Hoger onderwijsinstellingen investeren vaak fors in studentenmobiliteit en andere internationaliseringsactiviteiten die de ontwikkeling van interculturele competenties bij studenten moeten bevorderen. De verwachte meerwaarde van zulke projecten wordt vooral uitgedrukt in termen van carrièreperspectief, waarin interculturele competenties een centrale component vormen. Wat in veel internationaliseringsprojecten echter niet gebeurt, is nagaan in welke mate deze projecten ook echt het gewenste effect opleveren op de houding en het gedrag van de studenten. Vooral internationaliseringservaringen in verre bestemmingen vergen een substantiële investering van student en instelling, terwijl niet helemaal duidelijk is of studenten hierdoor ook daadwerkelijk intercultureel competenter worden. Mede om het leerrendement van internationalisering beter in kaart te brengen, is binnen Zuyd Hogeschool de Global Mind Monitor ontwikkeld, een kwantitatief meetinstrument dat zowel de effecten van internationalisering in eigen land als over de grenzen kan meten. In dit artikel gebruiken we recente data (2015-2016) van een eerste longitudinale pilot study bij 320 studenten met dit meetinstrument. Op basis van t-toetsen en meervoudige regressieanalyses onderzoeken we met name het belang van culturele afstand tot het gastland voor de ontwikkeling van interculturele competenties bij studenten. De analytische modellen bevestigen onze verwachting: hoe groter de culturele afstand tussen het thuisland en het gastland, hoe sterker het leereffect. Deze resultaten kunnen nuttige inzichten opleveren voor de verdere ontwikkeling van in internationalisering, zowel over de grens als ‘at home’.
DOCUMENT
Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een internationaal symposium over 'Leiderschap en Diversiteit' georganiseerd. Het symposium handelde over de dynamiek van gender, nationale cultuur en etniciteit in moderne organisaties. Door de diversiteit van medewerkers, klanten en afzetmarkten worden nieuwe eisen gesteld aan de leidinggevende en is de bedrijfscultuur blijvend veranderd. Veel bedrijfsactiviteiten strekken zich uit tot buiten de landsgrenzen. Leidinggeven in of in samenwerking met bijvoorbeeld vestigingen in Zuid-Amerika of Aziatische landen vergt een andere leiderschapsstijl. Kennis van elkaars achtergronden, ofwel transcultureel inzicht, is nodig om optimaal te kunnen samenwerken. Internationaal gerenommeerde sprekers zijn ingegaan op: leiderschap in de Arabische wereld. leiderschap, gender en etniciteit. leiderschap en culturele dynamiek in organisaties. leiderschap en nationaliteit. Na de inleidingen van de gastsprekers werd in vier werkgroepen over deze thema's verder met de gastsprekers van gedachten gewisseld. Het symposium werd afgesloten met een gezamenlijke forumdiscussie en een borrel. Dit verslag is tevens het startsein voor verdere studie over het thema leiderschap en diversiteit binnen het HRM lectoraat. De leden van de HRM Kenniskring gaan verder onderzoek doen en hun kennis over dit thema overdragen in de dagelijkse onderwijspraktijk aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk.
DOCUMENT
'Het gaat niet over zwart en wit' De meeste mbo-scholen hebben samenwerking tussen de leerlingen hoog in het vaandel. Kunnen samenwerken is belangrijk voor de latere beroepsuitoefening en het functioneren van de leerlingen in de samenleving. De grote culturele diversiteit binnen de leerlingpopulatie heeft invloed op het leren samenwerken, blijkt uit onderzoek van Kennedy Tielman.
DOCUMENT
Postma, D.W. (2017). Hoezo Iepen Mienskip? Tussenrapportage van participatief onderzoek naar de sociale legacy van Culturele Hoofdstad LF 2018. In: Dijkstra, J. & Zwarter, IJ. (red). (2017). Werken aan Iepen Mienskip. Onderzoek naar de doorwerking van Leeuwarden-Friesland Europese Culturele Hoofdstad 2018. Nul-rapportage. Leeuwarden: NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool & VanHall/Larenstein Hogeschool
DOCUMENT
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
Wat kunnen we doen om de culturele en creatieve sector op langere termijn wendbaarder en weerbaarder te maken? Makers, culturele instellingen en andere creatieve partijen gingen met die vraag aan de slag binnen het programma Innovatielabs. In een tijdsbestek van achttien maanden onderzochten zij hoe innovatieprojecten een verschil kunnen maken bij actuele én toekomstige opgaven in de sector. Van een herdefiniëring van de eigen rol en positie binnen het culturele ecosysteem tot de ontwikkeling van nieuwe platforms om gezamenlijke, organisatie overstijgende innovaties te realiseren. Er is nagedacht hoe instellingen publieksdata kunnen delen om hun doelgroepen beter te bereiken en hoe technologie kan worden ingezet om andere, nieuwe doelgroepen te bereiken. In dit onderzoeksrapport delen de onderzoekers hun bevindingen. Hierin is niet alleen aandacht voor de resultaten, maar vooral ook voor de processen van de zestien projecten die tot deze resultaten hebben geleid. Daarmee biedt het rapport inzichten en handvatten om op voort te bouwen. Want als we iets van Innovatielabs hebben geleerd, dan is het wel dat we alleen door gezamenlijke kennisontwikkeling en -uitwisseling de uitdagingen die voor ons liggen het hoofd kunnen bieden.
DOCUMENT
Dit publieksonderzoek is een voortzetting van het onderzoek: Inventarisatie en analyse cultuuronderzoek Provincie Utrecht (2018). De opdracht voor beide onderzoeken is voortgekomen uit de cultuurnota Alles is NU, cultuur- en erfgoednota 2016 (Provincie Utrecht, 2016). De provincie Utrecht wil inzicht krijgen in de beleving en waardering van de culturele profilering van streken en gemeenten en de bekendheid en publiekswaardering van culturele voorzieningen en erfgoed-locaties.
DOCUMENT
Een hoofdstuk uit het boek 'Gouden kansen': Aan de slag met diversiteit in het hbo'. Het hoofdstuk gaat over verbondenheid tussen enerzijds werving en selectie en anderszijds binding en behoud. Het lectoraat 'gedifferentieerd Human Resource Management' deed hiervoor onderzoek naar de ervaringen van docenten met etnische diversiteit in het beroepsonderwijs. Centrale vragen in dit onderzoek waren: Hoe kun je zorgen dat allochtone docenten (en studenten) in een hogeschool op hun plek komen en daar ook willen blijven? Welke voorwaarden zijn er dan voor een hogeschool? Ook ging het beschreven onderzoek dieper in op wat daarna gebeurt op de multiculturele werkvloer. Hoe reageren docenten op veranderingen in het onderwijs die de multiculturele samenleving met zich meebrengt? Hoe gaan ze met elkaar om? Leren ze van die samenwerking, en zo ja, wat leren ze dan?
DOCUMENT
Excellentie en studiecultuur staan in het hoger onderwijsbeleid al geruime tijd hoog op de agenda. Dit artikel gaat nader in op cultuuraspecten van het onderwijs en wil een aanzet leveren voor een meer systematisch denkkader over cultuurverandering in het hoger onderwijs. Leidende vragen zijn: wat kenmerkt de cultuur van honoursstudenten, waarin verschilt deze van de reguliere studiecultuur en wat is de mogelijke invloed van honourscultuur op de reguliere studiecultuur? Om die vragen goed te kunnen beantwoorden, wordt eerst theorie behandeld over een aantal voorafgaande vragen: wat is cultuur, schoolcultuur en studiecultuur? Kun je cultuurverandering in het hoger o nderwijstot stand brengen en excellentie stimuleren? Bevindingen uit onderzoek op basisvan interviews van honoursstudenten en honoursdocenten van de Hanzehogeschool Groningen worden gepresenteerd, waarin vier elementen van honourscultuur naar voren komen. Verschillen tussen honoursstudenten en reguliere studenten komen aan de orde, alsmede de interactie tussen honoursstudenten en de omgeving buiten hun honourscommunity. Conclusies zijn dat er inderdaad sprake is van een honourscultuur die zich onderscheidt van de reguliere studiecultuur. Honoursstudenten zijn gedreven en ervaren hun honourscommunity als zeer stimulerend. Tot op zekere hoogte is er sprake van botsende culturen. De cultuur van honoursstudenten kan een stimulans zijnvoor cultuurverandering, maar er zijn ook aspecten van cultuur die uitstralingseffecten kunnen belemmeren.
DOCUMENT
Wat kunnen we doen om de culturele en creatieve sector op langere termijn wendbaarder en weerbaarder te maken? Makers, culturele instellingen en andere creatieve partijen gingen met die vraag aan de slag binnen het programma Innovatielabs. In een tijdsbestek van achttien maanden onderzochten zij hoe innovatieprojecten een verschil kunnen maken bij actuele én toekomstige opga- ven in de sector. Van een herdefiniëring van de eigen rol en positie binnen het culturele ecosysteem tot de ontwikkeling van nieuwe platforms om gezamenlijke, organisatie overstijgende innovaties te realiseren. Er is nagedacht hoe instellingen publieksdata kunnen delen om hun doelgroepen beter te bereiken en hoe technologie kan worden ingezet om andere, nieuwe doelgroepen te bereiken.Het zijn natuurlijk mooie uitkomsten, maar met de afzonderlijke resultaten van deze projecten alleen komen we er niet. Willen we de sector echt beter uitrusten voor de toekomst, dan moeten we ook aandacht besteden aan de borging en inbedding van de opgedane kennis en ervaringen, op zo’n manier dat anderen erop kunnen voortbouwen. Met dat doel voor ogen, hebben we onderzoekersvan vier lectoraten gevraagd om de zestien Innovatielabs-projecten te volgen en dwarsverbanden tussen de doelen en methoden, die deze initiatieven hanteren, in kaart te brengen. Het onderzoek, dat is gefinancierd door Regieorgaan SIA, bleek op zichzelf ook een experiment en leertraject. Want hoe organiseer je kennisont- wikkeling en -uitwisseling door en tussen al deze verschillende betrokkenen en hoe zorg je ervoor dat de belangrijkste opbrengsten sectorbreed kunnenworden gedeeld?In dit onderzoeksrapport delen de onderzoekers hun bevindingen. Hierin is niet alleen aandacht voor de resultaten, maar vooral ook voor de processen van de zestien projecten die tot deze resultaten hebben geleid. Daarmee biedt het rapport inzichten en handvatten om op voort te bouwen. Want als we iets van Innovatielabs hebben geleerd, dan is het wel dat we alleen door gezamenlijke kennisontwikkeling en -uitwisseling de uitdagingen die voor ons liggen het hoofd kunnen bieden. Dit rapport markeert dan ook niet alleen het einde van de eerste editie van Innovatielabs, maar ook een nieuw begin.
DOCUMENT