden ingezet om zelfmanagement te vergroten en hoe dit gecombineerd kan worden met fysieke begeleiding. Daarom onderzoeken we in dit tweejarige project de manier waarop oefen- en fysiotherapeuten coaching op zelfmanagement via BITs kunnen vormgeven. In werkpakket 1 brengen we met een review, observaties en een concept mapping in kaart welke elementen en randvoorwaarden van BITs belangrijk zijn voor het bevorderen van zelfmanagement. Zodra we inzicht hebben in deze elementen en randvoorwaarden wordt in co-creatie met stakeholders toegewerkt naar beroepsrollen en beroepscompetenties die voorwaardelijk zijn voor het gebruik van BITs. Met de input van deze onderzoeksactiviteiten ontwikkelen we samen met de doelgroep de AmSOS methodiek die professionals helpt bij het gebruik van BITs om zelfmanagement te bevorderen bij patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen (WP2). Om te bepalen in hoeverre de methodiek bruikbaar is in de praktijk wordt in WP3 een haalbaarheidsstudie opgezet waarbij 25 eerstelijnsfysio- en/of oefentherapiepraktijken de AmSOS methodiek gaan gebruiken in de behandeling van patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen. Omdat gewrichtsaandoeningen een substantieel onderdeel zijn van de curricula, maar tegelijkertijd weinig aandacht wordt besteed aan technologie en zelfmanagement, ontwikkelen we in WP4 een onderwijsmodule voor scholing van studenten en praktiserende oefen- en fysiotherapeuten.
EHealth en mHealth maakt het mogelijk om fysiotherapiepatiënten meer bij hun behandeling te betrekken in de tijd tussen behandelingen bij de fysiotherapeut. Tussentijdse dataverzameling en terugkoppeling kan leiden tot meer betrokkenheid en zelfregie bij de patiënt, en bij de behandelaar meer inzicht in de effectiviteit van behandelingen en invloed van leefstijl daarop. Dit maakt beter gepersonaliseerde zorg mogelijk. Een patiënt heeft echter voldoende datageletterdheid nodig om gepresenteerde informatie goed te kunnen aflezen, en voldoende gezondheidsgeletterdheid om ook te kunnen begrijpen wat dit betekent voor de eigen gezondheid en mogelijke te ondernemen acties. Daarnaast heeft hoe data wordt gepresenteerd ook effect op het zelfbeeld van de patiënt-in-herstel, wat weer impact heeft op motivatie en dus op de effectiviteit van de behandeling. Binnen dit project onderzoeken we (1) in focusgroepen met fysiotherapeuten en artrosepatiënten wat hun eisen en wensen zijn voor een dergelijke oplossing en (2) wat voor maten op gebied van leefstijl, behandeling en uitkomsten relevant, bewezen en haalbaar zijn voor deze doelgroep. (3) Op basis van deze opgehaalde behoeften uit de praktijk en ontwerprichtlijnen voor datageletterdheid, gezondheidsgeletterdheid en effect op zelfbeeld vanuit de literatuur worden ontwerprichtlijnen opgesteld voor de terugkoppeling van data in health apps, en (4) komen we via speculative design co-creatiesessies met de stakeholders tot paper prototypes, op basis waarvan de design guidelines nog verder worden aangescherpt. In een vervolgaanvraag zal deze lijn verder worden doorgezet in appontwikkeling (of -uitbreiding), validatie van verschillende maten, inzet van data science t.b.v. decision support, verdere terugkoppeling naar patiënt en fysiotherapeut, en evaluatie van de gebruikerservaring in de praktijk t.b.v. verbetering van de app en de design guidelines. Hiermee willen we het maken van betere behandelbeslissingen ondersteunen door fysiotherapeuten en patiënten via inzicht in behoeften en mogelijkheden, en willen we ontwikkelaars van health apps ondersteunen met ontwerprichtlijnen t.b.v. datageletterdheid, gezondheidsgeletterdheid en gedragsverandering.