Brownfields is een container begrip voor verlaten, ondergebruikte, verloederde en her te gebruiken gebieden. Ze bestaan uit (voormalige) industriële, militaire, infrastructurele en commerciële terreinen. Brownfields kennen milieuproblemen als gevolg van (bodem)verontreiniging, vastgoedproblemen en/of sociale problemen, of het beeld bestaat dat deze problemen er zijn. De problematiek kan dus zowel reëel als vermoed zijn. Hergebruik van Brownfields vraagt om maatregelen. Brownfields zijn niet eenduidig en verschillen in omvang, problematiek, historie, sociale en fysieke omgeving. Brownfields zijn dus geen eenduidige gebieden, waardoor een eenduidige aanpak ook niet mogelijk is. Brownfields zijn veelal verweven in hun stedelijke omgeving. Zij hebben impact op deze omgeving, en de omgeving op hen. Herontwikkelen van voornoemde ‘klassieke’ brownfields vraagt dan ook per definitie een stedelijke gebiedsontwikkelingsaanpak. Een herontwikkeling van brownfields kan ecologisch, economische en sociale voordelen voor zijn omgeving hebben. Herontwikkeling vraagt minder gebruik van nieuwe infrastructuurwerken en een intensiever ruimtegebruik dan bij greenfields en kan daarom efficiënter in ruimtegebruik zijn. Ook kan een diensten-intensieve herontwikkeling van brownfields substantieel bijdragen aan de regionale en zelfs nationale economie. Een herontwikkeling van Brownfields is veelal niet zelfstandig rendabel: sluitende exploitatie op projectniveau is lastig. Investeren van publiek geld in Brownfields is echter wel aantrekkelijk: de private multiplier kan van een factor vijf tot zelfs het meervoudig oplopen.
MULTIFILE
Klimaatadaptatie staat in Nederland hoog op de agenda en vraagt om eenandere inrichting van de openbare ruimte. Grote regenbuien passen niet inrioolbuizen dus wordt verharding vervangen door groen. Groenvoorzieningenkrijgen functies als waterberging en infiltreren regenwater in de bodem,zoals bij wadi’s (water afvoer drainage en infiltratie). Het afstromendregenwater dat infiltreert bevat verontreinigingen zoals PAK en zwaremetalen die in de toplaag van de wadi worden afgevangen. De concentratieszijn echter zo laag dat vervuiling pas na jaren meetbaar is.
DOCUMENT
Veel locaties in Nederland kennen permanente bodemverontreinigingen. Dit is een erfenis van ons industrieel verleden. Deze verontreinigingen worden met zogenaamde ‘nazorgmaatregelen’, zoals damwanden, grondwateronttrekkingen en/of monitoring, op hun plaats gehouden (‘beheerst’). In Nederland neemt de ruimtedruk vanuit diverse opgaven toe: woningnood, duurzame energievoorziening en klimaatverandering vragen om ruimte, de regering zet hier fors op in. Verontreinigde locaties blijven vaak uit beeld als ontwikkellocatie voor deze opgaven. Ontwikkeling lukt vooral op locaties waar de (woning)vraag hoog is, zoals in hoogstedelijke gebieden. De overige locaties vormen een onvervuld potentieel voor deze opgaven. Zij kunnen naar verwachting substantieel bijdragen, maar deze potentie is nauwelijks in beeld. Met dit onderzoeksvoorstel ontwikkelen we concrete inzichten en werkwijzen die locatie-eigenaren/beheerders, bodemprofessionals en gebiedsontwikkelaars helpen om de ontwikkeling van verontreinigde locaties succesvol te realiseren en daarmee bij te dragen aan urgente maatschappelijke opgaven. We ontwikkelen inzicht in de potentie van deze locaties, inzicht in de kansen en belemmeringen om tot ontwikkeling te komen en we ontwerpen concrete werkwijzen en methoden om deze ontwikkeling te realiseren. Dit onderzoeksvoorstel sluit aan bij bestuurlijke afspraken tussen Rijk, provincies en gemeenten om tot afbouw van zogenaamde verontreinigde IBC-nazorg locaties te komen en draagt bij aan de verbinding tussen de werelden van de bodemprofessionals en gebiedsontwikkelaars. Dit onderzoeksvoorstel helpt publieke professionals (gemeenten en provincies) om concrete ontwikkeling op verontreinigde locaties beter mogelijk te maken, en daarmee bij te dragen aan de duurzame energietransitie, klimaatadaptatie en woningbouw.