Ook binnen het human capital domein van organisaties wordt data-analyse steeds meer ingezet ten behoeve van evidence based besluitvorming, op zowel operationeel-, tactisch-, als strategisch niveau. Geïnspireerd door succesverhalen van organisaties die vele tientallen miljoenen aan besparingen hebben gerealiseerd, en tegelijkertijd de productiviteit en bevlogenheid van medewerkers hebben verbeterd, wordt People Analytics mainstream. Mede doordat de human capital kosten in organisaties (bv. recruitment, salaris, training, ziekteverzuim) gemiddeld ongeveer 60% van de totale organisatiekosten omvatten, is de potentiele invloed van People Analytics op het succes van organisaties aanzienlijk15. Bovendien is het human capital domein traditioneel een terrein waar veel data worden vastgelegd, denk bijvoorbeeld aan functionerings- en beoordelingsdata, data over trainingen en opleidingen, en salarisgegevens. Daarnaast zijn er buiten de organisatiegrenzen steeds meer social mediadata over potentiele medewerkers beschikbaar, die – uiteraard binnen de wettelijke en ethische kaders – gebruikt kunnen worden voor onder andere arbeidsmarktanalyse
De Duitse politieke en economische rol in Europa is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. De toekomst van Duitsland is onzeker, maar het is duidelijk dat onze oosterburen zich steeds verder ontwikkelen tot een economische en politieke grootmacht, niet alleen in Europa maar ook op wereldtoneel. Martijn Lak bespreekt vijf recente boeken over de ontwikkeling van de Duitse buitenlandse politiek van ‘soft power’ tot een assertievere grootmogendheid. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijn-lak-71793013/
Een verpleegkundige heeft de plicht een patiënt te voorzien van juiste en volledige informatie, zodat de patiënt een weloverwogen keuze kan maken die gevolgen heeft voor zijn gezondheidstoestand. Soms is hierbij creativiteit van de verpleegkundige vereist. Een ethisch overleg kan helpen om alle belangen in kaart te brengen.
MULTIFILE
Aanleiding onderzoek: Voor veel patiënten met een chronische aandoening die bijeen behandelaar komen, geldt dat hun klacht meer is dan enkel het acute gezondheidsprobleem. Klachten zijn het gevolg van complexe interacties tussenfysiek, psychologisch en/of sociaal functioneren, en deze moeten als zodanig worden aangepakt. Wetenschappelijke richtlijnen schieten voor deze complexere patiënten vaak tekort, omdat deze vanuit een enkel gezondheidsprobleem redeneren. Mogelijk biedt de N-of-1 benadering soelaas. Met deze benadering kan bij iedere patiënt met chronische klachten in de praktijk met een wetenschappelijke methode de optimale behandeling worden gevonden. Probleemstelling: Hoe kunnen we de samenwerking in de praktijk tussenbehandelaar en patiënt meer wetenschappelijk insteken zonder dat we de toegankelijkheid van de zorg belemmeren? Dit houdt in dat we willen onderzoeken hoe we de aanpak van N-of-1 zodanig kunnen vormgeven dat de behandelaar voorde patiënt een op maat gemaakt, motiverend traject op kan stellen, waarin wetenschappelijk redeneren als vanzelf deel gaat uitmaken van de praktijk. Daarnaast is het van belang om de patiënt correct te motiveren en ondersteunen bij het zelfmonitoren en uitdiepen van zijn gezondheidstoestand, van iemand die passief zorg ondergaat naar casemanager van eigen gezondheidsprobleem. Voorgestelde uitvoering: Het onderzoek start met semi-gestructureerde diepte-interviews over de onderzoeksvragen met 3 patiënten, 3 algemene behandelaars, 2wetenschappelijk geschoolde behandelaars en 2 wetenschappers die bekend zijn met N-of-1. Obv de interviews starten we met dezelfde 3 patiënten een pilot waarin we enkele implementeerbare strategieën uitvoeren. Deze pilot wordt wekelijks geëvalueerd met patiënt en behandelaar. Geplande deliverables: Hieruit volgt inzicht in haalbaarheid van N-of-1 benaderingen bij complexe ziektebeelden en de praktische implementatie van wetenschappelijk redeneren. Deze input willen we gebruiken om een grotere subsidieaanvraag te faciliteren waarin we een wetenschappelijk framework voor de dagelijkse behandelpraktijk willen ontwikkelen en toetsen. Deelnemers: Fysiotherapie Thermion, RadboudUMC, HAN, PNA Group
Het doel van dit project is om het zorgstelsel te digitaliseren en te vereenvoudigen door middel van technologische vooruitgang en verbeteringen. Het streven is om te voldoen aan de groeiende zorgvraag in de toekomst, waarbij technologie fungeert als een middel om dit te bewerkstelligen. Dit wordt bereikt door verdere ontwikkeling van kennis op het gebied van hardware zoals biosensoren en microfluidica, en software waaronder AI, data-analyse en cloud-oplossingen. Het project richt zich op het ontwikkelen van prototypes die nauw aansluiten op de behoeften van de zorg. Om dit doel te bereiken, moeten er essentiële veranderingen worden doorgevoerd in zowel klinische settings als daarbuiten. Het is ook de bedoeling om de zorg te verplaatsen van intramuraal naar extramuraal, met als gevolg verlichting van de druk op het zorgstelsel en verbetering van de kwaliteit van zorg. Het project concentreert zich op twee belangrijke focusgebieden: de klinische setting en de thuiszorg. In de klinische setting is er behoefte aan frequente monitoring, waarbij de ontwikkeling van geavanceerde monitoringstechnologieën centraal staat. Hierbij valt te denken aan het gebruik van biosensoren en microfluïdica om biomarkers in het ziekenhuis frequent te monitoren. Voor de thuiszorg ligt de nadruk op de ontwikkeling van Point-of-Care (POC) apparaten, waarmee patiënten thuis kunnen worden gemonitord. Deze draagbare medische apparaten stellen patiënten in staat om regelmatig hun gezondheidstoestand te controleren zonder een kliniek te hoeven bezoeken. Dit biedt gemak, autonomie en draagt bij aan kostenverlaging in de zorg. Om deze doelen te bereiken, moeten verschillende uitdagingen worden aangegaan, zoals het optimaliseren van technologieën, het waarborgen van interoperabiliteit tussen verschillende medische apparaten en het implementeren van gebruiksvriendelijke interfaces. Daarnaast is het van cruciaal belang om biomedische apparaten te integreren met IoT-netwerken, zodat een naadloze gegevensstroom en real-time monitoring mogelijk worden.
Het aantal migranten ouderen neemt toe. Zij hebben een slechtere gezondheid dan autochtone ouderen. Zo komen chronische ziekten zoals obesitas en diabetes type-2 vaker voor. Een van de belangrijkste onderliggende oorzaken van deze ziekten is sarcopenie, verlies van spiermassa en fysiek functioneren van ouderen. Het verlies van spiermassa, fysieke functie en chronische ziekten heeft een negatieve impact op de kwaliteit van leven, zelfredzaamheid en zorgkosten. Naar aanleiding van de vraag vanuit de MKB-praktijken voor fysiotherapie en diëtetiek is in een RAAK MKB project (ProMIO 1.0) een cultuursensitieve behandeling ontwikkeld die sarcopenie en daarmee ook chronische ziekten van migranten ouderen behandelt. Het ProMIO programma is een gecombineerde leefstijl interventie dat bestaat uit een beweeg- en voedingsinterventie uitgevoerd door eerstelijns fysiotherapie en diëtetiek praktijken, specifiek afgestemd op de behoeften van migranten ouderen. In een pilot studie is het programma geëvalueerd op werkbaarheid en haalbaarheid in de praktijk. Professionals tonen veel interesse maar geven aan dat de interventie in huidige vorm nog niet rendabel is. De behoefte aan een goede inbedding in de zorg is groot, zodanig dat de interventie betaalbaar wordt voor zowel professional als deelnemers. Hiervoor dient de interventie aantoonbaar (kosten-)effectief te zijn. De resultaten van de fysieke metingen uit de pilot zijn al veelbelovend. Deze laten zien dat vrijwel alle deelnemers verbeteren in spierkracht en sterke verbeteringen ervaren in dagelijks functioneren. Een toekomstige Randomized Controlled Trial (RCT) moet extra bewijskracht leveren voor de (kosten)effectiviteit van de interventie wat de kansen zal vergroten voor een goede implementatie en vergoeding. Dit voorstel beoogt de bewijskracht te leveren van de (kosten) effectiviteit van het ProMIO programma in de praktijk (ProMIO 2.0). Naast de (kosten-)effectiviteit onderzoeken we ook hoe ProMIO in de praktijk geïmplementeerd kan worden. De resultaten worden gecommuniceerd naar de beroepenvelden, wetenschap en worden ingebed in het HBO-onderwijs.