Eén van de manieren om het vakmanschap van de reclasseringswerker verder te ontwikkelen is de gezamenlijke reconstructie van „goede praktijken‟. Vaak is er vooral aandacht voor vragen, knelpunten, problemen of inschattingsfouten. Dat is nodig en daar valt zeker van te leren. Maar minstens even veel valt te leren van de bespreking en analyse van zaken die juist goed gaan. Van stilstaan bij casuïstiek waarbij je als reclasseringswerker denkt: „Hier wordt duidelijk wat het vak inhoudt. En hier wordt duidelijk wat ik als professioneel reclasseringswerker kan.‟ Dat is niet alleen leerzaam, maar het is ook motiverend. Stil staan bij de eigen successen geeft energie. En als de specifieke kenmerken en gedragingen die hebben geleid tot succes worden „betrapt‟ dan kunnen deze ook worden vertaald in kenmerken van een reclasseringsmethodiek. Alle reden dus voor een vingeroefening met een reconstructie van succes. Tijdens het congres is dit gedaan in een van de workshops
DOCUMENT
Als Turks-Nederlandse ondernemer weet Atilla Aytekin als geen ander hoeveel doorzettingsvermogen je als ondernemer nodig hebt om te kunnen slagen. Om andere ondernemers met een biculturele achtergrond te helpen, besloot hij met zijn Dutch Dream Foundation een traject te starten waarin gedurende een jaar ervaren topmanagers aan ondernemers worden gekoppeld om ze te ondersteunen en te motiveren. Willem Klijnstra en Annemien van der Veen volgden het traject. De interviews met de ondernemers en managers leverden zeer interessante, leerzame en vaak ook ontroerende verhalen op. Het leidde tot het idee om de verhalen te bundelen in een boekje, zodat andere ondernemers en studenten in opleiding voor een internationale carrière zich erdoor kunnen laten inspireren.
DOCUMENT
1e alinea column: Hoe ziet innovatie in de digital age eruit? Anders dan daarvoor? Is succes van innovatie in de digital age wel voorspelbaar? Bestaat er zoiets als een business logica voor innovatie? Voor echt nieuwe business is dat maar heel beperkt zo. Er zijn geen marktvoorbeelden waar je naar kunt kijken. Concurrenten of collega’s zijn je niet voorgegaan en hoe de klant zal reageren is ook al een verrassing.
LINK
TitleDefining Student Success as a Multidimensional Concept: a Scoping Review (additional files)DescriptionStudent success is a critically important concept in educational assessment and research. Yet, a universal definition of the concept has not been established. A comprehensive scoping review was conducted to define student success and take inventory of associated factors. This page contains files pertaining to the publication that presents the findings.
LINK
Stel je voor: 26 mensen die elkaar niet kennen, nemen als een groep deel aan een wedstrijd die een duurzaamheidsvraagstuk moet oplossen. De wedstrijd heeft een lange duur, dus om kans te maken op de winst is het noodzakelijk de taken te verdelen tussen kleine werkgroepen (teams) die samenwerken aan het behalen van kortetermijndoelen (milestones). De ambitie is te verrassen en vernieuwen en een breed gedragen bijdrage te leveren aan het duurzaamheidsvraagstuk. Daarnaast is het de bedoeling dat de samenwerking leerzaam is voor de groepsleden. Niemand mag het team verlaten doordat men het werken niet meer aankan of oververmoeid raakt of geen plezier meer heeft. Nee, men moet er vooral heel lang van kunnen nagenieten. Deelname zou ook een opstapje moeten zijn naar een volgende stap in iemands carrière
DOCUMENT
Al geruime tijd is bekend dat de kansen op succes voor hoger opgeleide jongeren, te weten het vinden van een stage- of afstudeerplek en het behalen van een hbo-diploma, nog altijd niet gelijk zijn voor jongeren met en jongeren zonder migratieachtergrond. De eerste groep blijft nog altijd achter, ook als zij in Nederland zijn geboren (Kappe e.a., 2014). Rond de eeuwwisseling werd de positie van niet- westerse jongeren op de arbeidsmarkt als ‘erg slecht’ getypeerd en zelfs ‘alarmerend’ genoemd (Ballafkih e.a., 2008). We zijn bijna twintig jaar verder en nog altijd is sprake van ongelijke kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt.
DOCUMENT
VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs), het programma van het Platform Bèta Techniek dat zich richt op het primair onderwijs, is in 2004 een project gestart op de pabo gericht op de versterking van techniek. Het gaat ons in dit artikel vooral om de factoren die bijdroegen aan (eventueel) succes, de knelpunten, en uitdagingen voor verduurzaming. Hebben de projecten hun doelstellingen gerealiseerd? Zo ja: wat droeg dear wezenlijk aan bij? Zo nee: wat bleken de knelpunten te zijn? En: zijn we nu klaar met de invoering van wetenschap & techniek op de pabo of valt er nog wat te doen? Zijn er lessen te trekken wear (andere) pabo's hun voordeel mee kunnen doen?
DOCUMENT
Op steeds meer plekken richten sociaal werkers in de maatschappelijke opvang zich op het betrekken van het netwerk van mensen die dakloos zijn. Om een steunend netwerk te vormen vragen ze bijvoorbeeld of er een naaste is bij wie de cliënt op de bank kan slapen, of naar vrienden die kunnen helpen met de post. Met het oog op het tekort aan professionele ondersteuning, opvangplekken en woningen klinkt het logisch om voor praktische steun het netwerk te betrekken. Maar het sociale netwerk heeft ook andere functies, die belangrijker zijn en meer aandacht verdienen, stellen Barbara van der Ent en Max Huber.
LINK
Bijna zeven jaar is er verstreken sinds de eerste lector aan de HU werd benoemd. Het aantal is inmiddels ver-33-voudigd en voor veel ingewijden is het beeld vertrouwd. Toch is dit nummer gewijd aan een paar elementaire vragen rondom onderzoek. Want niet-ingewijden zullen hun wenkbrauwen wellicht fronsen bij het horen van namen als financieel-economische advisering bij innovaties, micro-systeemtechnologie of nieuwe cultuur in de bouwketen. De vraag: wat doet een lector zoal? wordt op informatieve en enthousiasmerde wijze beantwoord door lector Marieke Schuurmans. Zij hield voor HU Magazine een dagboek bij, dat inzicht geeft in haar veelzijdige werk en hoe ze dat weet te combineren met haar privé-leven. Soms loopt het in elkaar over. De vraag: hoe doen andere hogescholen het? beantwoordt lector en hoofd onderzoek Anja de Groene van Hogeschool Zeeland. Zij worstelen zij met herkenbare vraagstukken. Dichtgetimmerde programmas en volgeplande docenten. Maar ook in Zeeland zijn successen geboekt. Subsidieaanvragen worden steeds vaker gehonoreerd en de contacten met het regionale bedrijfsleven zijn ronduit goed. De vraag welke lectoraten en kenniscentra er aan de HU zijn verbonden, vindt u beantwoord op pagina 22 en 23. De vraag hoe lectoren werkelijk invloed denken uit te oefenen op het werkveld wordt beantwoord door Lia van Doorn, lector Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening en Frens Pries, lector Nieuwe cultuur in de bouwketen. Beide lectoraten worden gefinancierd door het veld. Zij hebben er vertrouwen in dat juist daardoor hun onderzoek zeker gevolgen zal hebben voor de praktijk. Maar die veranderingen zullen voor een groot deel ook geëffectueerd worden door een veranderende samenstelling van de beroepsgeroep. De maatschappelijk dienstverleners zullen de komende jaren steeds vaker een bi-culturele achtergrond hebben. Door hun komst verandert het vak. En in de bouw zou een cultuuromslag sneller kunnen gaan, als het aantal vrouwen daar toeneemt. Maar Pries is optimistisch: Natuurlijk lukt het! Het is voor mij ondenkbaar dat de bouw niet verandert. Er is geen sector zo creatief als juist die bouw. Maar het zal niet van vandaag op morgen gaan. Zou vrouwelijke invloed de aanleg van Noord Zuid lijn van de metro in Amsterdam tot een succes maken? Een mooie gedachte.
DOCUMENT
Voor ict-opleidingen aan hogescholen en universiteiten valt er bij de meisjes nog veel te winnen. Er kiezen namelijk veel minder meisjes dan jongens voor een ict-vervolgopleiding. De voorlichting ook op meisjes afstemmen is noodzakelijk, maar niet voldoende. Het gaat niet alleen om de 'verpakking'. En het is ook niet zo dat meisjes vaker voor ict kiezen als ze beter geïnformeerd zijn. Juist ook de inhoud, de onderwijskundige vormgeving en de cultuur van ict-opleidingen moeten aantrekkelijk zijn, willen meisjes ervoor kiezen, willen ze de opleiding met succes doorlopen en uiteindelijk hun entree maken op de ict- arbeidsmarkt. Kortom, de instroom van meer meisjes is belangrijk, maar ook de doorstroom en een succesvolle uitstroom naar de arbeidsmarkt. Tips om te zorgen voor meer instroom van meisjes staan in het startdocument van Ict-STER. Dit kennisdocument richt zich op het verbeteren van de doorstroom en het verminderen van tussentijdse uitval van meisjes. Om effectieve strategieën te bedenken is het nodig om de onderliggende problemen te begrijpen. Hoofdstuk 1 beschrijft inzichten uit (recent) onderzoek op het gebied van gender en ict. In hoofdstuk 2 staan strategieën om te zorgen voor meer diversiteit in opleidingen. Per aspect staat beschreven wat instellingen kunnen doen om hun ict-opleiding aantrekkelijker te maken voor een brede doelgroep. Na de beknopte conclusies in hoofdstuk 3 volgt hoofdstuk 4 met een set 'do's' en 'don'ts' in de vorm van aanbevelingen. Voor wie zich verder wil verdiepen in het onderwerp gender en ict, is aan het einde een uitgebreide literatuurlijst opgenomen.
DOCUMENT