Het project "werkplaats Oud-Oost" is opgezet om verkokering tussen organisaties te verkleinen, versnippering van aanpak en projecten te voorkomen en kennis die in het werkveld wordt ontwikkeld vast te houden. Het project beoogt daarmee een bijdrage te leveren aan ontschotting, professionalisering en de ontwikkeling van een gedeelde visie voor de aanpak van het gebied Oud-Oost. In dit plan van aanpak wordt de opzet van deze werkplaats verder uitgewerkt
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
In de versterking van het voorkomen en aanpakken van (gewelddadig) extremisme en terrorisme is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Zowel internationale als nationale strategieën richten zich op preventie, bescherming, vervolging en reactie. Centraal in veel beleid staat samenwerking en informatie-uitwisseling op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Nederland geeft hieraan vorm door middel van de zogenoemde ‘brede benadering’. Die bestaat uit een combinatie van preventieve en repressieve maatregelen. De lokale persoonsgerichte aanpak gericht op (religieus) extremisme, vormt een onderdeel van de brede benadering. Ook zet men interventies in die gericht zijn op het risico dat individuen of groepen zouden vormen. De gemeente voert de regie en de aanpak wordt uitgevoerd door lokale professionals uit de gemeente, politie, Geestelijke GezondheidsZorg (GGZ) en andere (zorg)partners binnen een multidisciplinair overleg. Vaak is er overleg met het Openbaar Ministerie en de nationale overheid. Over het effect van de lokale persoonsgerichte aanpak is weinig bekend. Het doel van dit verkennende onderzoek is meer zicht te krijgen op de lokale geïntegreerde benadering.
DOCUMENT
Effectmetingen naar de opbrengsten van brede scholen en integrale kindcentra leveren opnieuw geen bewijs voor de meerwaarde van deze pedagogische netwerkorganisaties in de wijk. Toch ervaren veel professionals, kinderen, ouders en andere buurtbewoners deze meerwaarde dagelijks. Zeggen deze teleurstellende uitkomsten iets over de effectiviteit van brede scholen, of (ook) over de insteek van deze evaluaties? Jacques Verheijke en Dirk Willem Postma van Hogeschool Utrecht leggen de blinde vlekken van de recente landelijke effectmeting bloot. Aan de hand van kwalitatief evaluatieonderzoek naar brede scholen laten zij zien dat een ontwikkelingsgerichte onderzoeksbenadering beter aansluit bij de complexe realiteit van het samenwerken aan ontwikkelingskansen voor kinderen.
DOCUMENT
Het doel van het evaluatieonderzoek naar de lokale implementatie van de Brede impuls combinatiefuncties (Bic)1 was inzicht te krijgen in hoe gemeenten en hun lokale partners de Bic hebben geïmplementeerd, wat de lokale resultaten zijn van de inzet van buurtsportcoaches2 en welke factoren hierbij een rol spelen, teneinde de landelijke impact van de impuls in beeld te brengen. Voor het onderzoek zijn de volgende hoofdvragen leidend geweest: 1. Hoe hebben gemeenten en hun lokale partners de Brede impuls combinatiefuncties geïmplementeerd? (Mesoniveau) 2. Heeft de Brede impuls combinatiefuncties geleid tot een impuls voor (het ontwikkelen van) het lokale sportbeleid en tot lokaal maatwerk in het stimuleren van passend sport- en beweegaanbod? (Mesoniveau) 3. Kunnen we onderscheid maken naar typen buurtsportcoaches en zo ja, welke? (Microniveau) 4. Hanteren buurtsportcoaches specifieke al dan niet onderbouwde aanpakken of werkwijzen voor doelgroepen en wat zijn de lokale opbrengsten van hun inzet? (Microniveau) Met het beantwoorden van de vragen, krijgen we inzicht in de impact van de Bic. Met de impact is de optelsom bedoeld van de resultaten van het implementatieproces van de Bic (op meso- en microniveau) en van de ervaren resultaten van de Bic op het niveau van bereik (prestaties) en effectiviteit (effecten).
DOCUMENT
Dit essay beantwoordt de vraag wat de pedagogische basis is van de brede school. Immers, de brede school is geen bedrijfsverzamelgebouw maar een pedagogisch concept. Het eerste deel gaat over de vraag wat bedoeld wordt met de pedagogische basis. Het tweede deel over de vraag aan welke principes aandacht moet worden besteed om de pedagogische basis in de brede te school te verstevigen c.q. te realiseren. Deze drie principes worden aangeduid met de formule Triple S; Smart, Small en Social.
DOCUMENT
Als de veiligheid verbetert, maar de Rotterdammers dat niet lijken te merken, schiet het veiligheidsbeleid tekort. Bij de behandeling van het nieuwe veiligheidsprogramma, #Veilig010 (Gemeente Rotterdam, 2013), werd een raadsbrede motie ingediend om te achterhalen wat achter deze ontwikkeling schuilgaat. En vooral natuurlijk, wat daaraan gedaan zou kunnen worden. Dus werd besloten tot een zogenaamde ‘brede consultatie’. Als Rotterdamse lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid legt Marnix Eysink Smeets zich al geruime tijd toe op de vraag hoe burgers hun veiligheid ervaren, waardoor die ervaring wordt beïnvloed en – vooral – wat je als bestuur eraan kunt doen om de veiligheidsbeleving op een voldoende niveau te brengen of te houden.
DOCUMENT
Dit onderzoek naar de Combinatiefunctionarissen Sport in de Gemeente Emmen is uitgevoerd in de periode mei 2009 tot februari 2010. Het oorspronkelijke onderzoeksvoorstel is in overleg met opdrachtgever tussentijds bijgesteld en kende uiteindelijk twee fasen.- Fase 1: Verkennend onderzoek onder beleidsmakers van de gemeente Emmen en Combinatiefunctionarissen Sport uit drie wijken/dorpen. Doel hierbij was om in kaart te brengen hoe de werkwijze van de Combinatiefunctionarissen – gelet op de vijf door de gemeente Emmen aangegeven resultaatgebieden1– in de praktijk is en idealiter zou moeten zijn volgens betrokkenen. Daarnaast moest inzicht worden verschaft in relevante landelijke praktijkvoorbeelden op brede scholen op die vijf resultaatgebieden.- Fase 2: Inventariserend onderzoek onder leerkrachten, kinderen en ouders naar de huidige stand van zaken m.b.t. sport, bewegen en gezondheid in de wijk Emmermeer alsmede de ervaringen en meningen over (de werkwijze van) de Combinatiefunctionaris Sport in deze wijk. Tevens is er onderzoek gedaan naar de mate waarin er sprake is in de wijk Emmermeer van de groep ‘niet-vanzelfsprekende- bewegers’ en hoe deze zich kenmerkt.In dit eindrapport worden de bevindingen uit deze twee fasen gepresenteerd. Het rapport wordt afgesloten met een hoofdstuk ‘ aanbevelingen’ waarin wordt geput uit beide fasen. Daarnaast geldt dit eindrapport als input voor twee bijeenkomsten georganiseerd door de gemeente Emmen, één bijeenkomst voor alle Combinatiefunctionarissen Sport uit de gemeente en één bijeenkomst op wijkniveau Emmermeer met betrokkenen.De onderzoekers bevelen de opdrachtgever Gemeente Emmen aan deze rapportage tevens intern met sleutelfiguren van de afdeling sport en het project bredeschool ontwikkeling te bespreken.
DOCUMENT
We staan voor grote uitdagingen met elkaar, zoals klimaatverandering en groeiende ongelijkheid. Uitdagingen die we alleen samen kunnen trotseren. In dit verhaal laat ik zien hoe we van 'praten over Brede Welvaart' kunnen bewegen naar 'Brede Welvaart doen'.
DOCUMENT