This ‘cohort profile’ aims to provide a description of the study design, methodology, and baseline characteristics of the participants in the Corona Behavioral Unit cohort. This cohort was established in response to the COVID-19 pandemic by the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) and the regional public health services. The aim was to investigate adherence of and support for COVID-19 prevention measures, psychosocial determinants of COVID-19 behaviors, well-being, COVID-19 vaccination, and media use. The cohort also examined specific motivations and beliefs, such as for vaccination, which were collected through either closed-ended items or open text responses. In April 2020, 89,943 participants aged 16 years and older were recruited from existing nation-wide panels. Between May 2020 and September 2022, 99,676 additional participants were recruited through online social media platforms and mailing lists of higher education organizations. Participants who consented were initially invited every three weeks (5 rounds), then every six weeks (13 rounds), and since the summer of 2022 every 12 weeks (3 rounds). To date, 66% of participants were female, 30% were 39 years and younger, and 54% completed two or more questionnaires, with an average of 9.2 (SD = 5.7) questionnaires. The Corona Behavioral Unit COVID-19 cohort has published detailed insights into longitudinal patterns of COVID-19 related behaviors, support of COVID-19 preventive measures, as well as peoples’ mental wellbeing in relation to the stringency of these measures. The results have informed COVID-19 policy making and pandemic communication in the Netherlands throughout the COVID-19 pandemic. The cohort data will continuously be used to examine COVID-19 related outcomes for scientific analyses, as well as to inform future pandemic preparedness plans.
MULTIFILE
A large proportion of the global workforce migrated home during the COVID-19 pandemic and subsequent lockdowns. It remains unclear what the exact differences between home workers and non-home workers were, especially during the pandemic when a return to work was imminent. How were building, workplace, and related facilities associated with workers’ perceptions and health? What are the lessons to be learned? Lifelines Corona Research Initiative was used to compare employees’ workplaces and related concerns, facilities, work quality, and health in a complete case analysis (N = 12,776) when return to work was imminent. Mann-Whitney U, logistic regression, and Wilcoxon matched-pairs were used for analyses. Notwithstanding small differences, the results show that home workers had less favourable scores for concerns about and facilities of on-site buildings and workplaces upon return to work, but better scores for work quality and health than non-home workers. However, additional analyses also suggest that building, workplace, and related facilities may have had the capacity to positively influence employees’ affective responses and work quality, but not always their health.
In this blog, we analyze the (potential) effects of the coronavirus on UN peacekeeping, making use of a number of recent blogs and reports from scholars and think tanks. We argue that peace operations are affected by the coronavirus on three levels: at the level of the operations themselves, at the level of the conflict context and, finally, at the structural level.
Middels een RAAK-impuls aanvraag wordt beoogd de vertraging van het RAAK-mkb project Praktische Predictie t.g.v. corona in te halen. In het project Praktische Predictie wordt een prototype app ontwikkeld waarmee fysiotherapeuten in een vroeg stadium het chronisch worden van lage rugpijn kunnen voorspellen. Om chronische rugpijn te voorkomen is het belangrijk om in een vroeg stadium de kans hierop in te schatten door psychosociale en mogelijk andere risicofactoren op chronische pijnklachten te herkennen en hierop te interveniëren. Fysiotherapeuten zijn met deze vraag naar het lectoraat Werkzame factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gegaan en dit heeft aanleiding gegeven een onderzoek op te zetten waarin een dergelijke methodiek ontwikkeld wordt. De voorgestelde methodiek betreft een Clinical Decision Support Tool waarmee een geïndividualiseerde kans op chronische rugpijn kan worden bepaald gekoppeld aan een behandeladvies conform de lage rugpijn richtlijn. Hiervoor is eerst geïnventariseerd welke methoden fysiotherapeuten reeds gebruiken en welke in de literatuur worden genoemd. Op basis hiervan is een keuze gemaakt ten aanzien van data die digitaal verzameld worden in minimaal 16 fysiotherapiepraktijken waarbij patiënten gedurende 12 weken gevolgd worden. Met de verzamelde data worden met machine learning algoritmes ontwikkeld voor het berekenen van de kans op chroniciteit. De algoritmes worden ingebouwd in de Clinical Decision Support Tool: een gebruiksvriendelijke prototype app. Bij het ontwikkelen van de tool worden eindgebruikers (fysiotherapeuten en patiënten) intensief betrokken. Op deze manier wordt gegarandeerd dat de tool aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep. De tool berekent de kans op chroniciteit en geeft een behandeladvies. Daarnaast kan de tool gebruikt worden om patiënten te informeren en te betrekken bij de besluitvorming. Vanwege de coronacrisis is er een aanzienlijke vertraging in de patiënten-instroom (doel n= 300) ontstaan die we met ondersteuning van een RAAK-impuls subsidie willen inlopen.
In dit project verricht het lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim samen met de Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, CUMELA, de Jong & Laan en MKB familiebedrijven praktijkgericht onderzoek naar financiering en besluitvorming bij MKB familiebedrijven. Nu banken vanwege de economische crisis terughoudender zijn geworden in kredietverlening en hun financieringseisen hebben verzwaard, zijn meer bedrijven aangewezen op eigen middelen en familiekapitaal. Vormen van zelf-financiering worden steeds belangrijker om groei en continuïteit van MKB familiebedrijven te waarborgen. Met name bij de overdracht van kapitaalintensieve MKB familiebedrijven worden complexe financieringsconstructies bedacht om de overname mogelijk te maken. Vaak wordt hierbij onvoldoende nagedacht over het onderscheid tussen de verschillende rollen die familieleden kunnen hebben als ze met hun vermogen in het bedrijf zitten (eigenaar of andere vermogensverschaffer, familielid, directielid, werknemer). Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan over onderwerpen zoals besluitvorming, rendement op vermogen, zeggenschap en beloningsstructuren, waardoor op termijn conflicten kunnen ontstaan. Daarnaast kan de besturing van ondernemingen door de verschillende belangen van vermogensverschaffers in negatieve zin worden beïnvloed en kan dit (op termijn) de continuïteit, wendbaarheid en groei van ondernemingen in gevaar brengen. Zowel in de praktijk als in het onderzoek ontbreekt het aan kennis over hoe met deze problematiek kan worden omgegaan. Dit project heeft daarom tot doel om samen met de projectpartners nieuwe kennis te ontwikkelen rond zelf-financiering en besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door middel van ontwerpgericht praktijkonderzoek wordt bestaande en nieuwe kennis over de rol van zelf-financiering en de positie van eigenaren omgezet in oplossingsrichtingen ter verbetering van de besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door het monitoren van de uitgevoerde interventies zal worden vastgesteld of de oplossingsrichtingen in de praktijk werken. De kennis die uit dit project voortkomt beoogt daarmee het handelingsvermogen van eigenaren en directieleden te vergroten en zelf-financiering als mogelijke financieringsbron effectiever te maken.
Betonprinten biedt veel nieuwe mogelijkheden op het gebied van productie en materiaal, maar vraagt van het MKB en startups flinke investeringen in kennis en middelen om er mee aan de slag te gaan. Met name slicer software, dat 3D modellen omzet naar printercode, vormt een bottleneck omdat deze alleen commercieel en printer-specifiek verkrijgbaar zijn. Saxion, Vertico en White Lioness willen in dit project de haalbaarheid van gratis open source slicer software die als cloud dienst wordt aangeboden onderzoeken. Deze oplossing maakt betonprinten bereikbaar voor meer innovatieve toepassingen vanuit MKB en startups, en vormt een platform voor het verzamelen en delen van kennis op het gebied van betonprinten.