Objectives: Perceived barriers are often a reason why people do not start physical activity or relapse to inactivity. From a psychological perspective, barriers can be seen as beliefs about what is obstructing people’s behavior. To understand inactivity and relapse from physical activity, this study focused on barrier-beliefs in physical activity. We aimed to develop a barrier-beliefs survey and identify barrier-beliefs in physical activity among active and inactive people. Methods: Firstly, in order to develop a barrier-beliefs survey, a literature search, a qualitative study and expert-meetings were conducted to explore barrier-beliefs to physical activity. The intern consistency of barrier-belief survey was analysed using a Cronbach’s Alpha. A Pearson correlation (p < .05) was conducted to analyse the relation between barrier-belief scales and behavioral factors and strength of the barrier-belief scales were analysed as predictors of behavioral factors with a multiple linear regression analyses. Secondly, a cross sectional study was conducted among active and inactive people using the barrier-beliefs survey. Results: Sixty-three barrier-beliefs were found clustered by 10 barrier-belief scales and formulated in the survey. The intern consistency was relatively high and BB scales were related to behavioral determinants and PA behavior. A sample of 266 participants, 147 active and 119 inactive, aged 18 to 80, participated. Frequently endorsed barrier-beliefs within both active and inactive participants were ‘investment factors’, ‘habitual situations’ and ‘negative feelings about the new behavior’. A clear difference between inactives and actives is proven in the relation between BBs and their PA behaviour. Inactives are significantly inhibited by ‘social situations’, ‘investment factors’, ‘negative feelings of the new behavior’ and ‘identity discrepancy’.Conclusions: To increase the chance on long lasting lifestyle changes and the effectiveness of interventions, strategies to neutralize barrier-beliefs should be developed in order to apply into counseling- and educational programs or internet applications.
DOCUMENT
Objective: To understand inactivity and relapse from PA, and to develop theory-based behaviour change strategies to stimulate and support maintenance of PA.Methods: We conducted a literature search to explore barriers to PA. Social cognitive theories and empirical evidence were evaluated and guided the process developing a theoretical framework and counselling strategies.Results: A theoretical framework is presented to understand why people do not engage in PA and often relapse once they started PA. A distinction is made between three related types of BBs. In PA counselling these three beliefs are addressed using four different BB behaviour change strategies.Conclusion: BB counselling aims to develop an individual pattern of PA for the long term that is adapted to the (often limited) motivation of the client, thereby preventing the occurrence of BBs. The client will learn to cope with factors that may inhibit PA in the future.Practice implications: The BBs approach composes a way of counselling around the central construct of barrier-beliefs to stimulate engagement in PA independently, in the long term.
DOCUMENT
Regelmatig bewegen en het hebben van een gezond voedingspatroon hebben een bewezen relatie met de fysieke en mentale gezondheid. In de westerse samenleving voldoet echter een aanzienlijk deel van de bevolking niet aan de richtlijnen van een gezonde leefstijl. Er is behoefte aan meer inzicht in de oorzaken van inactiviteit en aan gedragsveranderingsstrategieën omhet beweeggedrag van inactieve volwassenen op de langere termijn effectief te verbeteren. Het doel van dit proefschrift is een verandermethode te ontwikkelen voor het stimuleren van bewegen voor de eerstelijnszorg. Daarvoor zijn er barrière overtuigingen geïdentificeerd die het beweeggedrag van zowel inactieve als actieve mensen belemmeren. Vervolgens hebben we een theorie geschreven over het werkingsmechanisme van verschillende typen barrières en zijn erverschillende veranderstrategieën ontwikkeld om barrière overtuigingen te doen afnemen. De effecten van deze ‘barrière-methode’ op barrière overtuigingen, beweeggedrag, voedingsgedrag en de kwaliteit van leven zijn onderzocht bij ‘inactieve’ eerstelijnszorgpatiënten. Zowel inactieve als actieve mensen bleken tal van barrière-overtuigingen bij bewegen te ervaren. De resultatenvan ons onderzoek tonen aan dat, in vergelijking met de ‘usual care’ binnen de eerstelijnszorg, de barrière-methode effectiever is in het doen afnemen van barrière-overtuigingen en het doen toenemen van bewegen en de kwaliteit van leven op langere termijn. De in dit proefschrift beschreven psychologische mechanismen spelen mogelijk ook een rol bij gedragsverandering van andere leefstijlgedragingen. De beschreven principes kunnen ook worden toegepast binnen andere soorten interventies, zoals in apps of community-based interventies. Daarnaast is de motivatie van Nederlandse huisartsen om te verwijzen naar leefstijlinterventies onderzocht en zijn patiëntindicatoren in het besluitvormingsproces bij het doorverwijzen in kaart gebracht. Om de motivatie van huisartsen en verwijzingen naar leefstijlinterventies te verbeteren, worden in dit proefschrift aanbevelingen gedaan voor de eerstelijnsszorg in Nederland zoals het ontwikkelen van een tool voor verwijzingen, het vergroten van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden om leefstijl gedrag van patiënten te beïnvloeden. Ook zou de implementatie van leefstijlinterventies moeten worden ondersteund door speciaal opgeleide leefstijl professionals in de zorg. Uiteindelijk kan het bieden van effectieve evidence-based interventies voor het stimuleren van bewegen in potentie bijdragen aan een toename van delevensverwachting en de kwaliteit van leven in alle maatschappelijke segmenten.
DOCUMENT
Uit cijfers van het CBS zien we dat de vraag naar biologische producten achterblijft. De meerprijs die consumenten moeten neerleggen voor biologische productalternatieven blijkt een belangrijke belemmering te zijn voor de overstap naar biologisch. Hoe kunnen we deze gepercipieerde prijsbarrière bij de consument overkomen?
De aanvraag betreft het ontwikkelen en verkennen van de marktmogelijkheden van een IT-tool dat de slaagkans van bedrijfsoverdrachten verbetert. De (emotionele) barrières die ondernemers bij de verkoop hun bedrijf tegenko-men worden inzichtelijk gemaakt. Tevens wordt getoetst of de manier waarop ondernemers nu omgaan met die barrières (coping) effectief is. De doelgroep voor het onderzoek zijn overname-adviseurs, kopende en verkopende ondernemers alsmede investeerders.
Het lopen van een marathon wordt steeds populairder. Naast de vele positieve gezondheidseffecten van duurinspanning, kan duurinspanning ook gepaard gaan met maagdarmklachten. Zo’n 30-90% van de hardlopers heeft last van maagdarmklachten tijdens of in de uren na het hardlopen. Het ontstaan van maagdarmklachten heeft waarschijnlijk te maken met de herverdeling van het bloedvolume, resulterend in minder bloedtoevoer naar het spijsverteringskanaal en een minder goed functionerende darmbarrière. Doordat de darmbarrière minder goed functioneert kunnen er ongewenste stoffen (endotoxinen) de bloedbaan intreden en voor ontstekingsreacties zorgen. De vele micro-organismen in onze darm, gezamenlijk onze darmmicrobiota genoemd, zijn van invloed op de voedselvertering, maar ook op het functioneren van de cellen die de darmwand bekleden en de verbindingen tussen deze cellen. Mogelijk hebben hardlopers met maagdarmklachten tijdens duurinspanning te maken met een afwijkende samenstelling van de darmmicrobiota en/of metabolieten ten opzichte van hardlopers zonder klachten, waardoor de darmbarrière minder goed functioneert en er problemen kunnen optreden. Vandaar dat het voornaamste doel van ons onderzoeksproject is om te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen de samenstelling van de darmmicrobiota en/of metabolieten en het ontstaan van maagdarmklachten tijdens duurinspanning. De onderzoeksvragen die zullen worden bestudeerd zijn: 1) Verschilt de samenstelling van de darmmicrobiota en/of metabolieten van hardlopers die wel en niet last krijgen van maagdarmklachten tijdens het lopen van een marathon? En zo ja, hoe? 2) Kan de samenstelling van de darmmicrobiota en/of metabolieten van getrainde sporters die maagdarmklachten ervaren tijdens duurinspanning positief beïnvloed worden door probiotica-suppletie, zodat de kans op en/of intensiteit van maagdarmklachten tijdens duurinspanning wordt verminderd en de sportprestatie verbeterd? Het onderzoeksproject richt zich op de identificatie van sporters die last hebben van maagdarmklachten tijdens duurinspanning. We hopen met de beoogde resultaten bij te kunnen dragen aan op de persoon gerichte preventie van maagdarmklachten door het aanpassen van de darmmicrobiota.