Backgroundand aim – In this study, it is pre-supposed that the indoor environmental conditions of classrooms can contribute to the quality of the educational process. Thermal, acoustic and visual conditions and indoor air quality (IAQ) may be extremely supportive in order to support the in-class tasks of teachers and students. This study explores the influence of these conditions on the perceived comfort and quality of learning of students in higher education.Methodology– In a case study design, the actual IEQ of 34 classrooms which are spread over four school buildings in North Netherlands and 276 related student perceptions were collected. The measurements consisted of in situ physical measurements. At the same moment the perceived indoor environmental quality(PIEQ) and the perceived quality of learning (PQL) of students were measured with a questionnaire.Results – Observedare high carbon dioxide concentrations and high background noise levels. Arelation was observed between perceived acoustic and visual conditions, IAQ,and the PQL indicating that a poor IEQ affects the PQL. A linear regressionanalyses showed that in this study the perceived impact on the quality oflearning was mainly caused by perceived acoustic comfort.Originality– With the applied innovative measuring instrument it is possible to measure both the actual IEQ as well as the PIEQ and PQL. This method can alsobe used to assess a reference and intervention condition.Practical or social implications – The applied measuring instrument provides schoolmanagement with information about the effectiveness of improved IEQ and students’ satisfaction, which can be the basis for further improvement.Type ofpaper – Research paper.
LINK
Hoe klonk het landschap van je jeugd? Welke geluiden zijn verbonden aan de plek waar je woont en leeft? Zijn er liedjes die herinneren aan belangrijke momenten? In dit deel van het onderzoeksproject Sound Soils onderzoeken we vanuit het lectoraat Music in Context van de Hanzehogeschool Groningen de samenhang tussen muziek en geluiden en de plekken waar mensen opgroeien, leven en een identiteit ontwikkelen. Het lectoraat Music in Context doet praktijkgericht onderzoek naar muziekpraktijken die zich nadrukkelijk verbinden aan maatschappelijke contexten en/of thematieken.Geluiden en muziek zijn op meerdere manieren verbonden met de leefomgeving en identiteit van mensen. Geluiden en liedjes die sterk verbonden zijn met de plek waar je opgroeit, kunnen eraan bijdragen dat een plek betekenis voor je krijgt en dat je je ergens ‘thuis’ voelt: ‘Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens,’ luidt niet voor niets een bekend spreekwoord.
DOCUMENT
Er bestaat vanuit de landbouw een grote behoefte aan organische bodemverbeteraars die kunnen bijdragen aan de verbetering van de bodemstructuur, onder andere om de droogtegevoeligheid te verbeteren en daarnaast bij te dragen aan de opbouw of instandhouding van de bodemkoolstofvoorraad. Lokale organische reststromen kunnen de landbouw (deels) in deze behoefte voorzien. Het toepassen van lokale organische bodemverbeteraars is een goede stap in de richting van kringlooplandbouw en draagt daarmee bij aan het behalen van beleidsdoelstellingen. Momenteel zijn er vele initiatieven waarbij organische reststromen welke bij terreinbeheer vrijkomen worden gezien en toegepast als grondstof binnen een circulaire economie. Vanuit deze initiatieven komen verschillende resultaten en geluiden (m.b.t. productkwaliteit en effecten) over de inzet van organische reststromen. Hierdoor is er onduidelijkheid bij agrariërs over de effecten van bodemverbeteraars en dit remt de circulaire ambities van de landbouwsector. In dit project gaan de hogescholen HVHL en HAS tezamen met een breed consortium van agrariërs, bedrijven, kennisinstellingen en overheden onderzoeken waar de kwalitatieve en economische kansen en knelpunten liggen bij het lokaal verwerken van organische restromen tot bokashi. Hierbij wordt ingehaakt op de bestaande ca. 60 pilots binnen het langjarige Kennisprogramma Circulair Terreinbeheer en de daar reeds opgehaalde en nog-op-te-halen praktijkervaring om meer inzicht te krijgen in de productkwaliteit, het verdienvermogen en de effecten op bodemkwaliteit en waterkwaliteit/kwantiteit, om te komen tot een handelingsperspectief voor agrariërs in het gebruik van bokashi. Hiervoor gaan we in acht grondig geselecteerde pilots in Noord- en Zuid-Nederland aan de slag. Het projectresultaat levert meer inzicht in de borging van productkwaliteit van bokashi, het potentiële verdienvermogen voor agrariërs om bokashi te gebruiken en de effecten van bokashi op verschillende ecosysteemdiensten.
Door de krapte op de arbeidsmarkt groeit de vraag naar technische oplossingen om taken van mensen te kunnen overnemen. Onder andere in de beveiligingsbranche is er grote schaarste aan personeel. Sorama is een bedrijf dat akoestische camera’s maakt dat ongewone omgevingsgeluiden (geluidsanomalieën) kan detecteren, analyseren, en visualiseren. Een akoestische camera is een sensor met meerdere gerichte microfoons die in een normaal camerabeeld kan aangeven waar een bepaald geluid zich bevindt en met welke intensiteit. Dit systeem passen zij toe in voetbalstadions en uitgaansgebieden. Avular is een bedrijf dat rijdende robots en drones maakt voor inspectietoepassingen. Samen willen zij een robot maken die met behulp van akoestische- en videocamera’s surveillance taken kan uitvoeren. Sorama en Avular zijn met Fontys Engineering, Lectoraat Mechatronica & Robotica in contact gekomen om te onderzoeken welke nieuwe technologieën toegepast kunnen worden om een robot deze surveillance taak te laten volbrengen. Uitdagingen zijn: • Hoe kunnen we herkennen waar een specifiek geluid zich bevindt ten opzichte van de robot? • Hoe kunnen we hier naar toe rijden? • Hoe kunnen we de informatie van verschillende sensoren (beeld en geluid) gebruiken om te identificeren wat de oorzaak is van het geluid en wat zou het gedrag van de robot moeten zijn afhankelijk van de situatie? Het Lectoraat Mechatronica & Robotica heeft jarenlang ervaring met onderzoek op het gebied van mobiele robots en doet onderzoek naar de technologieën die in dit project van toepassing zullen zijn zoals: robot navigatie, sensor fusie, object detectie en AI. Gezamenlijk hebben de partners alle technische kennis in huis om dit project tot een goed einde te brengen en kennis op het gebied van ieders expertise aan elkaar over te dragen.
Slaap is essentieel voor het herstellen van ziekte en om verwardheid te voorkomen en verminderen. Ernstig zieke patiënten, op de Intensive Care (IC), Medium Care (MC) of Cardiac Care Unit (CCU), slapen vaak onvoldoende door de aanwezigheid van veel externe prikkels (licht, geluid, alarmen, aanwezigheid personeel). Hierdoor is de leefomgeving op deze afdelingen erg onrustig. Patiënten vinden deze onrust en het gebrek aan privacy een groot probleem. Voor verpleegkundigen veroorzaken patiënten die ’s nachts wakker zijn een verhoging van de werkdruk. De startup Micro-Cosmos wil ernstig zieke patiënten in staat te stellen om een ‘micro-omgeving’ te creëren, waarin zij in eigen regie externe prikkels zoals licht en geluid buiten kunnen sluiten. Dit gebeurt via een innovatieve kap, de Maya, die aan het hoofdeinde van het bed wordt geplaatst. De Maya heeft als doel de slaapkwaliteit te verbeteren, en verwardheid, angst en stress te reduceren. Ook maakt de Maya het mogelijk om te ‘cocoonen’ en zorgt daarmee voor comfort en privacy. Door de ziekenhuis leefomgeving positief te beïnvloeden draagt de Maya bij aan een verbetering van de kwaliteit van zorg voor kritisch zieke en kwetsbare patiënten. In een pilot studie gaan we de haalbaarheid, de effecten (effect size) en de ervaringen van 20 patiënten en van zorgverleners in een gerandomiseerde cross-over design studie op de IC, MC en CCU testen. Hierbij wordt de Maya om de dag ingezet waarbij de volgorde gerandomiseerd is. Op de dagen dat de Maya niet wordt gebruikt, wordt standaard zorg geleverd. Objectieve en subjectieve informatie wordt gebruikt voor verdere optimalisatie van het Maya prototype en voor effectmaat bepaling voor aanvullend onderzoek. De netwerken van het Radboudumc en Micro-Cosmos worden gebruikt voor kennisverspreiding en toekomstig aanvullend onderzoek in groter verband. Opgedane resultaten worden door het Radboudumc na afloop overgedragen aan Micro-Cosmos.