De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
DOCUMENT
De schuldenproblematiek in Nederland neemt al jaren toe. Er zijn inmiddels bijna een miljoen huishoudens met een (risico op) problematische schulden (941.000). Omdat schuldhulpverlening lang niet altijd tot een schuldenvrije toekomst leidt, daarop flink bezuinigd wordt en de effectiviteit van schuldpreventie niet is aangetoond, is vroegsignalering van groot belang. Diverse crediteuren en partijen die betrokken zijn bij het oplossen van problematische schulden hebben gezamenlijk een systeem voor vroegsignalering ontworpen, het Landelijk Informatiesysteem Schulden (LIS). Door huur-, energie-, BKR-achterstanden te registreren op op daartoe gezette momenten door woningcorporaties, energiebedrijven, banken en kredietverstrekkers te laten raadplegen, kunnen zij waar nodig andere, meer passende keuzen maken in de levering van hun diensten en producten. Als gevolg hiervan komen minder huishoudens in een problematische schuldsituatie en/of zullen zij eerder schuldhulp zoeken.
DOCUMENT
In dit onderzoeksrapport staat de wijk de Drielanden te Groningen Centraal. Aan de noordoostzijde van de stad Groningen is de wijk gelegen. De wijk drielanden bestaat sinds 1995, in die tijd was het een vooruitstrevende wijk op het gebied van duurzaamheid. Tegenwoordig worden veel nieuwe duurzame wijken gebouwd, maar er is een terugloop geconstateerd in de koop van woningen in duurzame wijken. Met behulp van dit onderzoek wordt duidelijk hoe er in de toekomst op koop- en verkoopmotieven ingespeeld kan worden. Er gaat onderzocht worden wat de motieven zijn voor de koop van een duurzame woning, het gaat hier om bewuste, onbewuste en psychologische motieven. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Welke kenmerken van de bewoners uit de Drielanden hangen samen met de koopmotieven? Het vraagtype van de probleemstelling is definiëren. Het onderzoek is uitgevoerd met een enquête, dit is het meetinstrument. Het totale domein van dit onderzoek bedraagt 390 huishoudens verdeeld over de drie straten in de wijk Drielanden; Waterland met 166 huishoudens, Zonland met 142 huishoudens en Mooiland met 82 huishoudens. Het onderzoek is uitgevoerd om de verkoop- en koopmotieven in de duurzame wijk te onderzoeken, dit zijn de onderzoekseenheden van het onderzoek. De methode die gebruikt is voor het onderzoek is een combinatie van de kwantitatieve (desk research) en de kwalitatieve strategie (enquête).De doelstelling van het onderzoek is weten welke motieven kopers van 'duurzame woningen' hebben om een dergelijke woning te kopen, zodat de neergang in de verkoop en verhuur van duurzame woningen kan worden tegengegaan. De hoofdresultaten uit het onderzoek hebben betrekking op de leefstijlen, toepassing van duurzaamheid en de koop- en huurmotieven van de bewoners van de Drielanden. Er zijn vier leefstijlen te onderscheiden. Eén leefstijl is minder vertegenwoordigd, namelijk vitaliteit. Deze beslaat de bevolkingsgroep die ego georiënteerd en extravert is. De toepassing van duurzaamheid is gemiddeld matig tot licht voldoende. Voor een duurzame wijk is dit zeer beneden de maat. In verhouding tot de motieven is dit te verklaren aangezien ongeveer 1 op de 10 bewoners voor duurzaamheid heeft gekozen. De overige bewoners hebben andere redenen als ligging en een ruimere woning. Dit zijn direct de twee meest voorkomende motieven. Er zal ongetwijfeld samenhang zijn tussen duurzaamheid en een ruim opgezette wijk. Het ruimer wonen kan dus in verband staan met het motief duurzaam wonen. Dit zal een juist onderwerp zijn voor een eventueel vervolgonderzoek. Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen
DOCUMENT
Jaarlijks staan zo’n 30.000 mensen onder toezicht van de reclassering. De reclassering stimuleert hen crimineel gedrag te veranderen en houdt toezicht op de door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden. Als reclassenten voorwaarden overtreden, is een zorgvuldige en deskundige beoordeling van de overtreding en de reactie daarop essentieel. Daarbij spelen verschillende belangen en overwegingen een rol, zoals geloofwaardigheid van de sanctie, veiligheid en re-integratie/resocialisatie van de reclassent.
Jaarlijks staan zo’n 30.000 mensen onder toezicht van de reclassering. De reclassering stimuleert hen crimineel gedrag te veranderen en houdt toezicht op de door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden. Als reclassenten voorwaarden overtreden, is een zorgvuldige en deskundige beoordeling van de overtreding en de reactie daarop essentieel. Daarbij spelen verschillende belangen en overwegingen een rol, zoals geloofwaardigheid van de sanctie, veiligheid en re-integratie/resocialisatie van de reclassent.Doel Onderzoeken hoe professionele besluitvorming door reclasseringswerkers bij overtreding van voorwaarden kan worden ingericht, om de inhoudelijke en formele nakoming door reclassenten te bevorderen. Resultaten Het project levert handvatten voor reclasseringswerkers voor zorgvuldige oordeels- en besluitvorming. De bevindingen worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) reclasseringsprofessionals en gedeeld met de (internationale) onderzoek gemeenschap. Ook kunnen inzichten uit het project bijdragen aan verbetering van de samenwerking tussen verschillende professionals in de strafrechtketen die betrokken zijn bij de besluitvorming in geval van overtreding van voorwaarden. Looptijd 01 juni 2023 - 01 maart 2025 Aanpak Data-analyse en dossierstudie Etnografische studie Focusgroepen
Jaarlijks staan zo’n 30.000 mensen onder toezicht van de reclassering (hierna reclassenten). De reclassering stimuleert hen crimineel gedrag te veranderen en houdt toezicht op de door de rechter opgelegde bijzondere voorwaarden. Als reclassenten voorwaarden overtreden, is een zorgvuldige en deskundige beoordeling van de overtreding en de reactie daarop essentieel. Daarbij spelen verschillende belangen en overwegingen een rol, zoals geloofwaardigheid van de sanctie, veiligheid en re-integratie/resocialisatie van de reclassent. Een consortium van reclasseringsorganisaties, Hogeschool Utrecht, Universiteit Leiden, vertegenwoordigers van OM en advocatuur en enkele kennispartners wil de professionele oordeelsvorming bij overtreding van voorwaarden versterken. Achtergrond en theorie Professionals vinden professionele beslisruimte essentieel om een overtreding te beoordelen en verschillende belangen die daarbij spelen te wegen. Maar teveel beslisruimte kan resulteren in willekeur en rechtsongelijkheid en zet de geloofwaardigheid van de strafrechtelijke sanctie op het spel. Bij overtreding van voorwaarden zijn meerdere beslissers betrokken die elkaar opvolgen (seriële besluitvorming). Dit kan ertoe leiden dat men anticipeert op de veronderstelde uitkomst van een (latere) beslissing. De mate waarin reclassenten het toezicht en de besluitvorming met betrekking tot het overtreden van voorwaarden als rechtvaardig ervaren, draagt bij aan naleving van de voorwaarden en actieve deelname in het toezicht. Daarom is investeren in een goede werkalliantie met de reclassent essentieel voor een positief verloop van het toezicht. Vraagstelling en onderzoeksmethoden De centrale vraag in dit onderzoek luidt: hoe kan professionele besluitvorming door reclasseringswerkers bij overtreding van voorwaarden worden ingericht teneinde de inhoudelijke en formele nakoming door reclassenten te bevorderen? Met behulp van een mixed methods design van data- en dossieranalyse, observatie, interviews en focusgroepen wordt deze vraag beantwoord. Beoogd resultaat Het project levert handvatten voor reclasseringswerkers voor zorgvuldige oordeels- en besluitvorming. De bevindingen worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) reclasseringsprofessionals en gedeeld met de (internationale) onderzoek gemeenschap.