Podcast over 2 van de 12 guiding principles die zijn voortgekomen uit COP4HL project.
LINK
The free market underpins our economy and our way of thinking around enterprise and value, but it is also a major factor in the sustainability problems that we now live with. Climate change, child labour and oil spills are just a few of the many problems associated with our economic activity and, although many companies have made an effort to produce more sustainably, the pace of change is much too slow. This engaging and accessible textbook teaches students the relationship between the economy and sustainability, assessing the hand of the free market on company behaviour and, ultimately, providing a framework for transition to a sustainable economy. Using case studies and optional assessment questions, this textbook explains to students what a market is at the macro level and then translates the effects of the market to industries and subsequently to the strategic choices of companies at the micro level. It adopts a model of 8 guiding principlesthat underpin the current free market economy and 8 guiding principles for the sustainable market economy. Switching these deeply held principles will be essential to any serious transition to a sustainable economy.
DOCUMENT
Developing students’ information problem solving (IPS) competence in higher education is imperative. However, existing theoretical frameworks describe IPS learning outcomes without guiding effective learning environment design. This systematic review and meta-analysis synthesized empirical evidence to formulate design principles for developing IPS competence. A systematic search across seven academic databases yielded 69 peer-reviewed articles from 2000–2023 with controlled pretest-posttest designs targeting (under)graduate students. Analysis of these studies yielded seven design principles: learning task, instruction, modeling, practice, learning activities, support, and feedback, with meta-analyses validating key relationships. The IPS educational design principles (IPS-EDP) model summarizes how these principles address learning outcomes, teaching and learning activities, and assessment strategies. While our review covered all IPS components, empirical evidence predominantly addressed information search and selection,
MULTIFILE
Designing cities that are socially sustainable has been a significant challenge until today. Lately, European Commission’s research agenda of Industy 5.0 has prioritised a sustainable, human-centric and resilient development over merely pursuing efficiency and productivity in societal transitions. The focus has been on searching for sustainable solutions to societal challenges, engaging part of the design industry. In architecture and urban design, whose common goal is to create a condition for human life, much effort was put into elevating the engineering process of physical space, making it more efficient. However, the natural process of social evolution has not been given priority in urban and architectural research on sustainable design. STEPS stems from the common interest of the project partners in accessible, diverse, and progressive public spaces, which is vital to socially sustainable urban development. The primary challenge lies in how to synthesise the standardised sustainable design techniques with unique social values of public space, propelling a transition from technical sustainability to social sustainability. Although a large number of social-oriented studies in urban design have been published in the academic domain, principles and guidelines that can be applied to practice are large missing. How can we generate operative principles guiding public space analysis and design to explore and achieve the social condition of sustainability, developing transferable ways of utilising research knowledge in design? STEPS will develop a design catalogue with operative principles guiding public space analysis and design. This will help designers apply cross-domain knowledge of social sustainability in practice.
Hoe kan data science ingezet worden om berichtenstromen beter te structureren voor journalisten die te maken krijgen met een grote stroom van buitenlandse stroom van data. Dat is waarnaar gekeken wordt in dit project bij een Nederlandse radiostation dat nieuws verstrekt over Soedan: Radio Dabanga.Doel Doelen in dit project zijn als volgt: Inzicht van topic modelling en discourse analysis in de context van dit radiostation Inzicht van user similarity index in deze context van dit radiostation Bij positief resultaat: guiding principles betreffende transparantie en presentatie resultaten Een Prototype voor de Berichtentemmer, een tool die helpt berichten te structureren Resultaten Resultaten van dit project vallen onder het bouwen van een netwerk dat onderzoek kan doen rond het thema van data science. Daarnaast valt een mogelijk prototype voor een tool die helpt berichten uit verschillende kanalen te structureren. Looptijd 02 december 2019 - 01 juli 2020 Aanpak Binnen dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van drie methoden: 1 Topic modeling: dat kijkt naar text mining tools die in dit project kunnen helpen om de content van het bericht te analyseren. 2 Discourse analyse: Hierbij wordt gekeken naar de tone of voice van berichten, waar scenario's uit gedistilleerd kunnen worden. 3 User Similarity Index: Dit gaat over de afzenders van de berichten. Waarbij via deze manier gekeken wordt naar de betrouwbaarheid van de afzenders van berichten. Daarnaast wordt bij al deze methoden gekeken naar de ethische vragen rond: - de transparantie van algoritmes - De waardenvrije presentatie van de resultaten
Sociale media geven organisaties direct toegang tot hun (potentiele) gebruikers en bieden een mogelijkheid om te leren over wat ze willen en bezighoudt en met wie ze in verbinding staan. Veel organisaties staan via bijvoorbeeld Facebook of Twitter op die manier al met hun gebruikers in contact en geen marketingcampagne doet het meer zonder likes en tweets. Steeds meer organisaties gebruiken dan ook sociale media, deels reeds geïntegreerd in marketing, maar deels ook om de boot niet te missen of ?omdat de klant dat vraagt?. Hoeveel ze daarin investeren en dat in de toekomst ook willen blijven doen, hangt af van de effectiviteit van sociale media. Maar wanneer is het effectief, wat bepaalt die effectiviteit en hoe meten we de effectiviteit? Er bestaan inmiddels talloze hulpmiddelen om daartoe de output van sociale netwerken te monitoren en te analyseren (aantallen likes, comments, tweets, etc.). De belofte van effectiviteit schuilt echter met name in het gaandeweg vormgeven en verspreiden van de communicatie in samenwerking met netwerkgebruikers (user generated content, co-creatie, virale of netwerkeffecten). Sociale media zijn echter zo nieuw en in de mix zo complex dat er over de effectiviteit van deze interactieve vorm van communicatie nog weinig bekend is. Het project ?The Network is the Message? ontwikkelt nieuwe kennis en middelen om de werking van sociale media beter te begrijpen en de mogelijkheden ervan beter te benutten. Onze belangrijkste doelgroep is daarbij de communicatieprofessional, voor wie sociale media inmiddels cruciale tools zijn in de uitoefening van hun taak. Hoewel dat in zijn algemeenheid en voor iedereen geldt, lijkt het MKB in het nadeel ten opzichte van multinationals, die meer capaciteit en middelen hebben om met sociale media te experimenteren. In Nederland zijn het vooral de grotere communicatiebureaus die over voldoende mensen en middelen beschikken om de effectiviteit van campagnes systematisch te meten, terwijl het gros van de communicatiebureaus tot het kleinere MKB behoren. Op basis van de in het project verkregen kennis wordt een speciaal op het MKB gerichte toolkit ontwikkeld en beproefd waarmee communicatieprofessionals beter in staat zijn om een sociaal netwerk te activeren en grip te krijgen op de effectiviteit van hun online interactieve communicatie. De hoofdvraag van het project luidt: ?Hoe kan de effectiviteit van communicatie in online sociale netwerken worden beoordeeld en verbeterd?? De deelvragen hebben betrekking op: 1. De potentie van een sociaal netwerk: Wat maakt een sociaal netwerk tot een goed netwerk? Hoeveel respons kan ik verwachten van een netwerk als ik het aanspreek? Hoeveel doorgifte kan ik verwachten? Wat bepaalt deze respons? 2. De werking van een boodschap: Wat zijn de werkzame elementen van een sociale media boodschap? Welke elementen bepalen of een boodschap wel of niet wordt opgepikt en verspreid? 3. Het resultaat van een sociale actie/campagne: Wat is er beoogd met de actie/campagne en is dit doel bereikt? Aantallen likes en tweets zeggen wel iets over de verspreiding van de boodschap, maar hoe moeten we dit interpreteren? Zijn de juiste personen bereikt (precisie)? De antwoorden op deze deelvragen bepalen in samenhang de kans op succes van sociale media communicatie. Het onderzoek bestaat uit een non-experimentele en een experimentele fase. In de non-experimentele fase zullen praktijkcases aan de hand van het activatiepotentieel (netwerkstructuur en gebruikersprofielen) en mogelijke werkzame elementen (gebruikte communicatietechnieken en versnellende variabelen als een tag of video) worden beoordeeld op resultaten (verspreiding en precisie). De bevindingen uit deze non-experimentele fase zullen vervolgens worden gebruikt om in de experimentele fase systematisch het effect van verschillende technieken en versnellers te bepalen. Voor een zinvolle maat van effectiviteit zal het resultaat van een campagne vergeleken worden met het potentieel van het netwerk.