Het voorliggende rapport doet verslag van het onderzoek naar verdienmodellen van preventie. De centrale vraag die met het onderzoek beantwoord is, luidt: Wat zijn mogelijke barrières bij potentiële verdienmodellen voor preventie, die samenwerking tussen actoren in de weg kunnen staan? De algemene uitkomst is dat er zeker verdienmodellen van preventie te identificeren en te ontwerpen zijn temeer daar preventie vanuit een economisch perspectief als een soort investeringsbeslissing kan worden beschouwd. Er zijn echter wel verschillende barrières te onderkennen voor de ontwikkeling van een effectieve verdienmodellen. In het licht van de onderzoeksvraag leidt dit tot volgende conclusies: - Preventie is belangrijk maar komt nog onvoldoende van de grond; - Actoren kunnen worden ingedeeld in vier helixen en hebben verschillende salience; - Preventie is een maatschappelijk verdienmodel; - Verdienmodellen van preventie zijn technologisch, datagedreven en schaalbaar; - Barrieres voor preventie zijn bedrijfskundig van aard.
DOCUMENT
Met dit document wil ik de lezer een nieuwe invalshoek tonen op mobiliteit (Driving Guidance) en een andere benadering van automotive hbo onderwijs. De wereld om ons heen verandert en deze nieuwe wereld zal een ander type automotive ingenieur eisen. Dit is een korte weergave van een lezing voor de MBO-raad onderafdeling docenten automotive (Onderstructuur Btg MCT). De presentatie is gehouden op Miniconferentie Onderstructuur Btg MCT op 23 april 2010 bij Innovam te Nieuwegein. Kort worden trends op wereldniveau geschetst waarna wordt afgedaald naar het niveau van mijn werkplek. Het pad verloopt via niveau van Nederland, Regio Eindhoven, Helmond en tenslotte eindigt het pad bij Lectoraat Automotive Control. Als voorbeeld wordt het project Cooperative Driving getoond. Parallel aan de schets van werkzaamheden wordt besproken wat de veranderingen zijn in automotive onderwijs. Traditioneel komt automotive vanuit de invalshoek werktuigbouwkunde. De nieuwe opleidingen automotive HBO en WO zijn meer gericht op de drie componenten werktuigbouwkunde, elektrotechniek en ICT.
DOCUMENT
Een whitepaper over de rol van banken kan verschillende doelen hebben. Met dit paper willen we oplossingen bieden voor uitdagingen in het bankwezen. We willen helpen om de kennis, geloofwaardigheid en innovatie binnen het bankwezen te vergroten zodat het kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Dit whitepaper is een werkdocument waarmee we een eerste stap willen zetten.
DOCUMENT
Smart Manufacturing en flexibele productie staat hoog op de strategische agenda’s1. Nederland wil zich opnieuw profileren als maakland. Het gebruik van cobots, waarbij mensen en robots samenwerken, is daarbij essentieel. Met cobots kan het tekort aan vakkrachten voor de maakproductie aangevuld worden. Cobots kunnen bij logistieke taken werk uit handen nemen. Dit verhoogt de productie en vakmensen kunnen zich hierdoor concentreren op hun ‘echte’ werk. Onderzoek op het gebied van cobots richt zich momenteel voornamelijk op nieuwe technologieën. Er is inmiddels een assortiment aan cobot robotarmen, mobiele robots (AGV’s), sensoren beschikbaar waarmee nieuwe toepassingen ontwikkeld worden om deze robots zo breed mogelijk inzetbaar te maken. In de praktijk zijn helaas nieuwe veiligheidsaspecten en benodigde ontwerpmethodieken een onderbelicht aspect. Klassieke veiligheidsbenaderingen om het mens/cobot systeem fysiek veilig en data/internet secure in te richten middels het dichttimmeren van denkbare risico’s ook vanuit deelsystemen lijken echter tekort te schieten: - wanneer een nieuwe toepassing voor een cobot ontwikkeld wordt zijn de afzonderlijke componenten/deelsystemen niet altijd veiligheidsgecertificeerd. Slimme omgang met beschikbare sensorsignalen is nodig om een geaccepteerd veiligheidsniveau te realiseren. - recent zijn een aantal normen beschikbaar gekomen, maar deze zijn voor m.n. MKB bedrijven lastig te operationaliseren. - fysiek contact tussen mens en robot wordt vaker onderdeel van de mens-robot samenwerking. De mate van toelaatbare gewenste aanraking is ook echter (nog) niet in kaart gebracht. Het doel van het project is het genereren van werkwijzen/methodieken, veiligheidscriteria, en keuzecriteria om te komen tot ontwerp/keuze van een veilig mens/co-bot systeem bij de betreffende applicatie. Een belangrijke voorwaarde is dat de mens de robot als een prettige en coöperatieve collega ervaart. Deze kennis zal worden ingezet en verspreid in bedrijven, onderwijs en onderzoek met hulp van brancheorganisaties. De regelgeving loopt op dit gebied achter op de praktijk, we willen een actieve bijdrage leveren aan deze discussie.
Het RAAK-mkb project Smart Mobility is uitgevoerd door het lectoraat Automotive Control van Fontys hogeschool Automotive Engineering. Binnen het project is een living lab ontwikkeld voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van autonoom en coöperatief rijden. Omdat het lectoraat in het voorjaar van 2015 is gestopt, is verdere ontwikkeling van dit living lab voor onderwijs en onderzoek moeizaam verlopen. Met dit project is het mogelijk het living lab verder in te zetten voor onderwijsdoeleinden binnen het curriculum van Automotive Engineering en in kaart te brengen van de mogelijkheden voor vervolgonderzoek in samenwerking met de beroepspraktijk bij het lectoraat Future Power Train. Het living lab bestaat uit een auto (Toyota Prius) voorzien van sensoren, instrumentatie en controlesystemen waarmee de autonome en coöperatieve rijfuncties gerealiseerd kunnen worden. Het living lab wordt nu reeds gebruikt als development platform voor een studententeam van HBO en TU studenten (www.ateam.nl). Het Top-up project maakt het mogelijk dit living lab ook in het tweede leerjaar in te zetten als leermiddel.