Full text via link. MBO Utrecht Academie Welzijn (niveau 3 en 4) en de Utrechtse buurtteamorganisatie Lokalis willen komen tot een samenhangende aanpak voor MBO-studenten met psychische problemen, gericht op inclusie en het voorkomen van uitval. Hiervoor is allereerst een gezamenlijke visie op de integrale begeleiding en ondersteuning van MBO-studenten met psychische problemen ontwikkeld, met de jongeren en ouders zelf, studieloopbaanbegeleiders en andere MBOmedewerkers, medewerkers van het Buurtteam MBO, en andere externe hulpverleners en betrokkenen. In deze visie worden de verschillende perspectieven (student, onderwijs, hulp en gemeente) in één conceptueel kader verenigd, als gemeenschappelijke basis voor een samenhangende aanpak.
LINK
In dit hoofdstuk wordt een beproefde opzet beschreven voor een implementatietraject van het Protocol Dyslexie op instellingsniveau. De opzet (vijf bijeenkomsten) is samen met docenten en studenten van Fontys Hogescholen ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd. Ook wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de Dyslexiemonitor (als instrument voor implementatie en beleidsontwikkeling). Een aanzet voor informatie- en voorlichtingsbijeenkomsten voor studenten wordt gegeven.
DOCUMENT
Internationale studenten zijn van belang voor hogeronderwijsinstellingen, internationale klaslokalen en de Nederlandse economie. Maar internationale studenten worden vaak geconfronteerd met diverse praktische moeilijkheden en het wennen aan een nieuwe omgeving. Ook blijkt uit de jaarlijkse Studentenwelzijnsmonitor van Inholland dat internationale studenten gemiddeld een lager gevoel van sense of belonging hebben dan Nederlandse studenten. Voor studenten is sense of belonging belangrijk omdat het positief verband houdt met studiesucces, studievoortgang en negatief verband houdt met studieuitval. Sense of belonging gaat over het diepgaande emotionele gevoel van verbondenheid, thuis voelen en jezelf kunnen zijn. Dit zijn universele basisbehoeften van de mens die bij vervulling een positief effect hebben op iemands mentale en fysieke welzijn. Uit intern onderzoek blijkt dat de sense of belonging onder de internationale studenten laag is en correleert met het welzijn en de betrokkenheid van de studenten. International Office van Inholland heeft behoefte aan meer informatie over waarom de sense of belonging van de internationale studenten laag is en wat zij eraan kunnen doen om dit te verbeteren. In deze studie is gekeken naar de behoeften, ervaringen en opbrengsten die hebben bijgedragen aan de sense of belonging van internationale studenten en wat Inholland hierin kan betekenen. Er zijn 21 kwalitatieve interviews gehouden met internationale studenten van verschillende opleidingen en Inholland-locaties. Er is gebruik gemaakt van een semigestructureerde interviewguide.
DOCUMENT
interne publicatie; CD-ROM Professional in Beeld, aanbod aan scholenveld
DOCUMENT
Dit boek is een weerslag van een veelheid aan gesprekken tussen 2018 en 2023 met (oud-) studenten van de prebachelor voor vluchtelingstudenten van Hogeschool Utrecht. De prebachelor bestond uit een jaar voorbereiding op het studeren en werken in Nederland, waardoor doorstroom naar het hoger onderwijs, of naar passend werk mogelijk werd. De verhalen van deze studenten gaan over hun zoektocht in de Nederlandse samenleving. Hoe ze verder gaan met hun leven, zich concentreren op hun gezin of familie in het land van herkomst of elders of hier, nieuwe stappen zetten en proberen bij te dragen aan de samenleving die hen heeft opgenomen. Verhalen ook over de uitdagingen voor jonge mensen die ich moeten aanpassen aan een volledig ander onderwijssysteem. Veel mensen met een vluchtverleden inspireren anderen met hun doorzettingsvermogen en veerkracht. De vraag om hun verhaal te vertellen komt ook met risico's. Vluchtelingen zijn geen onderzoeksobjecten, (over)dragers van inspiratie en empathie. Door vluchtelingen herhaaldelijk te vragen om hun verhaal te vertellen over waarom ze hun toevlucht zochten, maken we hun vluchtelingidentiteit tot essentie. De vier onderzoekers in dit project 'Poort van Hoop', waarvan twee met een vluchtverleden, vonden het daarom van groot belang dat het onderzoek kennisgericht participatief was, zo wederkerig mogelijk, en dat helder was dat wat we met het onderzoek beoogden dat de studenten zelf iets aan de gesprekken konden hebben. De citaten van deze studenten geven een inkijk in hoe docenten, medestudenten en de onderwijsorganisatie een belangrijke rol spelen in hun ervaren welzijn.
DOCUMENT
Docenten van reken-, wiskunde- en statistiekvakken binnen de HU, lopen tegen vergelijkbare problemen aan. Ook al zijn de vakken die gegeven worden totaal verschillend, een aantal van de problemen waar docenten tegen aan lopen zijn vergelijkbaar. Dit was een van de conclusies uit het onderzoek naar rekenen, wiskunde en statistiek in het HU-onderwijs. In dit onderzoek is een vragenlijst voorgelegd aan HU-docenten. Daaruit bleek onder andere dat ongeacht de opleiding er bij veel cursussen problemen zijn omdat studenten een zeer wisselend instroom-niveau hebben. Het volledige verslag van het onderzoek is te vinden op: https://www.hu.nl/onderzoek/publicaties/rekenen-wiskunde-en-statistiek-in-het-huonderwijs Daarnaast waren er veel docenten die een vraag over statistiek hebben voorgelegd aan de leden van het lectoraat. In plaats van alle vragen een voor een te beantwoorden hebben de leden van het Lectoraat Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals gekozen om met geïnteresseerden in gesprek te gaan. Twee gesprekstafels waren gepland voor maart en april, maar konden door de uitbraak van het coronavirus helaas niet doorgaan. Uiteindelijk vonden de twee gesprekstafels online plaats. Op maandag 28 september 2020 was de gesprekstafel over statistiek en op maandag 12 oktober 2020 vond de gesprekstafel over instroomniveau plaats. Dit verslag geeft een beeld van de beide tafels. Het bevat links naar de presentaties en een weergave van de gesprekken in de kleine groepjes.
DOCUMENT
In maart 2021 is er een enquête uitgezet onder de ISW studenten van de Hogeschool Utrecht. Het ISW bestaat uit de opleidingen Social Work en Vaktherapie, het aantal respondenten dat op de enquête heeft gereageerd is 362. Volgend op deze enquête zijn er negen interviews afgenomen en heeft er één verdiepende focusgroep plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn beschreven in dit rapport. Het belangrijkste resultaat is dat 75% van de studenten aangeeft dat hun welzijn is verslechterd sinds september 2020. Naar aanleiding van de resultaten zijn er drie aanbevelingen geschreven, voor studenten, de Hogeschool Utrecht en de overheid. Dit rapport heeft vijf hoofdstukken over onder andere het welzijn van de studenten en de mate waarin de student zich verbonden voelt met de HU, docenten en medestudenten. Daarnaast wordt toegelicht welke sociale diensten er momenteel worden aangeboden aan de doelgroep om hun welzijn te kunnen bevorderen en een stuk communicatie hierover naar de student. Er wordt gekeken naar een duurzame dienst of product waarbij de toekomst een grote rol speelt. Ook worden daar de resultaten besproken over de visie van de student en of zij bijvoorbeeld nog op de lange termijneffecten zullen ervaren van het COVID19 virus. Tot slot wordt er in het laatste hoofdstuk beschreven over mogelijk passende diensten of producten die aansluiten bij deze doelgroep. Hierbij wordt de behoefte van de student toegelicht.
DOCUMENT
The research examined the ways in which Student Generated Video supported the learning process on the course ‘Levensbeschouwing’ (Life Philosophy) on the third year on the teacher training course at Inholland in Amsterdam. The central question examined was: In which ways does the student generated video on the Inholland course ‘Life Philosophy’ contribute to students gaining insight, developing deeper knowledge, and achieving the course learning goals? The 30 students on the course participated in the research. During the course, they were involved in creating three video interviews per project group that examined the question of life philosophy from the perspective of personal life, life philosophy traditions and school life. Video production was segmented into four phases; pre-production, production, post-production and reflection. At each phase, students answered short open questions online, and on the final day completed a survey. A group of seven students participated in a group interview on the final day.
DOCUMENT
Het onderzoek in dit proefschrift richt zich op de introductie van onderzoek in het curriculum van een pabo. Het doel was om een aantal theoretisch en empirisch onderbouwde design-principes te genereren die ten grondslag zouden moeten liggen aan een introductiecursus 'onderzoek' gericht op de ontwikkeling van onderzoekskennis en -vaardigheden, positieve opvattingen en en een positieve houding ten aanzien van onderzoek bij tweedejaars pabostudenten. Bij de opzet van het onderzoek is een ontwerpgerichte aanpak gebruikt. Er heeft een literatuurstudie plaatsgevonden met als doel design-principes te formuleren die in theorie een positieve invloed hebben op het leren van studenten over onderzoek. Deze principes zijn als uitgangspunt genomen om de introductiecursus te ontwikkelen. Deze cursus is twee keer uitgevoerd en onderzocht: in een pilotstudie en een tweede studie één (studie)jaar later. De centrale onderzoeksvraag van dit promotieonderzoek luidde als volgt: Welke design-principes van een introductiecursus in onderzoek in een pabocurriculum dragen bij aan de ontwikkeling van onderzoekskennis en -vaardigheden, positieve opvattingen en een positieve houding ten aanzien van onderzoek, en op welke manier dragen zij daaraan bij? Studentvragenlijsten, concept maps en groepsinterviews zijn gebruikt om de bijdrage van de introductiecursus aan de doelen (ontwikkeling van positieve opvattingen/houding, kennis en vaardigheden m.b.t. onderzoek) vast te kunnnen stellen. Samenvattend kan geconcludeerd worden dat het mogelijk is om in een pabo een introductiecursus 'onderzoek' te ontwikkelen waarin pabostudenten onderzoekskennis en -vaardigheden ontwikkelen, tezamen met positieve opvattingen en een positieve houding ten aanzien van onderzoek. De bevindingen van de studies in dit proefschrift geven aan dat het belangrijk is om onderzoek in het begin van de opleiding te introduceren. Er lijken twee 'karakteristieken' voor het slagen van een dergelijke cursus essentieel te zijn. Ten eerste is het van belang om zoveel mogelijk voorbeelden van onderzoek uit de onderwijspraktijk te gebruiken. Niet alleen voorbeelden van onderzoek door leraren, maar ook voorbeelden van hoe onderzoek en onderzoeksvaardigheden een plek hebben in de dagelijkse praktijk van de leraar (zoals bij het analyseren van leerlinggegevens of het construeren van een goede toets). Ten tweede noemden de studenten de 'onderzoeksmatige' opzet van de bijeenkomsten in de cursus als waardevol. Het stimuleren van het delen van voorkennis en concepties, daarover discussiëren en het 'moeten' onderbouwen van meningen en opvattingen droegen niet alleen bij aan de kennisontwikkeling, maar ook aan de ontwikkeling van een kritische houding en inzichten in de waarde en toepassingsmogelijkheden van onderzoek in de onderwijspraktijk. Docenten in lerarenopleidingen die zich bezighouden met onderzoeksactiviteiten zouden volgens de studenten niet alleen experts moeten zijn op het gebied van onderzoek, maar ook in staat moeten zijn om deze expertise door te vertalen naar een 'onderzoeksmatige' leeromgeving tijdens de cursusbijeenkomsten.
DOCUMENT