There is an increasing awareness that the landscape around cities can contribute significantly to the well-being of urban citizens. Various studies and experiences in the Netherlands and other countries show that the combination of agriculture with care and education has great potential. The number of care farms has increased from 75 in 1999 to 500 in 2005. In urban areas, a diversity of groups can benefit from care farms or other types of social services in the rural area. It concerns among others, people with mental problems, with (chronic) psychiatric demands, with addiction problems, elderly, children with behavior and/or psychological problems and long term unemployed. The city of Amsterdam recognizes the unique and valuable qualities of the rural area and its potential for the well-being of its citizens. In and around Amsterdam various organizations have initiated innovative projects that connect urban demands with agricultural entrepreneurs. A transition to a new kind of agriculture and landscape contributing to health and well-being of urban citizens is possible.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
In dit artikel zijn twaalf recente onderzoeken(periode 2014-2016) naar sociale (wijk)teams op hoofdlijnen in beeld gebracht. Er wordt aandacht besteed aan inrichtingsvraagstukken van deze teams (samenstelling, taken, doelen), de rol van lokale overheden en diverse knelpunten die samenhangen met het functioneren van teams. Uit de onderzoeken komt een tamelijk eenduidig beeld naar voren. Een van de elementen hierin is dat de precieze inzet en institutionele inbedding van deze teams (waaronder hun mandaat) in veel gevallen nog onduidelijk is. De knelpunten die de revue passeren hebben onder meer betrekking op de complexe opdracht om van kwetsbare burgers een grotere eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid te verwachten en op de beperkte ruimte en tijd die beschikbaar zijn om als (nieuw) sociaal (wijk)team te bouwen aan integrale gebiedsgerichte aanpak en daarin voldoende aandacht te kunnen besteden aan reflectie en interprofessioneel leren.
DOCUMENT
In dit onderzoek zullen verschillende strategieën worden geïdentificeerd die bijdragen aan het inbedden van maatschappelijke betrokken onderwijs in verschillende type kennisinstellingen (MBO, HBO en WO). De nadruk zal vooral komen te liggen op institutionele structuren en hoe deze houvast en ondersteuning (kunnen) bieden aan medewerkers die betrokken zijn bij het opzetten/in stand houden van maatschappelijke betrokkenheid binnen hun kennisinstelling. Eerder onderzoek laat zien dat belangrijke strategieën omtrent institutionalisering (een duurzame inbedding) onder andere de waardering en ondersteuning voor medewerkers, nauwe interne en externe samenwerking, nieuwe vormen van evaluatie en een goed aansluitende institutionele missie zijn. Onbekend is of bepaalde strategieën een grotere rol spelen binnen de verschillende kennisinstellingen. Daarnaast is het waarschijnlijk dat de ondersteunende strategieën zullen verschillen per kennisinstelling. Mogelijk kunnen er ook nieuwe strategieën worden geïdentificeerd. In dit voorstel zullen twee Junior onderzoekers één jaar lang ruim anderhalve dag per week onderzoek doen naar de onderliggende institutionele structuren van MBO, HBO en WO kennisinstellingen binnen de regio Amsterdam. Specifiek zullen, naar aanleiding van een grootschalige vragenlijst, maatschappelijk betrokken onderwijsinitiatieven worden geïdentificeerd. Vervolgens zal middels diepte-interviews worden onderzocht hoe de kennisinstellingen ondersteuning bieden aan deze maatschappelijk betrokken initiatieven. De mate van ondersteuning maar ook het aantal initiatieven binnen een kennisinstelling zegt iets over de mate van institutionalisering van maatschappelijk betrokken onderwijs. Zowel de ondersteunende institutionele strategieën als de mate van institutionalisering per kennisinstelling zal in kaart worden gebracht. De uiteindelijke opbrengst zal bestaan uit een tijdlijn die het institutionaliseringsproces voor maatschappelijk betrokken onderwijs binnen de Nederlandse context weergeeft. Op deze tijdlijn zullen verschillende strategieën in de tijd worden weergegeven. Deze tijdlijn zal worden gebaseerd op bestaande literatuur aangevuld met de bevindingen verkregen uit de diepte-interviews.
Dertig procent van de Nederlandse MKB bedrijven is gevestigd op bedrijventerreinen. Vitale en veilige bedrijventerreinen zijn daarmee van cruciaal belang voor een gezond ondernemersklimaat voor het MKB. Bedrijventerreinen oefenen echter ook grote aantrekkingskracht uit op de georganiseerde criminaliteit, omdat ze aantrekkelijke vestigingsplaatsen zijn voor tal van criminele activiteiten. Met name ondermijnende criminaliteit bedreigt het vestigingsklimaat op bedrijventerreinen. Parkmanagementorganisaties (PMO’s) vinden dat hier een belangrijke taak voor hen is weggelegd. Deze PMO’s, vaak zelf MKB’ers of ZZP‘ers, worden in toenemende mate als onmisbaar beschouwd bij de revitalisering van oude en ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Deze relatief jonge organisaties missen echter nog de specifieke kennis, vaardigheden en een duidelijke positie om deze taak succesvol op te pakken. Die rol oppakken betekent dat PMO’s effectief moeten samenwerken met publieke veiligheidspartijen. Deze samenwerking komt echter moeizaam van de grond, juist als het gaat om de verbinding tussen ondernemers en de publieke veiligheidsketen. Publieke partijen treden in de ogen van de PMO’s primair incidenteel, reactief en repressief op, terwijl ondernemers terughoudend zijn om kennis of vermoedens met instanties te delen. Wij zien in de PMO’s veel potentie om de beide werelden met elkaar te verbinden. In dit onderzoek gaan we de positie van PMO’s in de aanpak van ondermijning op bedrijventerreinen versterken. Dat doen we door in dit project met samen met de PMO’s en cruciale partners als gemeenten en beveiligingsbedrijven een experimentele zoektocht te starten naar de juiste rolverdeling en taken rondom wat wij ‘criminele inmenging' noemen. We gaan bestaande en nieuwe kennis, tools en repertoire over brengen op, en integreren in de werkpraktijk van PMO’s. Daarmee dragen we niet alleen bij aan de verdere professionalisering van PMO’s, maar op de langere termijn ook aan een gezonder vestigingsklimaat op bedrijventerreinen door het realiseren van effectievere gezamenlijke aanpak. Er is nog een wereld te winnen.