De zoekopdracht ‘bewegend leren’ levert in Google 400.000 hits op. De zoekopdracht dynamische schooldag’ laat 29.000 hits zien. Dat is veel voor begrippen die we pas zeven jaar kennen. Op de Nederlandse Onderwijs Tentoonstelling (NOT) 2023 waren meer dan 100 bedrijven aanwezig die aangaven iets te doen met bewegend leren. Hoe verhouden de concepten dynamische schooldag en bewegend leren zich tot elkaar? Hoe ontwikkelen we kwaliteitsbesef voor deze concepten? Want nieuw of hip is niet automatisch zinnig of effectief.
MULTIFILE
Inzicht in het leren van volwassenen heeft een sleutelrol in strategisch management. Om dat inzicht mogelijk te maken moeten we ons realiseren dat ons bestaande, impliciete begrip van leren vaak in hoge mate is gebaseerd op ervaringen met leren op school, in opleiding, scholing en training: leren in een educatieve context. In deze bijdrage bepleiten we een breder begrip van leren. Verschillende manieren van leren (door ervaring, sociale interactie) komen voor naast schools leren. Emotionele aspecten spelen een belangrijke rol. De cultuur van een organisatie of afdeling heeft een belangrijke invloed op het leren. Als veranderend of kritisch leren nodig is, zal vanuit een breder begrip van leren gewerkt moeten worden.
DOCUMENT
Lectoraten van Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam en Fontys Hogeschool sloegen, in opdracht van Zestor, de handen ineen om onderzoek te doen naar de professionele ontwikkeling van hbo-docenten in teamverband. De praktijkkwestie die het vertrekpunt voor het onderzoek vormt, is: Hoe kunnen docententeams gezamenlijk leren om hun vakbekwaamheid en professionele identiteit te versterken?
DOCUMENT
Philip Kohnstamm wijst in zijn werk op het belang van het leren van leraren en van de dialoog binnen de school over nieuwe inzichten ten aanzien van leren en lesgeven. Die twee thema’s zijn nog steeds uitermate actueel binnen het onderwijs. Nieuwe inzichten uit onderzoek vinden niet automatisch hun weg naar de schoolpraktijk en nieuwe kennis die verworven is tijdens professionaliseringsactiviteiten bereiken niet altijd collega’s binnen de school. Dit is te beschouwen als een transfervraagstuk.In dit artikel gaan we in op de vraag hoe deze transfer bevorderd kan worden. De actualiteit van Philip Kohnstamm laten we zien aan de hand van enkele zeer recente studies vanaf 2017 naar het leren van Nederlandse leraren in het basis- en voortgezet onderwijs, op zoek naar handvatten die deze studies bieden voorhet versterken van transfer. De transfer speelt zowel op individueel niveau van de leraar die nieuwe inzichten verwerft tijdens professionaliseringsactiviteiten,als op het niveau van groepen leraren die samen vorm geven aan professionalisering en hun inzichten willen delen met anderen buiten de eigen groep.De besproken studies verschillen in focus en aanpak, maar bieden gezamenlijk belangrijke handvatten voor zowel de lerarenopleidingen, de leraar als de schoolleiding.
DOCUMENT
Er wordt een 'state of the art' gegeven van de discussie over het nieuwe leren, de praktijk van het nieuwe leren en de bewijzen voor het nieuwe leren. Het lijkt erop dat momenteel sprake is van een keerpunt in het denken over het nieuwe leren. De discussie had voorheen vooral een ideologisch karakter, terwijl deze nu steeds meer een praktisch en professioneel karakter krijgt. In de scholen lag eerst de nadruk vooral op het proces, nu zien we signalen dat er daarnaast meer aandacht naar het kennisaspect uitgaat. Daarbij staat de vraag centraal welke kennis voor leerlingen belangrijk is om te verwerven in onze moderne (kennis)maatschappij. Deze ontwikkeling juich ik toe en daarom wordt aan het kennisaspect in deze oratie nadrukkelijk aandacht besteed. Het lectoraat heeft als doel om innovatieve scholen te ondersteunen met praktijkgericht onderzoek, aansluitend bij de ontwikkeling van scholen, gekoppeld aan de onderzoeksthema’s. Daarmee wil het lectoraat bijdragen aan de kennisbasis over nieuwe leervormen. Een belangrijke vraag is ook hoe de opleidingen toekomstige leerkrachten op hun nieuwe rollen en taken kunnen voorbereiden.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk zijn de ervaringen beschreven die Hogeschool INHolland opdeed met het stimuleren en faciliteren van ‘Visueel Leren’, het gebruik van digitale concept maps. Twee projecten met concept maps van de Digitale Universiteit (DU), een samenwerkingsverband tussen tien universiteiten en hogescholen, vormden de start.
DOCUMENT
Aan de hand van recente bevindingen van hersenonderzoek en research rond ontwikkelingstheorieën wordt de vraag beantwoord: in hoeverre zijn jongeren toegerust voor het nieuwe leren en in staat tot zelfsturing? Op basis hiervan worden aanbevelingen geformuleerd voor de onderwijspraktijk.
DOCUMENT
Dit is een verkennend onderzoek voor zowel OCW als andere stakeholders. Aan dit onderzoek kunnen geen harde conclusies verbonden worden. Het onderzoek heeft louter de bedoeling te illustreren hoe leren en werken in een turbulente omgeving in de praktijk plaats vindt. Bron: Leren in een turbulente omgeving.
DOCUMENT
HRM stond en staat onvermijdelijk in het teken van een adequate personeelsvoorziening. Deel I van de bundel (Arbeidsmarkt en personeelsvoorziening)gaat erop in. De personeelsvoorziening is er, gegeven de arbeidsmarkt met z'n tendens naar vergrijzing aan de ene, en z'n tendens naar ontgroening aan de andere kant, niet eenvoudiger op geworden. We hebben een verouderende beroepsbevolking en met dat feit zullen we de komende twee decennia moeten leren leven. Niettemin, tot dusver lijken we dit feit eerder te ontkennen dan er actie op te voeren. Dat is het thema van de bijdrage van Loet Polak in deze bundel. Veel plannen, adviezen, nobele bedoelingen, afspraken. Weinig concrete resultaten. Dat komt mede door de korte levensduur van de plannen en plannetjes. Het ene is nog niet afgekondigd of het volgende staat al in de startblokken. Dat belemmert een stevig leerproces aan de hand van de opgedane ervaringen. Het ontbreekt aan relevante feedback. In de huidige arbeidsmarkt is 'inzetbaarheid' misschien wel het grootste goed. Het is de andere kant van het verlies van de 'baan voor het leven' en het signaleert dat niet de baan maar eerder de loopbaan de eerste referentie is voor de beroepsbeoefenaar. De baan moet een plek vinden in de loopbaan en om dat te realiseren dient de loopbaan in de baan te worden geplaatst. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Vanuit onze school bezien is het daarom interessant te kijken naar de loopbanen van onze alumni. Waar gaan ze naar toe, welke baanwisselingen maken ze mee, hoe sluit de baan aan op de gevolgde studie? Bovendien, hoe staat het en hoe gaat het met het vakmanschap van de door ons afgeleverde professionals? Wat is vakmanschap, behalve een herstel, misschien, van het weten van het collectieve van elk vak en dus van het herstel van gemeenschappen van vakmensen die meer nog dan van de organisatie waar ze zijn aangesteld van hun vakgenoten leren wat aan de tijd, bij de tijd en misschien wel voor op de tijd is (Frans Berkers)? Een belangrijk aspect van de personeelsvoorziening is, naast het 'vinden' en 'boeien' van het personeel, de binding aan de organisatie. Beloning kan daar een belangrijke rol bij spelen, omdat beloning niet alleen een beloning voor geleverde diensten is maar ook een functie heeft in het beleid van organisaties om met de beloning signalen af te geven over de toekomstmogelijkheden van de werknemer in de organisatie. Dat roept dan tegelijk de vraag op of de signalen ook 'aankomen' en worden 'opgepikt'. Opnieuw feedback dus. Immers, wie organisatie zegt, zegt ook hiërarchie. En wie hiërarchie zegt, zegt tegelijk 'feedback': de feedback van leidinggevende naar medewerker, de feedback van medewerker naar leidinggevende. Aan de hand van het thema van de prestatiebeloning beschrijft Karin Potting hoe belangrijk de feedback is en hoe vaak de boot wordt gemist. Met het artikel van Karin Potting sluiten we het eerste deel van de bundel af. Het tweede deel van de bundel (Leren en professionaliseren) houdt het thema van de inzetbaarheid aan, zij het in een nieuwe context. Op twee manieren. In een artikel over leervermogen en persoonlijkheid schetst Rainer Hensel (samen met Ton Korver en Willem Looije) een gedifferentieerd beeld van welke persoonlijkheidstrekken voor welke leeropbrengsten in het kader van welke opleidingen in het geding zijn. Voor organisaties gericht op het verhogen van kennisproductiviteit aan de ene, en innovatievermogen aan de andere kant zijn de gevonden resultaten interessant, mede in het licht van de ontwerpmogelijkheden die hiermee samenhangen. Petra Zanders en Daphne Metsemakers (met Ton Korver) doen verslag van een onderzoek naar de effecten van het regelen in je werk. Het uitgangspunt was dat docenten in het bijzonder van hun regeltaken leren. Daartoe zijn drie typen regelingen onderscheiden: routineregelen, situationeel regelen en incidenteel regelen. In dat verband zijn een aantal stellingen (hypothesen) opgesteld en getoetst, steeds met op de achtergrond de gedachte dat leren van het werk en professionaliseren van hetzelfde werk twee kanten van een en dezelfde medaille zijn. De resultaten zijn niet al te sterk, maar sterk genoeg om verder onderzoek langs dezelfde lijnen met enige nadruk aan te durven bevelen. Bij elkaar: kapitale kansen. We doen er goed aan ze te benutten. In deze bundel doen we verslag van enkele jaren kenniskring HRM. We bieden de resultaten ervan graag aan u aan. U, daar verstaan we onze collega's onder, we verstaan er geïnteresseerde studenten onder, we verstaan er collega's in het land onder. We hebben ernaar gestreefd 'laagdrempelig' te schrijven. Geen jargon, geen technische toelichtingen maar verhalen, betogen en uiteenzettingen over hoe je van verwondering tot nieuwsgierigheid komt en van nieuwsgierigheid tot het doen van onderzoek: en waarom dat de moeite waard is.
DOCUMENT
Toenemende kennis en ontwikkelingen in gezondheidszorg en samenleving stellen hoge eisen aan het professioneel leren. Artsen leren in hun beroepsuitoefening lang niet altijd gestructureerd en expliciet zoals in het onderwijs. Informeel leren, door ervaring en sociale interactie, vindt vaak weinig bewust plaats en wordt beïnvloed door de praktijkcultuur. Net zo min als onderwijs leidt het automatisch tot beter handelen.De kwaliteit van de praktijk is belangrijk en moet daarom steeds gezamenlijk kritisch onderzocht worden. Expliciteren en kritisch reflecteren op impliciete gewoontes en opvattingen is nodig voor: het inwijden van nieuwelingen, samenwerking en het voorkomen van ongewenste gewoontevorming. Professioneel leren wordt gedefinieerd als: het organiseren en kritisch-reflectief integreren van ervaringsleren, sociaal leren en theoretisch leren, zowel individueel als gezamenlijk, gericht op zowel de verbetering van het professionele handelen als van de handelingssituatie. Onderwijs moet studenten voorbereiden op professioneel leren.
DOCUMENT