Hoofdstuk 9 in Leren Transformeren. De snelle veranderingen die zich momenteel in de sociale sector voordoen als gevolg van een ambitieuze veranderagenda vragen om een perspectief op kennis. De verschillende casussen in deze uitgave maken dit eveneens duidelijk. In de beschrijving van de casussen wordt gesproken over de noodzakelijke ontwikkeling van nieuwe leerprocessen die dienen aan te sluiten bij actuele praktijkvragen en waarmee sociale vraagstukken optimaler benaderd kunnen worden. In dit hoofdstuk gaan we in op de wijze waarop binnen de sociale sector deze aanwezige (praktijk)kennis geëxploreerd kan worden en processen van ‘werkvloer-leren’ bij kunnen dragen aan vormen van duurzame innovatie. We gaan daarbij met name in op de vraag hoe vormen van kenniscreatie binnen maatschappelijke ondernemingen bij kunnen dragen aan de bereidheid tot veranderen van professionals en welke rol hierin voor middenmanagers (teamleiders) is weggelegd. In dit hoofdstuk gaan we daartoe in op de onlosmakelijke verbinding tussen taciete (onbewuste en ongrijpbare kennis) en expliciete kennis. We schetsen een beeld van de belangrijke rol van teamleiders in de sociale sector op dit terrein als stimulator en facilitator van leerprocessen. Hun middenpositie zit bij uitstek ‘tussen topdown sturing en bottom up input’ (zie Jansen en Van Biene, hoofdstuk 2) en maakt een nadere verkenning van hun bijdrage van belang.
Omdat het aanbod van elektrische bestelwagens en vrachtauto’s snel toeneemt ligt voor ondernemers het elektrificeren van het goederenvervoer van en naar de stad voor de hand. Maar die stap roept ook allerlei vragen op: Hoe kunnen transporteurs hun werk doen met elektrische voertuigen die regelmatig opgeladen moeten worden? Welke aanpak geeft de laagste kostprijs? Waar, wanneer en hoe snel gaan bestelwagens en vrachtwagens laden, en wat vraagt dat van het elektriciteitsnet?In opdracht van de Topsector Logistiek hebben Buck Consultants, CE Delft, Districon, de Hogeschool van Amsterdam, Panteia en TNO concreet uitgewerkt hoe elektrische stadslogistiek in de praktijk uitgevoerd zal worden. De regio Groot Amsterdam is als voorbeeld genomen. CE Delft heeft, gebaseerd op maatwerkdata van CBS over bestel- en vrachtwagens die de milieuzone Amsterdam bezoeken, berekend op welke locaties er een laadvraag verwacht kan worden. Hiervoor is de energiebehoefte ruimtelijk toegedeeld op postcode 4-niveau binnen COROP Groot-Amsterdam. Op basis van CBS-data over standplaatsen en herkomst en bestemmingsdata), en op basis van herkomst-bestemmingsdata uit het VENOM-verkeersmodel, wordt de impact op het elektriciteitsnet, het aantal benodigde laadpalen en de impact op de ruimte besproken. De optelling van al die individuele keuzes levert inzicht op waar, wanneer en hoe snel er geladen gaat worden. Daarmee kunnen netbeheerders en gemeenten plannen wat er aan infrastructuur en ruimte nodig is.
Dit onderzoek is geproduceerd door het lectoraat Duurzame Paardenhouderij en Paardensport van Hogeschool Van Hall Larenstein. Het rapport biedt inzichten in de ruimtelijke en landschappelijke kenmerken van paardenhouderijen in Nederland. De resultaten dragen bij aan een beter begrip van de rol die paardenhouderijen kunnen spelen in duurzaam landgebruik, biodiversiteitsherstel en landschappelijke inpassing.
MULTIFILE