Veranderingen in de zorg, zoals de invoering van de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) en het scheiden van wonen en zorg, gaan in een snel tempo. Deze leiden ertoe dat zorgorganisaties zelf verantwoordelijk worden voor de vastgoedinvesteringen en meer risico’s gaan dragen. De afgelopen jaren heeft menig zorgaanbieder al nee te horen gekregen van banken, voor de vaak noodzakelijke renovaties, sloop- of nieuwbouwplannen. De investeringsruimte komt hiermee nog meer onder druk te staan.
Individuals in multiproblem situations frequently seek frontline legal support. The support by frontline legal professionals is limited by its focus on the legal issue instead of the underlying problems. A strong focus on client values – i.e. on the outcome that these services yield in the client’s perception – may lead to a more effective approach by targeting underlying problems. Through individual interviews with clients and professionals, the current study examines client values and services that may contribute to those client values. Besides functional client values that focus on resolving the problem situation, emotional client values, such as trust prove at least as important. Furthermore, client values are not only supported by the professional’s legal expertise, accessibility and ability to build a relationship, but also by the professional’s knowledge and skills relevant to multiproblem situations, such as his ability to empower the client, the willingness to work on concrete needs, and his ability to adopt an integrated approach. Research findings confirm the relevance of an integrated approach to multiproblem situations, with due attention to different client values. Similarly, it proves important to incorporate skills and knowledge that specifically address multiproblem situations in education and training programmes of frontline legal professionals. Nederlandse samenvatting: Mensen in multiprobleem situaties maken veelvuldig gebruik van eerstelijns rechtshulp. De ondersteuning door eerstelijns rechtshulp wordt beperkt door de focus op de voorliggende rechtsvraag, in plaats van de onderliggende problematiek. Een sterke focus op klantwaarden – de opbrengsten van de dienstverlening in de ogen van de cliënt – zou weleens tot een effectievere werkwijze kunnen leiden, omdat de achterliggende problemen worden aangepakt. Aan de hand van diepteinterviews onder cliënten en professionals is onderzocht welke klantwaarden voor deze doelgroep relevant zijn en welke dienstverleningsaspecten daaraan kunnen bijdragen. Naast functionele klantwaarden gericht op oplossingen voor de probleemsituatie, blijken emotionele klantwaarden als vertrouwen en ontzorging minstens zo relevant. Ook dragen niet alleen juridisch vakmanschap, bereikbaarheid en de vaardigheden om met de klant een relatie op te bouwen van de professional aan klantwaarden bij, maar ook specifieke kennis en vaardigheden gericht op multiproblematiek, zoals de vaardigheid om de klant te empoweren, de bereidheid om te werken aan concrete behoeften, en het werken met een geïntegreerde aanpak. De onderzoeksbevindingen onderstrepen de relevantie van een integrale aanpak bij multiproblematiek met aandacht voor diverse klantwaarden. Evenzo blijkt van belang dat vaardigheden en kennis die specifiek gericht zijn op multiproblematiek in de opleiding van eerstelijns rechtshulp professionals worden geïncorporeerd.
Professionals in zorg en welzijn hebben te maken met nieuwe vraagstukken rond de zorg en ondersteuning van mensen met ernstige psychische, sociale en lichamelijke beperkingen (RMO, 2001a). Aan de ene kant gaat het om basale ondersteuning in de woonsituatie, aan de andere kant betreft het de bevordering van participatie van deze burgers in de samenleving. Zorg en welzijn kunnen niet langer gescheiden van elkaar aangeboden worden. Het vereist een nieuwe geïntegreerde individuele én wijkgerichte aanpak. Deze aanpak vraagt om professionals die zowel kunnen werken aan de kant van individuele ondersteuning als aan de kant van sociale samenhang en maatschappelijke participatie.
Avans wil duurzamer denken en doen. Deze ambities zijn vastgelegd in het visiedocument ‘Ambitie 2025’. Optimaal aansluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen betekent voor Avans dat het accent binnen het onderwijs wordt gewijzigd van aanbodgericht naar vraag gestuurd onderwijs. Een zo groot mogelijke keuzevrijheid creëren voor de studenten. Dit betekent flexibilisering van het onderwijs en intensievere samenwerking tussen opleidingen onderling en met de expertisecentra. Ook nieuwe ambities in relatie tot cocreatie met de werkveldpartners zijn nodig. Dit geldt tevens voor de CDKM-samenwerking in Den Bosch. De CDKM-samenwerking, binnen de Ambitie 2025, krijgt vorm door middel van zogenaamde transdisciplinaire cocreatie. Talentontwikkeling, kennisontwikkeling en transitie vanuit een gemeenschappelijke basis. Avans stelt zich hierbij tot doel dat iedere student van een Bossche opleiding minimaal een keer gedurende de opleiding bijdraagt aan de maatschappelijke opgaven van de stad. De CDKM-samenwerking dient hiervoor, inhoudelijk en procesmatig, verder ontwikkeld en geborgd te worden. Een nieuw speelveld ontstaat met nieuwe spelregels, spelambities en nieuwe spelers. Een ‘CDKM-implementatieplan ’s-Hertogenbosch’ is hiervoor noodzakelijk. De ontwikkeling van dit plan zal parallel lopen met de reeds bestaande CDKM-samenwerking. Bestuurders van alle samenwerkingspartners hebben afgesproken om met elkaar een samenwerkingsconvenant af te sluiten die de uitgangspunten en doelen in het ‘CDKM-implementatieplan ’s-Hertogenbosch’ ondersteunen. Het plan zal leiden tot afspraken over werkwijze, taken/verantwoordelijkheden, coördinatie en financiering. De volgende randvoorwaarden staan hierbij centraal: onderwijscoördinatie, onderwijs-onderzoek coördinatie, programmalijncoördinatie, impactbepaling, communicatie en informatievoorziening. De gemeente ’s-Hertogenbosch zal als aanvulling op (en gelijktijdig met) het ‘CDKM-implementatieplan ’s-Hertogenbosch’ de volgende onderwerpen uitwerken: inbedding van de CDKM-samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie en verkenning naar structurele en geïntegreerde participatie van maatschappelijke stakeholders. De ontwikkeling van het plan, het uiteindelijke resultaat en de ‘lessons learned’ worden gedeeld met de CDKM-partners in het periodieke CDKM-bestuurdersoverleg en het CDKM-kernteamoverleg. Het ‘CDKM-implementatieplan ’s-Hertogenbosch’ zal in cocreatie worden gerealiseerd en bijdragen aan een verregaande stedelijke samenwerking!
Nederland kent met ruim 800 brouwerijen en enkele duizenden verschillende bieren een indrukwekkende biercultuur. Het merendeel betreft onafhankelijke brouwers die vrijwel allemaal tot het MKB behoren, zogenaamde craft-brouwers. Hun diversiteit aan bieren en smaken is enorm door een zorgvuldige keuze van met name hop en gist, gecombineerd met het toepassen van gecontroleerde procesparameters zoals temperatuur en fermentatietijd. Zowel brouwerijen als toeleveranciers worstelen met het feit dat de samenstelling van grondstoffen slechts beperkt bekend is. Eigenschappen van gistpreparaten en hopproducten zijn zeer globaal beschreven terwijl juist details doorslaggevend zijn bij de ontwikkeling van een succesvol bier. Vanuit de praktijk kwam dan ook de vraag hoe het brouwproces beter beheersbaar kan worden gemaakt. In dit onderzoek werken craft-brouwerijen, toeleveranciers en de branchevereniging samen met Avans Hogeschool en Hogeschool Leiden aan een geïntegreerde aanpak van de onderzoeksvraag waar in het brouwproces de handvatten voor controle kunnen worden gevonden. Er wordt een nieuwe sensor ontwikkeld, gebaseerd op nabij-infrarood spectroscopie en machine learning. Hiermee kan voor het eerst, en continu, de voortgang van het brouwproces worden gevolgd zodat tijdig kan worden bijgestuurd. Ook ontwikkelen we innovatieve hopproducten die verspilling tegengaan en brouwers en hoptelers efficiënter en met meer controle laten produceren. De andere smaakbepalende grondstof, gist, wordt onderzocht door honderd gistmonsters uit de praktijk in kaart te brengen op basis van genomische eigenschappen, smaakstoffenprofiel en de vorming van een stabiel ‘haze’ (troebeling). Met name deze haze stelt veel craft-brouwers voor uitdagingen. Door gebruik te maken van data-intensieve ‘-omics’-technieken en deze te combineren met geavanceerde bio informatica en datawetenschappen, bereiken we de gewenste kennis op detailniveau die door de branche kan worden toegepast. Dit doen we laagdrempelig, zodat ook zonder een achtergrond in de levenswetenschappen de kennis toepasbaar is. Zo zorgt het consortium gezamenlijk voor grotere innovatiecapaciteit door begrip van, en grip op, het brouwproces.
Als gevolg van de voortschrijdende extramuralisering worden burgers die een CVA (beroerte) hebben doorgemaakt, steeds eerder uit het ziekenhuis ontslagen en vindt revalidatie al in een vroegtijdige fase na het CVA in de eigen leefomgeving plaats. Verpleegkundigen en paramedici in de eerste lijn zien zich daardoor geconfronteerd met CVA-zorg van toenemende complexiteit, die tevens afstemming vraagt op de eigen leefomgeving en behoeften van deze patiënten. De eerstelijns infrastructuur voor interprofessionele samenwerking is echter beperkt, mede als gevolg van onvoldoende logistieke mogelijkheden voor frequent interdisciplinair overleg. Niettemin is samenwerking en communicatie door de betrokken zorgprofessionals een belangrijke randvoorwaarde voor het bieden van persoonsgerichte thuisrevalidatie ter bevordering van optimaal functionerende CVA-patiënten in hun dagelijkse leven. De inzet van technologie ter ondersteuning van eerstelijns samenwerking kan daaraan bijdragen. Een eerder uitgevoerd project in opdracht van de Topsector LSH, waarin de behoeften en wensen ten aanzien van mogelijkheden voor technologische ondersteuning van interdisciplinaire samenwerking zijn verkend, heeft een conceptontwerp van een digitaal CVA-portaal opgeleverd. Dit ontwerp voorziet professionals die betrokken zijn bij een CVA-patiënt van de mogelijkheid om relevante informatie te delen door inzage in geselecteerde delen van elkaars Elektronische Patiënten Dossiers (EPD’s). Omdat de patiënten als de eigenaar van het portaal en van hun eigen thuisrevalidatie worden gezien, is de toegankelijkheid van het CVA-portaal voor patiënten en hun naasten essentieel. Het doel van dit project is de doorontwikkeling van een conceptontwerp van een digitaal CVA-portaal in co-creatie met eindgebruikers op basis van inclusief actie-onderzoek en de evaluatie van de werkzaamheid en de toegankelijkheid voor zorgaanbieders èn zorgvragers. Wensen en behoeften van CVA-patiënten uit verschillende sociaaleconomische lagen en van verpleegkundigen en paramedici vormen de basis voor de totstandkoming van een CVA-portaal dat een efficiënt en effectief interprofessioneel revalidatieproces voor individuele patiënten en hun naasten ondersteunt en ook als zodanig ervaren wordt door patiënten.