Hoger onderwijsinstellingen investeren vaak fors in studentenmobiliteit en andere internationaliseringsactiviteiten die de ontwikkeling van interculturele competenties bij studenten moeten bevorderen. De verwachte meerwaarde van zulke projecten wordt vooral uitgedrukt in termen van carrièreperspectief, waarin interculturele competenties een centrale component vormen. Wat in veel internationaliseringsprojecten echter niet gebeurt, is nagaan in welke mate deze projecten ook echt het gewenste effect opleveren op de houding en het gedrag van de studenten. Vooral internationaliseringservaringen in verre bestemmingen vergen een substantiële investering van student en instelling, terwijl niet helemaal duidelijk is of studenten hierdoor ook daadwerkelijk intercultureel competenter worden. Mede om het leerrendement van internationalisering beter in kaart te brengen, is binnen Zuyd Hogeschool de Global Mind Monitor ontwikkeld, een kwantitatief meetinstrument dat zowel de effecten van internationalisering in eigen land als over de grenzen kan meten. In dit artikel gebruiken we recente data (2015-2016) van een eerste longitudinale pilot study bij 320 studenten met dit meetinstrument. Op basis van t-toetsen en meervoudige regressieanalyses onderzoeken we met name het belang van culturele afstand tot het gastland voor de ontwikkeling van interculturele competenties bij studenten. De analytische modellen bevestigen onze verwachting: hoe groter de culturele afstand tussen het thuisland en het gastland, hoe sterker het leereffect. Deze resultaten kunnen nuttige inzichten opleveren voor de verdere ontwikkeling van in internationalisering, zowel over de grens als ‘at home’.
DOCUMENT
Postma, D.W. (2017). Hoezo Iepen Mienskip? Tussenrapportage van participatief onderzoek naar de sociale legacy van Culturele Hoofdstad LF 2018. In: Dijkstra, J. & Zwarter, IJ. (red). (2017). Werken aan Iepen Mienskip. Onderzoek naar de doorwerking van Leeuwarden-Friesland Europese Culturele Hoofdstad 2018. Nul-rapportage. Leeuwarden: NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool & VanHall/Larenstein Hogeschool
DOCUMENT
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
Dit publieksonderzoek is een voortzetting van het onderzoek: Inventarisatie en analyse cultuuronderzoek Provincie Utrecht (2018). De opdracht voor beide onderzoeken is voortgekomen uit de cultuurnota Alles is NU, cultuur- en erfgoednota 2016 (Provincie Utrecht, 2016). De provincie Utrecht wil inzicht krijgen in de beleving en waardering van de culturele profilering van streken en gemeenten en de bekendheid en publiekswaardering van culturele voorzieningen en erfgoed-locaties.
DOCUMENT
Het overheidspakket van coronamaatregelen om het coronavirus terug te dringen, is een dreun geweest voor de culturele sector en iedereen die daarbinnen werkt. Jarenlang neoliberaal beleid heeft culturele instellingen verleid tot het aanbieden van commercieel aantrekkelijke, aanbodgerichte programma’s voor het grote en exclusieve publiek. En ineens was er geen publiek en dus geen geld en lijkt de kunstensector de rol die het moet vervullen in crisistijd te zijn verleerd. De verleiding is groot om de pijn te verzachten en snel en van bovenaf met noodpakketten en oplossingen te komen. Begrijpelijk, maar de kunsten laten zich niet zo makkelijk inkapselen
DOCUMENT
Factsheet - Hoe kunnen we beter op een krachtige wijze leren omgaan met verschillen? Hoe kunnen docenten en studenten bijdragen aan een veerkrachtige en diverse samenleving?
DOCUMENT
De diversiteit en pluriformiteit binnen schoolteams is over het algemeen klein. En dan heb ik het niet zozeer over culturele of sexe verschillen, maar over pluriformiteit in taken, rollen en expertises, over het erkennen van die pluriformiteit als verrijking van een school, en over het benutten daarvan.Dat het niet vanzelfsprekend is, kom niet omdat leraren en schoolleiders dat niet willen, maar omdat structuren en mentale modellen rond het beroep van leraren ze vaak in de weg zitten. Als scholen, schoolleiders en leraren echt het stimuleren van ontwikkeling en het erkennen van verschillen ook willen toepassen op het niveau van leraren, dan is daar heel bewust aandacht voor nodig, want dat gaat niet vanzelf.In dit hoofdstuk wil ik eerst stilstaan bij de culturen en mentale modellen die ons in de weg zitten om vervolgens te schetsen welke mogelijkheden er eigenlijk zijn voor ontwikkeling van leraren en voor het erkennen van verschillen tussen leraren. Tenslotte ga ik in op wat dat vraagt van leraren en schoolleiders en -bestuurders.
DOCUMENT
In deze rede, die een uitwerking is van mijn lectoraatopdracht, wil ik laten zien dat het diverser worden van de Nederlandse samenleving voor nieuwe uitdagingen zorgt in de samenleving, in buurten, in scholen en andere organisaties en daarmee ook vraagt om nieuwe visies op het debat over inte- gratie zoals dat op dit moment wordt gevoerd. Deze rede beoogt een onderbouwing te geven voor de noodzaak het besef te laten doordringen in de hele samenleving dat diversiteit een gegeven en dat dit van ons allemaal, als burgers en als professionals, iets vraagt en in het bijzonder van pro- fessionals, in het Nederlandse onderwijs. Veel meer dan nu het geval is, zouden onderwijsinstellingen jongeren moeten leren dat het accepteren van verschillen de grondslag is van samen leven en werken in een heel divers Nederland nu en in de toekomst. Alleen zo worden noodzakelijke verbindingen tussen mensen, en het vermogen die tot stand te brengen, al op school ontwikkeld. Het antwoord op de vraag waarom aandacht voor diversiteit zo belangrijk is, de titel van deze rede, is de basis van het bestaansrecht van het lectoraat Diversiteitsvraagstukken. Met diversiteitsvraagstukken worden vraagstukken bedoeld die voortkomen uit het leven, studeren en werken in een zeer diverse samenleving, waarbij nadrukkelijk wordt gesteld dat diversiteit an sich niet als probleem wordt beschouwd, maar de vraagstukken die voortkomen uit omgaan met diversiteit daarentegen wel.
DOCUMENT
'Het gaat niet over zwart en wit' De meeste mbo-scholen hebben samenwerking tussen de leerlingen hoog in het vaandel. Kunnen samenwerken is belangrijk voor de latere beroepsuitoefening en het functioneren van de leerlingen in de samenleving. De grote culturele diversiteit binnen de leerlingpopulatie heeft invloed op het leren samenwerken, blijkt uit onderzoek van Kennedy Tielman.
DOCUMENT
Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
DOCUMENT