Studenten ervaren maar beperkt dat ze regie kunnen nemen op hun eigen leerproces. Regie nemen op je leerproces vraagt van studenten dat zij zelfregulerende vaardigheden bezitten. Ontwikkelingsgerichte feedback biedt enorme kansen om de zelfregulatie van studenten te ontwikkelen. De processen die ten grondslag liggen aan feedback en zelfregulatie kennen grote overeenkomsten. Wil feedback bijdragen aan zelfregulatie, dan moet de student een actievere rol krijgen in het feedbackproces. Om het gesignaleerde probleem van te weinig zelfregulatie door studenten en een te weinig actieve rol van studenten in het feedbackproces aan te pakken, zijn in dit project een aantal interventies ingezet gericht op het ontwikkelen van feedbackgeletterdheid bij studenten. De innovatie in dit project bestaat uit een feedbacktraining die wordt uitgevoerd in het propedeusejaar van een hbo opleiding. Met de training leert de student in het feedbackproces vier activiteiten: de student leert (1) de feedback te begrijpen, (2) de feedback te gebruiken, (3) op de feedback te reageren en (4) gericht te vragen naar feedback. Om de invloed van de training te bepalen is de feedbackgeletterdheid en zelfregulatie van studenten gemeten. Deelnemers aan het rondetafelgesprek worden geïnformeerd over de opbrengsten en uitgenodigd kritisch mee te denken om de interventie door te ontwikkelen.
DOCUMENT
SummaryA question that received considerable interest from language teachers and researchers alike is what corrective feedback (CF) should look like to be maximally beneficial to learners’ second language development. This chapter zooms in on two feedback types that have been distinguished in the CF literature: focused and unfocused CF. After a careful characterization of these two feedback options, theoretical, methodological, and pedagogical arguments are discussed for both of them. The chapter furthermore provides a synthesis of oral and written feedback studies into the (relative) value of focused and unfocused CF. It concludes with suggestions for further research and implications for L2 classrooms.
DOCUMENT
De Hogeschool Utrecht heeft een experiment uitgevoerd om het curriculum van de Pabo te flexibiliseren, zodat het beter aansluit op de leerbehoeften van studenten. Dit project richtte zich op het verbeteren van zelfregulatie door middel van ontwikkelingsgerichte feedback. In twee nieuw ontworpen cursussen werd programmatisch toetsen toegepast, waarbij feedback centraal stond dat werd vastgelegd in het digitale portfolio Scorion. Studenten verzamelden bewijsmateriaal in dit systeem, waarop verschillende feedbackgevers feedback gaven. Daarnaast werden studenten in kleinere leerteams begeleid en getraind in feedbackgeletterdheid, wat hen hielp om feedback beter te begrijpen, te gebruiken en erop te reageren. De resultaten van het project toonden aan dat het mogelijk is om onderwijs en toetsing zodanig te ontwerpen dat studenten meer regie krijgen over hun leerproces. Het project biedt een solide basis voor verdere ontwikkeling en verbetering van het onderwijsprogramma.
MULTIFILE
Studenten ervaren maar beperkt dat ze regie kunnen nemen op hun eigen leerproces. Regie nemen op je leerproces vraagt van studenten dat zij zelfregulerende vaardigheden bezitten. Ontwikkelingsgerichte feedback biedt enorme kansen om de zelfregulatie van studenten te ontwikkelen. De processen die ten grondslag liggen aan feedback en zelfregulatie kennen grote overeenkomsten. Wil feedback bijdragen aan zelfregulatie, dan moet de student een actievere rol krijgen in het feedbackproces. Om het gesignaleerde probleem van te weinig zelfregulatie door studenten en een te weinig actieve rol van studenten in het feedbackproces aan te pakken, zijn in dit project een aantal interventies ingezet gericht op het ontwikkelen van feedbackgeletterdheid bij studenten. De innovatie in dit project bestaat uit een feedbacktraining die wordt uitgevoerd in het propedeusejaar van een hbo opleiding. Met de training leert de student in het feedbackproces vier activiteiten: de student leert (1) de feedback te begrijpen, (2) de feedback te gebruiken, (3) op de feedback te reageren en (4) gericht te vragen naar feedback. Om de invloed van de training te bepalen is de feedbackgeletterdheid en zelfregulatie van studenten gemeten.
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft een actieonderzoek waarin onderzocht is of gerichte feedbacktraining en –begeleiding aan basisschoolleerkrachten leidt tot professionalisering ten aanzien van het geven van passende feedback welke aansluit op de leer- en ontwikkelbehoeften van leerlingen. Directe aanleiding voor dit onderzoek was de veranderde onderwijsvisie waarbij geboden onderwijs en onderwijsorganisatie, gerelateerd moest worden aan het ontwikkelniveau van leerlingen. Leerkrachten hadden moeite met de rolomschakeling van kennisoverdrager naar begeleider en bewaker van leerprocessen. Om dit te ondersteunen is middels mindmapping, observaties en topicinterviews een beginsituatie bepaald waarop training en vervolgonderzoek kon aansluiten. Betrokken leerkrachten leerden door stimulated-recall interviews van het eigen feedback-handelen. De feedbackontwikkelingen zijn met behulp van een observatiemodel gemeten en in kaart gebracht. Afsluitend is het onderzoek geëvalueerd middels een vragenlijst. De resultaten van dit onderzoek wijzen uit dat de training en begeleiding positief heeft bijgedragen aan gewenste professionalisering in feedback. Verdere verdieping is echter nog gewenst. In de conclusie en discussie wordt hierop dieper ingegaan. In de aanbevelingen worden dan ook suggesties gedaan voor vervolgonderzoek en –interventies.
MULTIFILE
Studenten aan de Hogeschool Utrecht, Instituut Theo Thijssen (ITT), voeren in het derde studiejaar een onderzoek uit en beschrijven dit onderzoek in een onderzoeksverslag. Tijdens deze onderwijseenheid krijgen de studenten van hun docent schriftelijke feedback op een tussenproduct van het onderzoeksverslag. Om zicht te krijgen op de inhoud van de feedback, is op basis van het artikel van Hattie en Timperley (2007) een kijkkader geconstrueerd. Dit kijkkader blijkt een waardevol instrument te zijn om schriftelijke feedback te karakteriseren en kan (als dat nodig is) gebruikt worden als eerste stap ter verbetering van de feedback.
DOCUMENT
Bij de pabo van de Hogeschool Utrecht zijn twee cursussen ontworpen op basis van de principes van programmatisch toetsen. In de voltijd jaar 1 van de propedeuse is dit experiment in het studiejaar 2022-2023 gestart. Met het experiment wil de opleiding onderzoeken of de principes van dit onderwijsconcept passend zijn bij de pabo. In de twee nieuw ontworpen cursussen wordt gewerkt met negen leeruitkomsten als ruggengraat. Er zijn lange leerlijnen gecreëerd door het onderwijs te roosteren over een half jaar. Er is ruimte gekomen om ontwikkelingsgerichte feedback toe te passen en het leerproces van de student centraal te stellen. Er wordt gewerkt met een digitaal portfolio in Scorion waarin de focus ligt op de feedback die is gegeven op datapunten. Er is leerteambegeleiding ingericht om studenten optimaal te begeleiden in kleinere groepen dan een klas. Studenten worden getraind in hun feedbackgeletterdheid. Met een portfolio assessment worden beide cursussen afgesloten. Studenten nemen bewijsmateriaal op in een portfolio systeem en verschillende feedbackgevers geven daar feedback op. Na het geven van feedback wordt zo’n bewijsstuk een datapunt. Een datapunt is niet meer dan 1 brokje informatie die iets zegt over het functioneren van de student. De examinator beoordeelt in het portfolio niet het bewijsmateriaal zelf, maar integreert de feedback die is gegeven door experts (vakdocenten en praktijkopleider) en combineert dit met de feedback van de student zelf en zijn medestudenten. Tijdens de workshop zijn de ervaringen met dit experiment gedeeld met de deelnemers aan de workshop. Hoe beoordelen onze examinatoren het programmatische portfolio. Vervolgens hebben de deelnemers zelf een portfolio beoordeling uitgevoerd enkel op basis van feedback van anderen. Lukt het zonder inhoudelijk expert te zijn om tot een holistisch oordeel te komen van de leeruitkomsten die centraal staan.
DOCUMENT
In higher education, students often misunderstand teachers’ written feedback. This is worrisome, since written feedback is the main form of feedback in higher education. Organising feedback conversations, in which feedback request forms and verbal feedback are used, is a promising intervention to prevent misunderstanding of written feedback. In this study a 2 × 2 factorial experiment (N = 128) was conducted to examine the effects of a feedback request form (with vs. without) and feedback mode (written vs. verbal feedback). Results showed that verbal feedback had a significantly higher impact on students’ feedback perception than written feedback; it did not improve students’ self-efficacy, or motivation. Feedback request forms did not improve students’ perceptions, self-efficacy, or motivation. Based on these results, we can conclude that students have positive feedback perceptions when teachers communicate their feedback verbally and more research is needed to investigate the use of feedback request forms.
MULTIFILE
Feedback is one of the most powerful tools teachers can use to enhance student learning. In 2006, the Dutch Inspectorate of Education concluded from classroom observations that it is difficult for Dutch teachers to give their students good feedback in order to stimulate students' learning process and developmental progress. Similar problems were revealed in other school levels and countries, for example in secondary education and in Finland. Giving feedback during active learning may be even more troublesome for teachers. During active learning, students are working in small groups on different learning goals and undertake different learning activities at the same time. They need to achieve task-related goals as well as to develop the meta-cognitive knowledge and skills that are needed for active learning. Yet, teachers often seem unable to provide the feedback that is needed and they do not know how to support the development of meta-cognitive knowledge and skills.Therefore, this research project focused on ways to improve primary school teachers' feedback giving practices during active learning. The central research question is: How can primary school teachers learn to give optimal feedback to pupils during active learning? To answer this question, five studies have been conducted. In the first study, knowledge regarding teachers' feedback practices was gathered. A category system was developed based on the literature and empirical data. A total of 1465 teacher-student interactions of 32 teachers who practiced active learning in the domain of environmental studies in the sixth, seventh or eighth grade of 13 Dutch primary schools were videotaped and assessed using this system. Results showed that about half of the teacher-student interactions contained feedback. This feedback was usually focused on the tasks that were being performed by the students and on the ways in which these tasks were processed. Only 5% of the feedback was explicitly related to a learning goal. In their feedback, the teachers were directing (rather than facilitating) the learning processes. During active learning, however, feedback on meta-cognition and social learning is important. Feedback should be explicitly related to learning goals. In practice, these kinds of feedback appear to be scarce. In the second study, the problems these 32 primary school teachers perceive and the beliefs they hold regarding the provision of feedback were investigated. A writing task and an interview were conducted. It appeared that teachers believed that conditional teacher skills, especially time management, hindered them most from giving good feedback. The most widely held belief was that 'feedback should be positive'. Teachers also believed that it is important to adopt a facilitative way of giving feedback, but they found this difficult to implement. Only some teachers believed goal-directedness and a focus on student meta-cognition were important during active learning and teachers did not perceive problems regarding these aspects. In the third study, a professional development program (PDP) was developed, implemented and evaluated. The goals and content of the PDP were based on a review of the literature regarding feedback and active learning and on the results of the preceding studies. The design of the PDP was based on the extant literature regarding the features which are considered to be important for PDPs, including structural features, goal setting and characteristics of the professional development activities that are part of the program. Effects of this PDP on 16 primary schoolteachers' knowledge, beliefs, perceived problems and classroom behavior were examined via observations, a writing task and a questionnaire prior and twice after the program was implemented. Results showed that several aspects of feedback during active learning were improved, both in the short and in the long term. For example, teachers learned to believe that feedback must be goal-directed and that learning goals need to be communicated to students. In the classrooms, teachers related their feedback more often explicitly to the learning goals. In the fourth study, the extent to which teachers attributed the success of the PDP to each of the purposefully implemented features of the PDP was examined. The 16 teachers that participated in the PDP completed a questionnaire and four focus group interviews were conducted. Results indicated that teachers value most features quite highly; all features contributed to teachers' professional development according to the teachers themselves. The qualitative data was used to illustrate and specify the theoretical knowledge regarding the features that appeared to be effective in PDP's. Finally, in the fifth study, the learning process of two of the participating teachers was described in detail. Written reflections, as well as videotaped reflections during the video interaction training meetings were analyzed and related to the effects of the PDP on both teachers' knowledge, beliefs, perceived problems and classroom behavior during te course of the PDP. By relating the learning processes of these two teachers to the literature regarding professional development, we aimed for a rich understanding of the impact of the PDP on teachers' professional development.
DOCUMENT
This study was conducted in the context of primary teacher education. The primary teacher education program at HU University of Applied Sciences is at the start of a curriculum redesign in which assessment for learning and feedback will be emphasized. We know assessment and feedback can increase student learning and performance. In the last couple of years students as feedback receivers are placed in the centre of the feedback process. When students actively take up feedback their engagement in feedback will increase. However, some feedback situations work well for them and some don’t. In this study we try to grasp both situations and figure out which factors of the feedback situation did work or did not. We focused on two processes during the interviews and the coding. The first process was about the feedback situation, which characteristics of the feedback context, the receiver and the sender were at hand, and second what did students do with the feedback, did they try to understand and use the feedback, react to or ask for new feedback. The aim of this study is to provide feedback situations that work for our students and use them as elements in the redesign of the curriculum.
DOCUMENT