Algemeen vormende vakken (avo-vakken) leveren voor leerlingen in het beroepsonderwijs regelmatig problemen op. Inhouden staan te veel los van het beroep waarvoor leerlingen worden opgeleid. In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de mogelijkheden om avo-vakken te onderwijzen binnen beroepsopleidingen, op zo’n manier dat de verbinding tussen avo-vakken en het opleiden voor een beroep wordt versterkt. Na een theoretische verkenning volgen voorbeelden uit de praktijk. Studenten aan de lerarenopleiding, die stage lopen op een (v)mbo-school, hebben onderzocht welke activiteiten zij kunnen ondernemen om hun avo-vak meer te verbinden aan het opleiden voor een beroep. De resultaten maken duidelijk dat de toegepaste methodiek vruchten afwerpt. De studenten verwerven een beter inzicht in welke aspecten van hun avo-vak terugkomen in bepaalde beroepen en maken dat ook zichtbaar. Aan de hand daarvan ontwerpen ze avo-onderwijs waarmee ze meer aansluiten bij de beroepsopleiding. Verdere professionalisering van docenten is nodig, omdat lang niet iedereen het beroep kent waar hij/zij leerlingen voor opleidt. Voor (aanstaande) docenten in het beroeps-onderwijs, bieden de resultaten concrete handvatten om avo-vak en opleiden voor een beroep te met elkaar te verbinden. Voor de lerarenopleiding biedt de methodiek mogelijk heden om het uitstroomprofiel beroepsonderwijs verder vorm te geven.
DOCUMENT
Het innovatiearrangement Professional in Beeld (PIB)1 heeft als doel om het vakmanschap van de docent beroepsonderwijs te expliciteren en opleidings- en professionaliseringsactiviteiten naar dit vakmanschap te ontwikkelen. Het project wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband van drie vmbo-scholen en de Faculteit Educatie van Hogeschool Utrecht (Instituut Archimedes en het lectoraat Beroepsonderwijs) in samenwerking met het Expertisecentrum beroepsonderwijs. Aanleiding voor het project is de constatering van de samenwerkingspartners dat het vakmanschap van docenten in het beroepsonderwijs over het algemeen niet voldoet aan de eisen die een specifieke (v)mbo context stelt aan de vakbekwaamheid van een docent en dat deze eisen onvoldoende zijn terug te vinden in de lerarenopleiding en professionaliseringstrajecten voor nieuw en zittend personeel.
DOCUMENT
Interview met Lector Beroepsonderwijs Elly de Bruijn Hoogleraar en lector Elly de Bruijn maakt zich sterk voor een andere pedagogische en didactische aanpak in het (v)mbo. Waarom? Tweederde van de jongeren in ons land volgt een opleiding aan een (v)mbo-school, terwijl veel docenten nog traditioneel opgeleid worden in algemeen vormende vakken.
DOCUMENT
In dit artikel doen we verslag van een onderzoek naar het vakmanschap van de vmbo-docent in de bovenbouw. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het innovatiearrangement Professional in Beeld (PiB) waarin drie vmbo-scholen en de lerarenopleiding Archimedes van de Hogeschool Utrecht gewerkt hebben aan het ontwikkelen van opleidings- en professionaliseringsactiviteiten gericht op de ontwikkeling van het vakmanschap van de vmbo-docent. In het onderzoek zijn negen praktijksituaties gefilmd en zijn met de betreffende docenten de praktijksituaties volgens de Stimulated Recall-methode nabesproken. De observaties en reflecties zijn getypeerd aan de hand van een daarvoor ontwikkeld kijkkader. De resultaten konden vertaald worden in vijf vignetten die de kern van het vakmanschap van de vmbodocent samenvatten: pedagogisch aansluiten, didactisch aansluiten, beroepsgericht werken, contextgericht werken, aandacht voor doorlopende leerlijnen en toekomstperspectief. Het artikel is als volgt opgebouwd. Eerst schetsen we de aanleiding en kader van het onderzoek. Daarna beschrijven we achtereenvolgens het kijkkader (onze operationalisering van het vakmanschap), de onderzoeksvraag, de onderzoeksgroep, de onderzoeksmethode en de dataverzameling en -analyse. Vervolgens gaan we in op de resultaten. We sluiten af met conclusies en aanbevelingen voor de lerarenopleiding
DOCUMENT
Starten als lerarenopleider is complex. Het beroep van lerarenopleider is veelzijdig en iedere beginnende lerarenopleider heeft een andere achtergrond. Desondanks bevinden lerarenopleiders zich in een uitdagende en leerrijke context. Wat kan gezegd worden over het leren van beginnende lerarenopleiders en de rol van inductie? Hoe kan aan de hand van inzichten en onderzoek gewerkt worden aan succesvolle begeleiding van beginnende lerarenopleiders?
DOCUMENT
Intreerede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de positie van lector Vitale Vakdidactiek aan NHL Stenden Hogeschool op vrijdag 15 november 2019 door dr. Siebrich de Vries
DOCUMENT
Gedurende drie schooljaren is de implementatie van het praktijkgerichte programma ‘Technologie en Toepassing’ in de theoretische leerweg van het VMBO (T&T) onderzocht en ondersteund. Gebleken is dat T&T mogelijkheden schept om leerlingen voor techniek te interesseren en om de werelden van school en daarbuiten met elkaar te verbinden. De implementatie van het vak laat echter nog veel te wensen over. T&T doet een zwaar beroep op de vakinhoudelijke en vakdidactische expertise van leraren. Dit heeft te maken met de breedte van het vak, met doelstellingen die niet altijd makkelijk verenigbaar zijn, en met het feit dat veel technologie uitdagend is voor gebruik in schoolklassen, en ook snel verandert. Deze combinatie maakt dat het vak alleen succesvol kan zijn als leraren over specifieke expertise beschikken. Er is inmiddels een infrastructuur opgetuigd om die expertise te ontwikkelen. We laten in dit rapport zien hoe deze infrastructuur en de landelijke regelgeving nog zouden moeten worden doorontwikkeld om T&T tot bloei te laten komen.
DOCUMENT
Onderzoek binnen Hogeschool Inholland, domein Onderwijs & Innovatie, tweedegraads lerarenopleidingen.
DOCUMENT
Onderscheidend voor het beroepsonderwijs is dat het leerproces van studenten in het perspectief staat van kwalificeren tot startend beroepsbeoefenaren en dat het leren en begeleiden van dat leren plaatsvindt op school én op de werkplek. In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het aandeel leren op de werkplek aanzienlijk. Het gaat om 80% in de beroepsbegeleidende leerwegen (bbl) met 30,6 % van de studentenpopulatie en om minimaal 20% tot maximaal 60% in de beroepsopleidende leerwegen (bol) met 69,4% procent van de studentenpopulatie.1 Zowel de docenten in onderwijsinstellingen als praktijkopleiders/werkbegeleiders2 in leerbedrijven spelen een belangrijke rol in het opleidingsproces van mbo-studenten.
DOCUMENT
Als je je oriënteert op een nieuwe studie of mogelijkheden om je verder te ontwikkelen kom je waarschijnlijk zoiets tegen als een ‘Professionele Leergemeenschap’ (PLG). Zo’n ‘leergemeenschap’ lijkt heel praktijkgericht te zijn en het kan het over verschillende inhouden gaan, maar hoe zit het eigenlijk? Waarom zijn er zoveel hogescholen en universiteiten die meededen aan een PLG-pilot? Als je samen met een groep collega’s een PLG vormt, dan kan dat genieten zijn. Zo’n samenwerkingsverband of team heeft meerwaarde voor iedereen, voor ieder thema en onderwerp, hoe klein of groot ook. Na een jaar kun je op elke plek die jij wilt, samen met collega’s, een eigen PLG opzetten. Wat je nodig hebt zijn ademruimte, aandacht en inbreng van andermans professionaliteit. Aeres Hogeschool kan voor de juiste facilitators zorgen. In dit boekje vind je: - Antwoorden op vragen over PLG’s zoals: wat is een PLG, hoe faciliteer je een PLG, ‘wat is in for me’ en wat vraagt het van jou en het management? Wat kan het mij opleveren voor m’n werk met leerlingen, studenten en collega’s? - Ervaringsverhalen van personen die aan zo’n PLG hebben meegedaan. - Nieuwe invalshoeken. Hoe leuk en leerzaam kan samenwerken in een PLG zijn, bijvoorbeeld met veertien collega’s afkomstig van zeven verschillende locaties? - Praktische informatie van docenten en facilitators die hiermee de afgelopen jaren ervaring hebben opgedaan. - Antwoorden op vragen als: ‘Wat werkt wel en wat niet?’ ‘Wat heb je er als docent aan en wat als school en leidinggevende?
DOCUMENT