In het kader van het Actieprogramma Sociale Vitaliteit (WLP Eemsdelta leeft!) hebben sociaalwerkers van twee welzijnsorganisaties (ASWA - Appingedam en SW&D, Delfzijl) bewonersgroepen in drie gemeenten (Delfzijl, Appingedam en Loppersum) ondersteund voor de ontwikkeling van hun organisatiekracht ten behoeve van initiatieven voor leefbaarheid in het dorp, de buurt of de straat. De focus lag op de bewoners - hoe ontwikkelen zij zich, de sociaalwerkers - hoe sluiten zij aan bij de bewoners en de gemeentelijke contactpersonen - hoe faciliterend zijn zij? Uit het begeleidende onderzoek dat een activerend karakter had bleek vooral dat de bewoners hun organisatiekracht hoog inschatten, terwijl in de praktijk bleek dat de groepen (deels) uiteen vielen of hun doelen niet bereikten. Sociaalwerkers moeten dan ook meer aandacht besteden aan bronnen en oorzaken voor conflicten om de continuiteit in de groep te waarborgen. Gemeentelijke medewerkers bleken voor bewonersgroepen vaak onbereikbaar of onvoldoende behulpzaam. In de periode van het activerend onderzoek zijn de verbeterpunten ter harte genomen, in die zin heeft het activerend onderzoek gewerkt. De vragenlijst waarmee de organisatiekracht van bewoners is onderzocht is beschikbaar en als bijlage aan het rapport toegevoegd.
DOCUMENT
In het kader van het programma Sociale Vitaliteit (Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta Leeft) heb ik onderzoek gedaan naar de organisatiekracht van bewonersgroepen en hoe deze zich ontwikkelt mede door ondersteuning van sociaal werkers en door medewerking vanuit de gemeentelijke organisatie. De gebruikte vragenlijst is na afloop van het onderzoek herzien en bestaat nu uit 40 items waarmee periodiek met de bewonersgroep geevalueerd kan worden hoe zij hun eigen bijdrage en die van andere betrokkenen zien. De vragenlijst is openbaar en gebruikt worden voor vervolgonderzoek. Het onderzoeksrapport is eveneens openbaar gepubliceerd (Rozema, et al (2017).
DOCUMENT
Column: Krimpgebieden kenmerken zich door een overvloed aan voorzieningen zoals scholen, bibliotheken, winkels, etc. Daar afscheid van nemen is zo makkelijk nog niet. Sluiten leidt tot protest, weerstand, boosheid, en regelmatig ook tot bewonersinitiatieven om zaken toch proberen open te houden.Soms lukt dit, soms ook niet.
LINK
Van 2015 - 2017 zijn in het kader van het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta Leeft, Actieprogramma Sociale Cohesie pilots uitgevoerd met bewoners en professionals. De pilots hadden tot doel om de organisatiekracht van bewoners en de facilitering van professionals richting bewonersinitiatieven te versterken. Het rapport doet verslag van deze pilots en geeft tips naar aanleiding van de geleerde lessen.
DOCUMENT
In deze publicatie komen de partijen aan het woord die een steentje hebben bijgedragen aan het project: de bewoners van de vier duurzame demohuizen in Paddepoel, de studenten van kenniscentrum NoorderRuimte over de rol die bewonersinitiatieven kunnen spelen. Doeners uit de praktijk van de energietransitie, zoals Joep de Boer van WarmteStad en Han Folkerts van woningcorporatie Nijestee, maar ook de denkers van TNO, CGI, RuG en Hanzehogeschool.
LINK
Digitale artikel op Stadsgeograaf.nl. Voor de uitspraak ‘Mensen maken de stad’ is veel te zeggen. De laatste jaren veelvuldig bekrachtig dank getuige een groeiend aantal interessante bewonersinitiatieven, creatieve sociaal ondernemers en andere maatschappelijke bottum-up projecten. De ruimte die steeds meer vrij komt of zelf je stad te maken krijgt, met name in de grote steden, uiteenlopende en vaak opvallend leuke invullingen. De recente oratie van sociaal geograaf Justus Uitermark is een raak en inspirerend verhaal over de opkomst van deze ontwikkelingen: zelforganisatie.
DOCUMENT
Dit rapport gaat over hoe formele en informele politieke participatie van adolescenten en jongvolwassenen (16-27 jaar) in Amsterdam Noord, Nieuw-West en Zuidoost zich verhouden tot participatieve ongelijkheid in de stad. We stellen ons in dit rapport de vraag welke rol lokale (zelf)organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Om de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre praktijken van politieke participatie ook daadwerkelijk leiden tot meer invloed van jongeren op politieke besluitvorming maken we gebruik van het concept ‘linking sociaal kapitaal’. We hebben ons specifiek gericht op groepen jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar voor wie de opkomstcijfers laag zijn. Welke ervaringen hebben zij met participatie en hoe verhouden hun ervaringen zich tot de ervaringen en verwachtingen van politici, bestuurders en beleidsmakers? Wie speelt een rol in het verbinden van jongeren aan overheidsinstellingen en hoe gaan deze sleutelfiguren te werk? Hoe verlopen ontmoetingen tussen jongeren en representanten van de overheid, en in hoeverre lukt het initiatieven die (in)formele participatie van jongeren willen versterken om hun invloed te vergroten? Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van financiering door Het Kenniscentrum Ongelijkheid. Onderzoekers: Sietske Zweegman, Femke Kaulingfreks, Floris Vermeulen, Sharifah Redan, Zulia Rosalina, Elena Ponzoni, met medewerking van Charissa Leiwakabessy, Reyhan Bencan en Malisa Agyeiwaa
DOCUMENT
In Nederland is er een groeiende behoefte aan collectieve huisvesting voor ouderen om de kloof tussen 'ageing in place' en institutionele zorgvoorzieningen te overbruggen. Participatie van ouderen in de concept- en ontwerpfase is belangrijk om het marktaanbod af te stemmen op de behoeften van (toekomstige) bewoners. Sociale ondernemers vinden het echter een uitdaging om ouderen te betrekken. Dit hoofdstuk verkent verschillende manieren waarop ouderen betrokken kunnen worden bij het ontwikkelen van nieuwe wooninitiatieven. De ladder van burgerparticipatie wordt hier gebruikt om verschillende rollen te verkennen die (toekomstige) bewoners zouden kunnen spelen met verschillende niveaus van invloed, van niet-participatie tot burgerkracht. Overwegingen voor betekenisvolle participatie worden besproken. Verder wordt een Nederlandse casestudy gepresenteerd waarin vastgoed werd getransformeerd op basis van de betrokkenheid van ouderen, die illustreert hoe door het gebruik van een innovatieve methode partnerschappen kunnen worden gevormd tussen (toekomstige) bewoners en besluitvormers. Dit hoofdstuk concludeert dat naast de huisvesting zelf, ook de gebouwde omgeving en de buitenomgeving in beschouwing moeten worden genomen om de leefomstandigheden van ouderen te verbeteren.
DOCUMENT
Een ‘terugtrekkende overheid’ en een groter beroep op ‘burgerkracht’ hoeft niet tot grotere ongelijkheid tussen wijken te leiden, mits de overheid kwaliteit levert en zuinig is op de ‘stenen’, de verbanden en de gevoelens van eigenwaarde die (individuele en collectieve) zelfredzaamheid mogelijk maken.
LINK