eHealth education should be integrated into vocational training and continuous professional development programmes. In this opinion article, we aim to support organisers of Continuing Professional Development (CPD) and teachers delivering medical vocational training by providing recommendations for eHealth education. First, we describe what is required to help primary care professionals and trainees learn about eHealth. Second, we elaborate on how eHealth education might be provided
The European policy emphasis on providing informal care at home causes caregivers and home care professionals having more contact with each other, which makes it important for them to find satisfying ways to share care. Findings from the literature show that sharing care between caregivers and professionals can be improved. This study therefore examines to what degree and why caregivers’ judgements on sharing care with home care professionals vary. To improve our understanding of social inequities in caregiving experiences, the study adopts an intersectional perspective. We investigate how personal and situational characteristics attached to care judgements are interwoven. Using data of the Netherlands Institute for Social Research, we conducted bivariate and multivariate linear regression analysis (N = 292). We combined four survey questions into a 1–4 scale on ‘caregiver judgement’ (α = 0.69) and used caregivers’ personal (such as gender and health status) and situational characteristics (such as the care recipient's impairment and type of care) as determinants to discern whether these are related to the caregivers’ judgement. Using a multiplicative approach, we also examined the relationship between mutually constituting factors of the caregivers’ judgement. Adjusted for all characteristics, caregivers who provide care to a parent or child with a mental impairment and those aged between 45 and 64 years or with a paid job providing care to someone with a mental impairment are likely to judge sharing care more negatively. Also, men providing care with help from other caregivers and caregivers providing care because they like to do so who provide domestic help seem more likely to be less satisfied about sharing care. This knowledge is vital for professionals providing home care, because it clarifies differences in caregivers’ experiences and hence induce knowledge how to pay special attention to those who may experience less satisfaction while sharing care.
Abstract Background: The generalist-plus-specialist palliative care model is endorsed worldwide. In the Netherlands, the competencies and profile of the generalist provider of palliative care has been described on all professional levels in nursing and medicine. However, there is no clear description of what specialized expertise in palliative care entails, whereas this is important in order for generalists to know who they can consult in complex palliative care situations and for timely referral of patients to palliative care specialists. Objective: To gain insight in the roles and competencies attributed to palliative care specialists as opposed to generalists. Methods: A scoping review was completed based on PRISMA-ScR guidelines to explore the international literature on the role and competence description of specialist and expert care professionals in palliative care. Databases Embase.com, Medline (Ovid), CINAHL (Ebsco) and Web of Science Core Collection were consulted. The thirty-nine included articles were independently screened, reviewed and charted. Thematic codes were attached based on two main outcomes roles and competencies. Results: Five roles were identified for the palliative care specialist: care provider, care consultant, educator, researcher and advocate. Leadership qualities are found to be pivotal for every role. The roles were further specified with competencies that emerged from the analysis. The title, roles and competencies attributed to the palliative care specialist can mostly be applied to both medical and nursing professionals. Discussion: The roles and competencies derived from this scoping review correspond well with the seven fields of competence for medical/nursing professionals in health care of the CanMEDS guide. A specialist is not only distinguished from a generalist on patient-related care activities but also on an encompassing level. Clarity on what it entails to be a specialist is important for improving education and training for specialists. Conclusion: This scoping review adds to our understanding of what roles and competencies define the palliative care specialist. This is important to strengthen the position of the specialist and their added value to generalists in a generalist-plus-specialist model
Wat versterkt de beroepsidentiteit van de zorgprofessional?To be continued.Het verbeteren van de vorming van de professionele identiteit (PI) en interprofessionele identiteit (IPI) van zorgprofessionals door onderwijs, bij- en nascholing.
Samenvatting Mensen met een beperking (psychiatrisch, verstandelijk, lichamelijk) wonen tegenwoordig vaker zelfstandig en doen voor hun ondersteuning daarom vaker een beroep op mensen in de buurt waar zij wonen. Dit betekent voor de professionele hulpverleners dat zij een steeds grotere taak krijgen in het versterken van het sociale netwerk van mensen met een beperking, en het (op deze wijze) bevorderen van inclusie in de buurt. In hun werk merken zorg- en welzijnsprofessionals op dat, soms relatief spontaan ingezette of kleine initiatieven succesvol kunnen zijn, maar soms ook niet. De professionals hebben wel ideeën over wat goed werkt en wat niet, maar dit is niet op één centrale plek vastgelegd, en daarbij soms onduidelijk en afhankelijk van de context. Zij vragen zich af hoe ze de informatie die ze elk hebben kunnen bundelen en tot meer inzicht kunnen komen in wat werkt, in welke situatie en in welke context. In het project wordt samengewerkt door de Hogeschool van Amsterdam (AKMI / Lectoraat Community Care), de Sociaal Werkopleidingen van de HvA, de Afdeling onderwijs, jeugd en zorg van de Gemeente Amsterdam, GGD Amsterdam, Cliëntenbelang Amsterdam, Centrum voor Cliëntervaringen (i.s.m. VuMcAmsterdam), De Regenbooggroep, Cordaan en Stichting Prisma. In dit onderzoek zullen drie verschillende buurtgerichte interventies worden getoetst aan de hand van de ‘what works’ principes (wwp). De interventies gericht op het bevorderen van de sociale inclusie van mensen met beperkingen in de buurt worden geëvalueerd door cliënten/ ervaringsdeskundigen, zorg- en welzijnsprofessionals en buurtbewoners. Voor dit onderzoek is gekozen voor ‘realis evaluation’, waarin niet het effect op zich wordt onderzocht, maar de werkzame elementen van een interventie. Belangrijke opbrengsten van het project zijn: 1) het determineren en beschrijven van werkzame elementen die leidend kunnen zijn voor het bedenken en/of beoordelen van initiatieven om de netwerken van mensen met een beperking in de buurt te versterken; 2) op basis daarvan een handreiking bieden voor professionals.
De inzet van blended care in de zorg neemt toe. Hierbij wordt fysieke begeleiding (face-to-face) met persoonlijke aandacht door een zorgprofessional afgewisseld met digitale zorg in de vorm van een platform of mobiele applicatie (eHealth). De digitale zorg versterkt de mogelijkheden van cliënten om in hun eigen omgeving te werken aan gezondheidsdoelen en handvatten tijdens de face-to-face momenten. Een specifieke groep die baat kan hebben bij blended care zijn ouderen die na revalidatie in de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) thuis verder revalideren. Focus op zowel bewegen (door fysio- en oefentherapeut) en voedingsgedrag (door diëtist) is hierbij essentieel. Echter, na een intensieve zorgperiode tijdens hun opname wordt revalidatie veelal thuis afgeschaald en overgenomen door een ambulant begeleidingstraject of de eerste lijn. Een groot gedeelte van de ouderen ervaart een terugval in fysiek functioneren en zelfredzaamheid bij thuiskomt en heeft baat bij intensieve zorg omtrent voeding en beweging. Een blended interventie die gezond beweeg- en voedingsgedrag combineert biedt kansen. Hierbij is maatwerk voor deze kwetsbare ouderen vereist. Ambulante en eerste lijn diëtisten, fysio- en oefentherapeuten erkennen de meerwaarde van blended care maar missen handvatten en kennis over hoe blended-care ingezet kan worden bij kwetsbare ouderen. Het doel van het huidige project is ouderen én hun behandelaren te ondersteunen bij het optimaliseren van fysiek functioneren in de thuissituatie, door een blended voeding- en beweegprogramma te ontwikkelen en te testen in de praktijk. Ouderen, professionals en ICT-professionals worden betrokken in verschillende co-creatie sessies om gebruikersbehoefte, acceptatie en technische eisen te verkennen als mede inhoudelijke eisen zoals verhouding face-to-face en online. In samenspraak met gebruikers wordt de blended BITE-IT interventie ontwikkeld op basis van een bestaand platform, waarbij ook gekeken wordt naar het gebruik van bestaande en succesvolle applicaties. De BITE-IT interventie wordt uitgebreid getoetst op haalbaarheid en eerste effectiviteit in de praktijk.