Dit artikel presenteert de resultaten van een discursief psychologische analyse van geruchtvorming op social media. De analyse van Twitterberichten die zijn geplaatst tijdens de zoektocht naar twee vermiste kinderen heeft tot doel inzicht te verwerven in de manier waarop geruchten zich ten tijde van crisissituaties op social media ontwikkelen. In this article we present the results of our analysis of rumour construction on social media from a discursive psychological perspective. The analysis of tweets during a search for two missing kids aims to provide insight into the way rumours develop on social media during a crisis situation, as well as the interactional and rhetorical aspects of rumour construction.
DOCUMENT
De Handreiking Discursieve Analyse, ofwel de ‘Discoursanalytische Bril’ (DaB) is een waardevol en praktisch instrument voor communicatieprofessionals. Het is een kennismaking met de discursieve benadering: het geeft een overzicht van stappen bij discoursanalyse, inzichten die deze analyse oplevert en de meerwaarde daarvan voor communicatieprofessionals. Ook wordt in de DaB een voorbeeld gepresenteerd van discoursanalyse in de communicatiepraktijk: de zaak-Vaatstra. De DaB is een samenwerking van het Lectoraat Communication & Sustainable Society (Hanzehogeschool Groningen), het Lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke domein (Hogeschool Utrecht) en Dienst Publiek en Communicatie Ministerie van Algemene Zaken.
DOCUMENT
Stimulating patients to approach their pain from a biopsychosocial perspective is central to chronic pain rehabilitation. However, conversations between patients and their healthcare professionals about the social and psychological factors that may contribute to the continuation of pain and disability can be challenging. The current scientific literature does not sufficiently pinpoint the difficulties in patient–practitioner interaction on chronic pain, and it falls short of answering the question of how a joint exploration of the social and psychological factors that might be involved in the patient’s pain and evolving disability can be enhanced. In this theoretical article, we introduce discursive psychology as a potentially valuable research perspective to gain a better understanding of the difficulties in patient–practitioner interaction in the context of chronic pain rehabilitation. Discursive psychology focuses on features of people’s talk (e.g. that of patients and practitioners) and is concerned with the social practices that people perform as part of a specific interactional context. In this paper, we provide an introduction to the main theoretical notions of discursive psychology. We illustrate how discursive psychological analyses can inform our understanding of the specific sensitivities in conversations between patients with chronic pain and their practitioners. Finally, we address how a better understanding of these sensitivities offers a gateway towards improving these conversations. Een belangrijk principe in revalidatie bij chronische pijn is de benadering van de pijn vanuit een biopsychosociaal perspectief. Het blijkt echter een uitdaging voor patiënten en behandelaars om de sociale en psychologische factoren die een rol spelen bij chronische pijn te bespreken. In de huidige wetenschappelijke literatuur is hier nog niet voldoende aandacht voor; en wordt geen perspectief geboden voor verbetering van de gezamenlijke verkenning van sociale en psychologische factoren. In dit theoretische artikel introduceren we discursieve psychologie als een mogelijk waardevol onderzoeksperspectief om een beter begrip tot stand te brengen van de complexiteit van interactie in de context van chronische pijn revalidatie. Discursieve psychologie richt zich op kenmerken van interactie, in het bijzonder de sociale praktijken die tot stand worden gebracht binnen een specifieke interactionele context. We beschrijven de belangrijkste theoretische principes van discursieve psychologie en illustreren hoe een DP analyse licht kan werpen op de specifieke gevoeligheden in conversaties tussen patiënten met chronische pijn en hun behandelaars. Tot slot bespreken we hoe een beter begrip van deze gevoeligheden een ingang biedt tot het verbeteren van deze conversaties.
DOCUMENT
Op 28 september 2017 is Annette Klarenbeek officieel benoemd als lector van de programmalijn ‘gesprek’ van het HU-lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab). In deze openbare les vertelde ze wat gespreksanalyse kan betekenen voor een succesvolle communicatiestrategie.
DOCUMENT
In this study, the construction of rumour on Twitter during a specific crisis is analysed from a discursive psychological perspective. This perspective treats psychological concepts such as identities as discursive constructions. The selected case is the robbery of a jewellery store in Deurne, a village in the Netherlands. The jeweller’s wife was said to have shot two of the robbers. Although this fact was not officially confirmed, people used particular discursive strategies to present the act of the jeweller’s wife as factual, which influenced the way the media reported on this case, as well as the reaction of the prosecutor, which was described as premature. Four dominant discursive patterns were detected, that is: normalizing the act, evaluating the act, upgrading the act and anticipating on the consequences of the act. Furthermore, it is demonstrated how critical tweets, displaying a concern for nuancing the overall tendency of the tweets, were designed in a way that downplayed their overt critical character. Implications of the analysis for crisis communication professionals are discussed. In deze studie wordt geruchtvorming in kaart gebracht met behulp van discursieve psychologie, waarin psychologische concepten zoals identiteit worden behandeld als discursieve constructies. De casus betreft een juwelenrook in Deurne, Nederland, waarbij de vrouw van de juwelier ervan beschuldigd werd twee overvallers te hebben doodgeschoten. Deze beschuldiging werd als feit behandeld op sociale media, ook al was dit nog niet officieel bevestigd. Dit beïnvloedde zowel de nieuwsberichtgeving, als de reactie van de officier van justitie in de media. Vier dominante discursieve patronen werden ontdekt in de discussie over de vermeende daad: normaliseren, evalueren, upgraden en anticiperen op de gevolgen. Ook wordt gedemonstreerd hoe tweets die nuance aanbrengen in de discussie, voorzichtig worden geformuleerd, waardoor het kritische karakter ervan wordt geminimaliseerd. Implicaties voor professionals in risiscommunicatie worden besproken.
LINK
Dit proefschrift behandelt de vraag hoe maatschappelijke actoren (‘crisismakelaars’) een sluimerende crisis aan de orde stellen, en hoe, op grond van inzicht in dit soort processen, overheidscommunicatie kan bijdragen aan het eerder identificeren en beter interpreteren van een dergelijke crisis.
DOCUMENT
Het aantal risico's dat kan leiden tot crises in onze samenleving neemt toe. Of we het willen of niet, technologische risico's horen bij het leven in de industriële samenleving en ongelukken zijn 'normale' ongelukken geworden (Beck, 1992). Maar ook de mondige consument, de kritische journalist, toenemende media-aandacht en een verscherpte toonzetting in de berichtgeving zijn voorbeelden van triggers die de dynamiek van een crisis sterk kunnen beïnvloeden. Het onderzoek naar oorzaken van crises vraagt om een interdisciplinaire benadering (Kiser &Ostrom, 1982). Op het microniveau zou een crisisbenadering zich op de rol van individuen concentreren. Mensen construeren zelf, ook in interacties, de risico's die zij ervaren. In dit artikel wordt een microbenadering voorgesteld specifiek voor de communicatiefunctie en wel vanuit een lekenperspectief.
DOCUMENT
In this article, we show how elderly clients in Dutch dietary consultations adjust dietitians’ history taking questions that suggest a cause for weight loss. Using conversation analysis and discursive psychology, we analyzed the history taking phase of recorded primary care conversations of 7 dietitians with 17 clients with malnutrition (risk). In response to the dietitian's history taking question, clients repeatedly present: 1) a problem in which weight loss is presented as unexpected and a conscious reduction in dietary intake is (therefore) not an issue, 2) a problem for which they cannot be held responsible, but which at the same time acts as a reason for reduced dietary intake, 3) a problem in which higher dietary intakes have been recommended by a third party that have proved impracticable. In these adjusted diagnostic explanations, clients emphasize the multidimensionality of their weight loss, which concurrently provides an explanation as to why they cannot be (solely) held responsible for their reduced dietary intake. Clients’ adjusted diagnostic explanations make relevant an evaluation by the dietitian. Dietitians’ subsequent lack of uptake leads to clients recycling diagnostic explanations to still get a response from the dietitian. Our findings offer insight into improving client-centered counseling by paying attention to clients’ adjusted diagnostic explanations.
DOCUMENT
Eind 2023 en begin 2024 heeft de gemeente Utrecht een burgerberaad over een prettige jaarwisseling georganiseerd. In dit rapport leest u de bevindingen van het onderzoek naar dit burgerberaad. Het beraad bestond uit een serie bijeenkomsten waarin een gelote, vaste groep deelnemers adviezen formuleerde, waarbij de volgende vraag centraal stond: Hoe willen we dat de jaarwisseling verloopt in de stad Utrecht vanaf 2024-2025 en daarna? Het doel van dit onderzoek is leren van de ervaringen die met het burgerberaad zijn opgedaan. Het onderzoek heeft twee doelstellingen; 1) het beschrijven van de opzet (methodiek) van het burgerberaad, en 2) inzicht verkrijgen in de ervaringen van deelnemers aan het burgerberaad. Dataverzameling heeft plaatsgevonden door middel van enquêteonderzoek onder deelnemers voorafgaande aan en na afloop van het burgerberaad. In aanvulling hierop is bij een klein aantal deelnemers een online interview afgenomen. De resultaten laten zien dat de gestratificeerde loting heeft geleid tot een goede afspiegeling wat betreft geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en verdeling over de verschillende wijken. Verder bestond het burgerberaad voor het merendeel uit bewoners die niet eerder deelnamen aan een door de gemeente georganiseerde vorm van participatie. Deelnemers leken geen goede afspiegeling te vormen wat betreft kenmerken die niet waren meegenomen in de loting; migratieachtergrond en perspectief ten aanzien van het vraagstuk. Deelnemers aan het burgerberaad kijken zeer positief terug op hun deelname aan het burgerberaad. Deelnemers waren positief over de manier waarop het beraad is georganiseerd en over de mogelijkheden om invloed uit te oefenen. De meeste deelnemers gaven aan dat als het onderwerp hun interesse zou hebben en de gemeente opnieuw een burgerberaad zou organiseren, ze opnieuw deel zouden nemen. Ook was er vertrouwen in opvolging van de adviezen door de gemeente. Hoewel er genoeg tijd en bijeenkomsten waren, was er in de groepsgesprekken weinig tijd voor verdieping en uitwisseling van verschillende perspectieven. Dit leverde bijvoorbeeld de – voor deelnemers verwarrende – situatie op dat er onderling tegenstrijdige adviezen werden opgesteld. Verder leidde de inbreng van expertkennis soms tot beïnvloeding van de gesprekken, wat mogelijk ten koste kan gaan van het eigenaarschap van de deelnemers. Toekomstige burgerberaden kunnen baat hebben bij meer ruimte voor kritische reflectie en het afwegen van verschillende perspectieven.
DOCUMENT
Het beroepsonderwijs staat voor grote uitdagingen wat betreft de inhoud en de vormgeving van de onderwijsleerprocessen. De overgang van een industriële naar een diensteneconomie dwingt de scholen om niet alleen vakkennis over te dragen en de functiegebonden beroepsvaardigheden van de leerling te ontwikkelen, maar ook persoonlijke vaardigheden tot ontwikkeling te brengen. Een dienst kan immers alleen geleverd worden in direct contact met de klant door een gemotiveerde werknemer. Deze oriëntatie op competentiegericht onderwijs stelt de relatie tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven opnieuw ter discussie. De taakverdeling die in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) is vastgelegd, staat volgens velen de aanpassing van het beroepsonderwijs aan een diensten- of kenniseconomie in de weg. De WEB gaat uit, dat is althans de stelling die in deze bijdrage verdedigd zal worden, van een verdeelde verantwoordelijkheid voor de loopbaan van de leerling ('souvereiniteit in eigen kring'). Om de leerling adequaat voor te bereiden op het functioneren in een diensten- dan wel kenniseconomie is echter een gedeelde verantwoordelijkheid voor deze loopbaan nodig. Inzichten uit de moderne leerpsychologie laten zien dat voor de ontwikkeling van brede competenties een leeromgeving nodig is die het resultaat is van een continue dialoog tussen leerling, school en regionaal bedrijfsleven over welke kennis op welke wijze moet worden overgedragen en getoetst (Meijers & Wardekker, 2002; Law, Meijers & Wijers, 2002). Het realiseren van een gedeelde verantwoordelijkheid is evenwel geen sinecure. Niet alleen voorziet de bestaande wet- en regelgeving er niet in, maar het nemen van een gedeelde verantwoordelijkheid voor de loopbaan van de leerling vereist ook een cultuuromslag in zowel het onderwijs als het bedrijfsleven. Ruim 50 jaar geleden zijn de fundamenten van het huidige beroepsonderwijs gelegd. Op dat moment is een proces gestart waarin het onderwijs steeds autonomer werd en waarin het onderwijs en het bedrijfsleven de facto steeds meer met de rug naar elkaar toe zijn komen te staan. Er ontstond een 'pedagogische reservaat' waarvoor het bedrijfsleven, overigens met zijn volle instemming, vooral het decor vormde.
MULTIFILE