Ongeveer een derde van onze nationale energieconsumptie wordt gebruikt in gebouwen voor verwarming, koeling, verlichting en elektrische apparatuur. Milieuoverwegingen, voorzieningszekerheid en kosten maken dat wij slim met de energievoorziening in de gebouwde omgeving om moeten gaan. Maar alle slimheid, innovatie en creativiteit ten spijt is het gasverbruik van woningen gebouwd in 2010 niet lager dan van woningen gebouwd in 1995, zijn de woningen niet gezonder geworden, gebruikt de gebouwde omgeving ook nog ieder jaar meer elektriciteit en zijn er nauwelijks duurzame installaties die naar behoren werken. Wat leren wij daarvan? Hoe zorgen wij ervoor dat duurzaamheid meer dan een losse kreet wordt en onze hele energieketen echt duurzaam wordt? Naast innovatie en creativiteit zijn kennis en vakmanschap belangrijk. Systemen modelleren en simuleren, en het gebruiken van virtual environments om grip te krijgen op het ontwerp, regeling en onderhoud van complexe binnenklimaatinstallaties en energie-installaties zullen hierbij in de toekomst een steeds belangrijkere rol gaan spelen.
DOCUMENT
Lage rugpijn wordt veelal beschouwd als een multifactorieel probleem, waarbij biologische en psychosociale factoren, comorbiditeiten en pijnprocessen een rol spelen. Bij mensen met lage rugpijn komen bepaalde aandoeningen, zoals plasklachten, vaker voor dan bij mensen zonder lage rugpijn. Plasklachten kunnen aanwezig zijn bij de opslag van urine in de blaas, tijdens of na het plassen. Rugpijn en plasklachten kunnen voorkomen bij patiënten bij wie ze misschien niet direct te verwachten zijn. Deze klachtenbeelden kunnen elkaar overschaduwen. De aanwezigheid van deze rugpijn of plasklachten kan leiden tot een lagere kwaliteit van leven of toename van beperkingen. Dit artikel biedt ruimschoots aandacht aan plasklachten als een belangrijke comorbiditeit bij personen met rugpijn, en beschrijft epidemiologie, etiologie, anatomie en pathologie. Verder komen middelen aan de orde die een fysiotherapeut kan inzetten om patiënten met rugpijn en plasklachten adequate zorg te bieden.
LINK
Several models have been developed to predict prolonged stay in the intensive care unit (ICU) after cardiac surgery. However, no extensive quantitative validation of these models has yet been conducted. This study sought to identify and validate existing prediction models for prolonged ICU length of stay after cardiac surgery.
DOCUMENT
ACHTERGRONDEr is groeiende aandacht voor de hulpvragen rondom ouderschap van mensen met ernstige psychische aandoeningen. Weinig is echter bekend over de omvang van deze groep. DOELSchatten van het aantal ouders van 18-64 jaar oud in Nederland met ernstige psychische aandoeningen, mede om het benodigde zorgaanbod te bepalen. METHODEDoor het combineren van informatie uit epidemiologische studies werd een indicatie verkregen over het voorkomen van ouderschap bij mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. RESULTATENVan alle patiënten met ernstige psychische aandoeningen had naar schatting 48% kinderen. De omvang van deze groep ouders was 0,9% van de bevolking tussen 18 jaar en 65 jaar en dit waren 68.000 mensen voor het jaar 2009. CONCLUSIEBij bijna de helft van de mensen van 18-64 jaar met ernstige psychische aandoeningen dient de hulpverlening alert te zijn op potentiële behoefte aan ondersteuning bij het vervullen van de ouderrol. Betere registratie van mogelijke problemen in de ouder-kindrelatie is noodzakelijk voor een adequate sturing van het zorgaanbod, zowel op individueel als op macroniveau
DOCUMENT
NeuroDevelopmental Treatment (NDT) is the most used rehabilitation approach in the treatment of patients with stroke in the Western world today, despite the lack of evidence for its efficacy. The aim of this study was to conduct an intervention check and measure the nurses' competence, in positioning stroke patients according to the NDT approach. The sample consisted of 144 nurses in six neurological wards who were observed while positioning stroke patients according to the NDT approach. The nurses' combined mean competence scores within the wards was 195 (70%) of 280 (100%) possible, and for each ward the mean score varied between 181 (65%) and 206 (74%). This study indicates that nurses working in hospitals where the NDT approach has been implemented have the knowledge and skills to provide NDT nursing.
DOCUMENT
Hematological malignancies and treatment with hematopoietic SCT are known to affect patients’ quality of life. The problem profile and care needs of this patient group need clarification, however. This study aimed to assess distress, problems and care needs after allo- or auto-SCT, and to identify risk factors for distress, problems or care needs. In this cross-sectional study, patients treated with allo-SCT or auto-SCT for hematological malignancies completed the Distress Thermometer and Problem List. Three patient groups were created: 0–1, 1–2.5 and 2.5–5.5 years after transplantation. After allo-SCT, distress and the number of problems tended to be lower with longer follow-up. After auto-SCT, distress was highest at 1–2.5 year(s). Patients mainly reported physical problems, followed by cognitive-emotional and practical problems. A minority reported care needs. Risk factors for distress as well as problems after allo-SCT included younger age, shorter time after transplantation and GVHD. A risk factor for distress as well as problems after auto-SCT was the presence of comorbid diseases. Up to 5 years after auto-SCT or allo-SCT, patients continue to experience distress and problems. Judged by prevalence, physical problems are first priority in supportive care, followed by cognitive-emotional and practical problems.
DOCUMENT
Er is minder aandacht en financiering voor de wetenschappelijke basis van de stralingsbescherming, het aantal onderzoeksgroepen en hun output nemen af en stralingsbeschermingskennis raakt steeds meer versnipperd. Uit enquête en workshop volgt dat het stralingsbeschermingsonderwijs nog wel toeneemt, maar dat het daarbij vooral gaat om opleidingen in de praktische stralingsbescherming en om te voldoen aan wettelijke eisen ten aanzien van stralingsbeschermingsdeskundigheid, en niet om wetenschappelijk onderwijs
DOCUMENT
Met een sprookje bedacht en voorgedragen door Patricia de Cocq (Directeur Leefomgeving & Natuur bij de HAS) aan het slot van een feestelijk symposium eindigde op 24 maart 2022 de vier jaar lectoraat van Olga Haenen aan de HAS in Den Bosch. Dat begon ook met een sprookje, maar toen verteld door Haenen (Afb. 1). Zij had het over arme forellen die zo graag insecten happen, maar ze in de kweek nog niet krijgen (Aquacultuur 2019, 34(1): 9-11). Zo begon en eindigde INVIS met een sprookje en werd de cirkel rond gemaakt!
DOCUMENT
De uitkomsten van het in 2008 gestarte onderzoek PREvention Decline in Older Cardiac Surgery patients (PREDOCS) waren positief. Daarom is in 2016 een implementatiestudie van start gegaan in twaalf hartoperatiecentra in Nederland. In dit artikel zetten de auteurs eerst uiteen wat dit programma ter voorbereiding van oudere patiënten op ziekenhuisopname inhoudt en vervolgens schetsen ze welke problemen er bij invoering overwonnen moeten worden.
DOCUMENT
Knowledge of spatial and temporal trends in the environmental exposure to radiofrequency electromagnetic fields (RF-EMF) is a key prerequisite for RF-EMF risk assessment studies attempting to establish a link between RF-EMF and potential effects on human health as well as on fauna and flora. In this paper, we determined the validity of RF exposure modelling based on inner-area kriging interpolation of measurements on the surrounding streets. The results vary depending on area size and shape and structural factors; a Spearman coefficient of 0.8 and a relative error of less than 3.5 dB are achieved on a data set featuring a closed measurement ring around a decently sized area (1 km2, with an average minimum distance of the encircled area to the ring of less than 100 m), containing mainly low, detached buildings. In larger areas, additional inner-area sampling is advised, lowering the average minimum distance between sampled and interpolated locations to 100 m, to achieve the same level of accuracy. https://doi.org/10.1016/j.envint.2016.06.006 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/john-bolte-0856134/
DOCUMENT